Vanmorgen reden we naar het dorp midden op het eiland, waar we de fietsen pakten. We fietsen naar de westpunt waar in Marjaniemi een vuurtoren staat. Onderweg komen we het historische museum tegen, een soort openluchtmuseum. Het hoofdgebouw is gebouwd in 1924 met hout dat van het vasteland komt en eerder is gebruikt. Op het eiland waren de bomen niet groot en dik genoeg om mee te bouwen. In dit huis woonde een redelijk welvarend boerengezin. De laatsten hiervan waren 2 broers en een zus. Toen de laatste van hen in 1978 overleed, werd het huis museum.
In het huis nu ook voorwerpen die elders zijn verzameld. Bijzonder zijn de gesneden wolhouders van spinnenwielen. Jongemannen sneden die voor hun bruid.
Een ander gebouwtje werd op dit moment geschilderd met traditionele verf, gemaakt van teer en as van eikenhout. De substantie wordt een dag al roerend gekookt en blijft daarna een aantal weken goed om te gebruiken, vertelde een van de schilders. Hij liet het vat met de voorraad zien.
In een schuur stonden een aantal sledes. Een andere was duidelijk gebruikt voor vee. Ik herkende de melkkrukjes. In weer andere schuurtjes zagen we gereedschap.
Lunchen doen we op de pier in Marjaniemi. De vuurtoren beklimmen we niet deze keer.
De andere kant op van het dorp (er loopt een weg over het eiland van de veerboot tot aan de vuurtoren) rijden we naar Ulkokarvo. Hier heeft geluidsbeeldhouwer Lukas Kühne een “Organum” gebouwd. Drie met elkaar verbonden betonnen iglo’s van verschillend formaat, die het geluid allemaal op een verschillende hoogte resoneren. Al stampend tegen de muggen hebben we wat uitgeprobeerd.
We halen de camper om vannacht hier te staan. Vanaf de parkeerplek loopt een weggetje naar de zee. Voor we gaan kijken, eerst smeren met muggenmelk.
Geschreven door Arendien-en-Paul