Vanuit de strandstoel hebben wij een mooi uitzicht op zee. Het enige obstakel tussen ons en de horizon zijn de eilanden Nusa Lembongan/Ceningan en Penida, waarachter dan weer Lombok ligt verscholen.
Deze eilanden geven nooit details prijs, want altijd gehuld in een mate van zeemist.
Je kunt er met een, naar lokale maatstaven gemeten, zeewaardige boot naar toe , maar die behoefte wij in de drie seizoenen dat wij hier vertoeven nog steeds niet gehad.
Toon Hermans vertelde over de zee:
"Als ik de zee zo zie
zo soepel en flexibel
hoe zij zich ongeremd
laat gaan in elke wiebel
Hoe zij zich, sapristi,
ontspant in elke druppel
dan ben ik, potverdrie,
toch maar een stijve knuppel."
Dit spreekt wel aan, want soms hebben wij de grootste moeite om soepel vanuit de weinige branding het strand op te stappen. Vroeger ging dat probleemloos, maar nu is dat een illusie geworden, zeg maar "andere tijden".
Ik heb Bea nieuwe waterschoentjes gegeven maar die werken toch ook niet mee aan een soepele tred (zie foto).
Op naar de wasserij. Het is altijd maar weer afwachten of het stapeltje wasgoed dat je terugkrijgt, ongeveer dezelfde afmetingen heeft als het ingeleverde stapeltje.
Kledingstukken kunnen verdwijnen of sterk krimpen, maar het ziet er keurig uit. Dit is iedere week wel een loopje waard.
Het is weer tijd om te "foggen". Eenmaal per week wordt er actie ondernomen tegen de muggenpopulatie. Je kunt dan maar beter even binnen blijven of tijdig het hotel verlaten. Met een soort bladblazer, met het geluid van een motormaaier, worden de muggen uitgerookt. Er wordt gebruik gemaakt van een mengsel van gif en diesel dat lekker aan de struiken en bomen blijft hangen. De gifspuiter zelf heeft een stofkapje voor en solliciteert dus zelf naar een kort leven.
Morgen gaan wij met Els en Herman op stap richting Sideman, even een dagje actief.
Geschreven door Beaenleoopreis