Na enkele stranddagen wordt het tijd voor een uitstapje.
Wij gaan per taxi naar de Pasar Kumbasari in Denpasar, een markt waar vooral locale mensen komen, en er is ook een apart gebouw waar voornamelijk souveniers worden verkocht. De taxi chauffeur zigzagt door het altijd maar drukke verkeer waarin de scooters van links naar rechts vliegen. Auto's en scooters snijden elkaar, iedere vrijkomende m2 wordt zo snel mogelijk opgevuld. Maar opgestoken middelvingers, gescheld, kwade gezichten, je ziet ze hier gewoon niet. Niemand raakt zichtbaar gefrustreerd en daar kunnen wij wel wat van leren. Ik kan mij herinneren dat wij vroeger in die bussen en busjes vaak met een sterk verhoogde hartslag zaten, maar hiervan is inmiddels geen sprake meer.
De marktgebouwen bestaan elk uit vier, kruip- en sluipdoor etages. Gangpaadjes waar die dikke toeristenlijven alleen zijdelings door kunnen.
Wij zien een waarlijk onvoorstelbare hoeveelheid aan opgestapelde kledingstukken en lappen stof, voor ons gevoel weinig systematisch opgeslagen.
Onze neusvleugels bollen spontaan op wanneer wij een hoek omslaan, daar liggen ze dan, de stukken onherkenbaar vlees en stijve kippenlijfjes. Het verspreid allemaal een onwelriekende lucht en wij nemen wat extra grote passen om deze luchten te ontvluchten.
Manden met kruiden doen ons de slechte lucht vergeten. Ook hier enorme hoeveelheden verkoopwaar en je vraagt je af of deze mensen nog wat kunnen verdienen.
Op ons verzoek heeft de taxi gewacht en hij brengt ons naar een winkelcentrum waar men kleding van bamboe-katoen zou verkopen. "Nooit van gehoord", luidt het antwoord van het winkelpersoneel. Blijkbaar hebben wij verkeerde informatie ingefluisterd gekregen, iets wat hier wel meer gebeurt wanneer je iets aan een Balinees of zelfs aan een ervaren Bali-ganger vraagt.
Wij duiken de taxi weer in en rijden terug naar Sanur alwaar het de hoogste tijd voor koffie is.
In zo'n periode maak je veelal wel een paar "vakantie-vrienden" , je praat en drinkt wat samen en wij gaan met Els en Herman een paar avonden samen eten, allemaal erg gezellig. Snecks en Benno's zijn onze laatste eetadresjes, in principe eet je daar lekker en, niet onbelangrijk, veilig. Buikloop terwijl je op reis moet, daar zit niemand op te wachten.
Wij genieten van de laatste uren onder de Balinese blauwe, en zo nu en dan pikzwarte hemel, lekker onder een parasolletje met een koud Bintang-biertje, met enige weemoed naar de horizon starend, nagenietend van een heerlijke 6 weken overwinteren zonder enige wanklank.
Geschreven door Beaenleoopreis