Toen we vanmorgen wakker werden, regende het. Niet echt bessenplukweer, dachten we.
Na de koffie was het droog en de volgens de weerapp zou het in de buurt van Åre voorlopig ook droog blijven. In die buurt wisten Mante en Christian een plek waar aan een kant van de weg bosbessen groeiden en aan de andere kant van de weg trechtercantharellen.
Na een broodje gingen we het bos in. Wij met Christian mee voor bosbessen, Tindra met Mante mee op zoek naar paddenstoelen.
Er waren wel bosbessen, maar niet zulke volle struikjes als waar wij plukten de afgelopen dagen.
Mante vond wel wat paddenstoelen maar ook niet wat ze graag wilde. Waren anderen ons voor in dit stuk bos?
Wat we wel zagen: een pootafdruk van een beer, een hoop berenpoep, een stuk elandbot, een elandpootafdruk en elandenpoep.
Van Henk hadden we donderdag al gehoord dat de berenjacht vorige week was geopend en dat er in Jämtland, de provincie waar we nu zijn, zo’n 300 zouden moeten worden afgeschoten.
Na een paar uur reden we terug naar Östersund. Christian maakte de bessen schoon om in te vriezen. Tindra ging aan de gang met lego. Paul keek mee. Zijn sokken gingen ‘s avonds in de vuilnisbak.
’s Avonds aten we eland: rosbief en biefstuk, respectievelijk geschoten door een vriend en Lasse, de vader van Christian.
Geschreven door Arendien-en-Paul