De laatste dagen was de temperatuur iedere dag een graadje lager. Als je in de zon zat, had je dat niet in de gaten, want de koperen ploert had nog genoeg kracht om je een zonnesteek te bezorgen, maar in de schaduw, en vooral tegen een uur of half vijf voelde je het goed. Toch was het voor sommigen nog geen reden om de korte broek in te wisselen voor een lange. Het straatbeeld veranderde wel, diverse mensen gingen niet op pad zonder vest of jack, om maar geen pestje te vatten. Vliegtuigen lieten vreemde strepen achter op 10 km. hoogte. Brederoo zei het al: het kan verkeren. Niet dat ik dat zelf van hem gehoord heb, maar het verhaal doet de ronde.
Inge en ik, ik schreef het reeds, waren twee maal tevergeefs helemaal naar Restaurant Migalhas II gelopen, helemaal in MG-Noord. De eerste maal was het gewoon gesloten, de tweede maal werd er een privéfeest gegeven, waar buitenstaanders niet welkom waren. Na een aantal dagen ergens anders gegeten te hebben, waaronder in ons appartement, hadden we voldoende moed verzameld om nogmaals te proberen Migalhas te enteren. En wie schetst onze verbazing? Migalhas was open! We hadden wel eerst even gebeld, natuurlijk, want ik moet niet teveel schoenzolen slijten, want mijn maat schoen is hier niet te verkrijgen. Maar het geluk was met ons, we hebben allebij een heerlijke Tong Meunière gegeten. Ook de octopussalade was niet te versmaden.
We zijn ook nog naar een Fado-avond inclusief diner geweest. Georganiseerd door Nino, die ons al eens eerder heeft verrast met een dergelijke avond, de vorige keer dat we hier in MG waren, in maart van dit jaar. We werden afgehaald met een taxi, die ons naar Restaurant Curacao de Cidade (Hart van de Stad) bracht, waar nog zo'n vijftig andere bezoekers van diverse nationaliteiten, maar het meeste Hollanders, op de Fado-avond waren afgekomen. Eten kort: Inge kip, ik zwaardvis, soep vooraf, en ham met meloen, en gebak met koffie na. Maar de Fado verzorgd door twee muzikanten, één op de Spaanse Gitaar, en een op de Guitarra Portugesa en de zangeres Tatiana Pinto spanden toch wel de kroon. Tatiana begon met "Estranha Forma de Vida", toevallig de lievelingsfado van Inge en mij. Het zou te ver voeren om dat "ons liedje" te noemen, want dat is "If I fell" van de Beatles, maar de avond kon dus niet meer stuk. Tatiana verraste ons met een werkelijk fantastische stem, en een performance die ons nog lang zal bijblijven.
Ook hadden wij recht op onze portie tegenslag. Omdat het kouder werd, wilden we wel eens de verwarmingsfunctie van de airco proberen. We hebben er een in de woonkamer, en een in de slaapkamer. Maar allebei deden ze het niet, met als gevolg dat we, als we stil zaten, we zaten te blauwbekken, te vernikkelen en te bibberen van de kou. Dus Nino, onze "makelaar" gebeld, die een klusjesman met een mooie voornaam, namelijk John, stuurde om de boel na te kijken. De technische kennis van John evenaarde de mijne, en kon dus niet resulteren in iets hartverwarmends. Nino gaf ons te kennen dat er een reparateur zou komen, alleen... dat zou een paar dagen duren. Gisteren was de Grote Reparatiedag. Inge sprong in alle vroegte uit bed, ik vroeg of zij al opstond, en ze antwoordde dat de reparateur van de airco op de stoep zou staan. Ik er ook uit, en snel gedoucht. In de loop van de ochtend heeft Inge aan Nino gevraagd of hij wist hoe laat de reparateur zou komen; Nino antwoordde zes uur vanavond. Toen zijn we toch maar even naar Avenida gegaan, en waren weer op tijd terug om de reparateur binnen te laten. Nino zei echter in een mailtje dat het zeven uur zou worden. Dus eerst maar eten gekookt, gegeten en afgewassen. Uiteindelijk werd er op de deur geklopt, en daar stond de monteur, samen met onze verhuurster, de vrouw van Rui, de WoensdagAlcazarFadoZanger. De reparateur ging onverschrokken te werk en nadat hij de buitenunit had opengeschroefd, kwam hij weer naar binnen en meldde dat er geen gaz in de unit zat, dat hij de unit moest vullen, maar dat hij geen gas bij zich had, en het ook morgen niet kon halen, want het was een Portugese feestdag (Herstel van de Onafhankelijkheid, 1640), dus het zou vrijdag worden. Inge vroeg nog "Hoe laat?" Zes uur was het antwoord.
Nino komt ons morgen een heteluchtkanon brengen, maar vannacht moeten we nog dicht tegen elkaar aanliggen.
Geschreven door John.en.inge.op.reis