De wind komt weer uit het zuidwesten, dus zeewind. Op het strand is het nu goed te harden, 30°C al om 11.00u in de morgen. Het is vanochtend rustig. Weinig bezette bedjes.
Na de lunch bij Luhtu's zoeken wij Small Made op. Wij hebben haar al eerder gezocht, maar zij blijkt pas om 11.00u te beginnen. Bea wil haar nagels weer laten versieren zoals vorig jaar. Van afstand begint zij enthousiast te zwaaien. Een blijk van herkenning, onvoorstelbaar na zo weinig contact in 2016.
Met een vergoeding van 100.000 roepi verdient zij er goed aan. Bea blij en Small Made blij.
Ik fiets zelf terug naar onze strandbedjes. Mensen vragen zich af waar Bea is. "Onderweg goed bod gekregen" grap ik.
Ik weet echt niet meer of ik het eerder heb opgeschreven. De mensen hier zijn super vriendelijk.
Met een grote glimlach werden we eerder onthaald bij het vliegveld.
Vervolgens verwelkomde een nog grotere glimlach ons in het hotel.
En zo gaat het de hele vakantie door. De locals op Bali zijn ontzettend gastvrij, lief, attent en 'open-minded'. Het zijn de kleine dingen die het doen. Ze onthouden je naam, wijzen je graag de weg, bedanken je vriendelijk en horen graag alles over 'jouw cultuur'. Je bent overal van harte welkom, of je nou wel of niet gelovig bent, wel of niet Hindoestaans, het maakt niet uit.
De Balinezen kunnen het erg waarderen wanneer je ze bedankt in hun eigen taal, het Balinees dus.
Gauw even oa deze woordjes geleerd: Matur Suksema, plaats je handen tegen elkaar wanneer je ze uitspreekt en je krijgt gegarandeerd weer zo'n brede glimlach terug.
Balinees is weer een andere taal dan Behasa Indonesia, maar verstaan en spreken doet de Balinees het wel. Gelukkig maar. Volgend jaar proberen om een paar extra woorden Balinees te leren.
Nu moeten wij natuurlijk ook weer niet doorslaan en naïef worden. Er heerst hier veel armoe en mensen doen erg veel om bij jou, de man of vrouw met de dikke portemonnee, in het gevlei te komen.
Ach, ook fooien ronddelen hoort er hier bij. Je moet het niet te gek maken want voordat je het weet geef je een dagloon weg, voor ons vaak peanuts.
Veel toeristen denken een relatie met iemand opgebouwd te hebben, maar komen van de koude kermis thuis. Snel wordt gevraagd om financiële bijstand, zielig verhaal hier, zielig verhaal daar. Koffers met kleding voor de kinderen meebrengen uit Nederland, en achter hun rug om wordt de kleding doorverkocht. Bouw van een huisje financieren, eenmaal klaar, mensen kennen je niet meer.
Klinkt erg negatief, en het is ook lang niet altijd het geval, maar mensen hebben het hier meegemaakt. Je zult dit dus altijd in je achterhoofd moeten houden wanneer contacten wat inniger worden.
Elke dag is er een reden tot een feestje. Althans, het lijkt er wel op!
De Balinezen kennen vele ceremonieën. Niet alleen bij geboorte, trouwen en doodgaan, maar ook bij het openen van een nieuw gebouw, het verschijnen van de nieuwe maan, het binnenhalen van de oogst en ga zo maar door.
Alles gaat met toeters en bellen, met offeren en bidden, met kleurrijke bloemen en met eten, heel veel eten. Het duurt uren. Bij al deze ceremonieën zijn toeristen van harte welkom, zelfs bij crematies. Hoe meer mensen er op een crematie komen, hoe beter dat is voor de ziel van de overledene. Het is zeker een bijzondere gebeurtenis waarvan wij er nu ruim genoeg gezien hebben.
Mochten wij eergisteren al genieten van een feestje in de wijktempel, het schijnt drie middagen en avonden te duren. Fijn. En waar het voor is, blijft voor ons een geheim.
Wij beginnen onze dagen op Bali af te tellen. Andere overwinteraars op de kampong ook. Enkele mensen die wij wat beter zijn gaan kennen, wippen alvast even langs om afscheid te nemen. Zij gaan dit weekend naar huis of Australië of de Filipijnen. Er zijn mensen die vrijwel constant op reis zijn.
Bij ons is de knop al aan het draaien, maar is nog niet helemaal om.
Geschreven door Beaenleoopreis