Vanmorgen ontwaakt, voorlopig voor de laatste keer in Portugal, en geconstateerd dat we maar eens weg moesten wezen. Een blik naar buiten leerde ons namelijk dat het parapluvolk het voor het zeggen had in de Rua Sa Da Bandeira. En voor regen hoefden we niet te blijven. Dus de huurauto teruggebracht, de koffers uitgeladen, en door de verhuurder naar het vliegveld gebracht in "onze" auto, zodat we de koffers weer moesten inladen. Best nog zwaar werk, zeker die van vijfentwintig kilo.
De vlucht had één uur vertraging, dus hebben we op de luchthaven nog maar een broodje gegeten. Twee harde broodjes ham/kaas en twee koffie : Kassa € 16,10. Iemand een poot uitrukken hebben ze op Aeroporto Da Sa Carneiro ook geleerd. Dat is geen privilege van Schiphol. In een vol vliegtuig zijn wij de reis naar Holland begonnen, en werden door schoonzoon en dochter opgehaald. We besloten nog even een pizza te halen en hebben die in Restaurant John&Inge even opgegeten.
En thuisgekomen overdenk ik de reis, en kom tot de conclusie dat we hem bijna zo gereden hebben als gepland. Wat niet is doorgegaan is Péniche vanuit Coláres. Ook Belém hebben we niet gehaald. De oorzaken waren slecht weer en tijd. Teveel slecht weer en te weinig tijd. Dat slechte weer, regen en kou hebben we moeten doorstaan, maar we klagen niet, want iedereen heeft recht op ontberingen. Het zijn immers juist de tegenslagen die het leven zo boeiend maken. Gelukkig hebben we ook mooi weer gehad; gisteren moest ik tijdens de wandeling door Porto soms zelfs in korte mouwtjes, zo warm was het (in de zon) ! En we hebben véél gezien en daarvoor veel gelopen en gereden. De indrukken die we hebben opgedaan zullen nog wel een tijdje beklijven, en anders kunnen de foto's die we hebben gemaakt ons geheugen ondersteunen.
En wát, Johnny, heeft de meeste indruk achtergelaten, zult u vragen. Inge en ik zijn het erover eens: Tomar, met het Convento de Dios heeft ons geraakt. De geschiedenis is zo tastbaar, en zo goed te beleven, dat vergeet je niet licht. Een goede tweede is voor ons Batalha, op de voet gevolgd door de golven van Nazaré en de sporen die de bosbranden hebben achtergelaten in midden Portugal. Er waren ook wat dingen die we minder goed hebben kunnen bekijken, maar daar heb je het weer: het weer. Maar dat heb je niet in de hand. We hebben in ieder geval onze plastic SOS regenponcho's niet uit de verpakking gehaald. (We hadden ze in het hotel laten liggen; vergeten hè, en we zijn compleet te pletter geregend)
Een apart verhaal zijn de automobilisten. Kom je als voetganger ook maar in de buurt van een zebra, stoppen de automobilisten ruim op tijd, om de voetganger over te laten steken. Ik moet zeggen, keurig. Al krijgen sommige voetgangers het hoog in de bol, en steken argeloos, of hautain de weg over. Maar nergens bloed gezien, dus het zal wel goed gaan.
Maar dezelfde automobilisten storen zich niet aan de maximum snelheid binnen de bebouwde kom, die net als in Nederland 50 km per uur is. Met het grootste gemak razen ze met 90 door de straten. Als jij dan 50 rijdt, bang om van de politie een reprimande te krijgen, klimmen ze op je achterbumper, om je te dwingen harder te gaan. Ik ga dan 40 rijden, wat dan weer niet mag van Inge. Maar 90 rijden vindt Inge ook niet goed.
In de bergen, op Nationale wegen, staat dat je 90 km per uur mag rijden. En dat doen de Portugezen dan ook. Wij Ollanders, die gewend zijn aan 't plaaate laaand, en die geleerd hebben dat je moet kunnen stoppen binnen de afstand die je kunt overzien, zijn echter geneigd om af te remmen bij een onoverzichtelijke bocht. Of we worden door de ega gesommeerd af te remmen, natuurlijk. Zo niet de Portugezen. Met hetzelfde verhaal als gevolg: bumperkleven.
Ook zijn de meeste Portugezen kleurenblind. Inplaats van een beetje oranje, pikken ze graag een beetje rood mee bij de verkeerslichten.
Parkeren bij een gele stoeprand verboden? Porque? Gisteren, lopend, moesten we even aan de kant gaan om een politiewagen door te kunnen laten, die met moeite een geparkeerde wagen kon passeren, die én bij een gele streep, én met twee wielen op de stoep stond, de stoep blokkerend. De politie deed er niets aan. Er zijn geloof ik drie soorten politie in Portugal, en deze waren van het korps gedoogpolitie.
Voeg daarbij de vele rotondes en vergeet de merkwaardige bewegwijzering en baanmarkering niet, en je begrijpt dat je overgeconcentreerd moet blijven.
Inge en ik zijn toch weer blij weer thuis te zijn. Meteen weer in het Vlaardingse leven. Koffers uitpakken, was draaien, morgen nieuwe bril ophalen, die al twee weken klaarligt bij de opticiën, enzovoort.
Ik bedank de volgers van dit blog voor hun reacties, beste wensen en raadgevingen die we gedurende onze reis toegestuurd kregen.
We hebben een goede indruk van het land, de bevolking, de wegen en het verkeer kunnen krijgen, en al blijft er nog genoeg over om te bekijken, we hebben ongelooflijk veel gezien. Portugal is een mooi land en de meeste Portugezen zijn aardige mensen, meestal klein van stuk, en veelal rokend als een schoorsteen, en soms zie je ook chagrijnige gezichten, vooral in de steden. Maar zeg nou zelf, staat ons Hollanders altijd de glimlach op de bek? Nee toch? Nou dan!
John Lemckert maart 2018
Geschreven door John.en.inge.op.reis