Nog één keer het Rif doorsteken om van de Middellandse zeekust naar Tanger Med aan de straat van Gibraltar te komen.
Een aantal kilometers voor de haven nog een kop koffie. We zien grote vogels opstijgen uit het dal en Paul maakt een paar foto’s. Kijkend naar die foto’s (uitvergrotend) concluderen we dat het gieren moeten zijn geweest.
Als we de verkeersborden naar de ferry zien, wijst verder alles zich vanzelf. Om 10.38 uur worden onze boardingskaarten geprint en een half uur later staan we in de rij voor de boot. Ondertussen hebben we 2 paspoortcontroles gehad, is de wagen weer uitgeklaard en door een scan geweest. Alle levende wezens moeten buiten wachten, dus ook onze kat.
We zijn nog bezig ons lunchpakketje te maken als we al aan boord moeten. De boot zou om 12.00 uur varen, dat lukte niet helemaal. Om 12.30 uur zien we nog een laatste vrachtwagen worden gecontroleerd en naar binnen rijden. Dan gaan de kleppen omhoog.
Tijd voor een terugblik:
4800 kilometer over Marokkaanse wegen: sommige perfect, andere een piste en alles er tussen in.
We zeggen tabé tegen:
De kleurrijke kleding van de vrouwen; het oogcontact en een lach naar mij (vrouwen onder elkaar);
De ezels die voor van alles werden gebruikt;
De ezelstalling (vergelijk met de fietsenstalling) bij de bushaltes, die we vergeten zijn te fotograferen;
De oproepen tot gebed;
De mooie bergen; de woestijnen; de kusten met hun branding;
De miljoenen plastic zakjes, die overal als zwerfvuil over het land liggen;
De bedelaars; de zwaaiende kinderen, die toch ook vaak om een “bonbon” vroegen;
De honderden geuren, lekker en minder lekker;
De soukhs, waar de groenten en het fruit vaak keurig werd geëtaleerd;
De kuilen in alle wegen
en natuurlijk de muntthee, die af en toe onze neus uitkwam.
We zeggen tabé, het was de moeite waard.
Geschreven door Arendien-en-Paul