Inge zat op de bank in de hotelkamer. Buiten hing een sombere lucht met blauwgrijze wolken. Ze zei "morgen ga ik naar de kapper in Vila Real." "morgenochtend leveren we de auto in; dan moet je op de fiets naar de kapper, en waait je haardos door de war voor je terug bent in MG." zei ik. Dus werd er besloten om vandaag naar de kapper te gaan. Misschien wel beter ook, want wat moet je anders met dit weer? Een terras of het strand zit er niet in en op je kamer blijven zitten is ook geen optie. En hup, daar gingen we, in de auto naar VRSA, nog even naar een parkeerplaats gezocht en toen naar de kapper gelopen. Vorig jaar is Inge bij dezelfde kapper geweest, tot volle tevredenheid. Toen we daar aankwamen kwam de kapster net naar buiten en sloot af. "Fechádo? (gesloten?)" vroeg ik. Ze maakte een gebaar met haar volle handpalm naar me toe en zei "cinco minutos" Ze was dringend aan een kopje koffie toe. Ze had buiten, in de galerij een bankje staan, en had de Portugese lectuurbak ernaast gezet. We namen plaats, in afwachting van de dingen die komen gingen. Na cinco minutos kwam de kapster inderdaad aanzetten, daarmee het cynisme logenstraffend van degenen die altijd laatdunkend over "vijf Portugese minuten, dat is een half uur" spraken. Ze zei lachend "No café, no work" Nadat we duidelijk hadden gemaakt hoe het kapsel moest worden liet ik Inge in vertrouwde handen achter, en ging ik in mijn eentje het sombere Vila Real de Santo Antonio in. Maar de zon brak door en ik moest al gauw mijn jas uittrekken. Ik liep langs de jachthaven en keek naar de palmen, de rivier, de overkant (Ayamonte) en zag wat vissen (harders?) in de rivier, die vandaag wel heel erg helder was. Ook zag ik een kwal die met stuiptrekkende bewegingen de verkeerde kant op zwom, en een botenhelling trachtte op te lopen. Ik besloot een pica (héél klein espressootje en een pasteis de nata te nemen waarna het tijd werd om Inge op te halen, want de kapster had gezegd het geheel in vijfenveertig minuten te klaren. En inderdaad ze was nét klaar. Inge's krullen lagen op de grond en ze had een kort modelletje gekregen. Ik grapte naar de kapster of ze wist waar mijn vrouw was gebleven, en ze zei "Yes, yes, thies ies yor waif", naar Inge wijzend.
Omdat het mooi weer was geworden, en we er deze vakantie nog niet aan toe waren gekomen, besloten we om maar naar Faro te rijden. Over de fameuze N125, waar op sommige plekken de weg weg was, reden we door Olhão. Plotseling zag ik een beschilderde kerk aan de overkant van de weg, maar het was te druk om te stoppen. Die zouden we op de terugweg dan wel bekijken. In Faro zijn we na wat zoekwerk in het grote winkelcentrum aangekomen en hebben we naar een eettentje gezocht. Maar het was Portugese Schafttijd, het moment waarop alle Portugezen op slag honger krijgen, en voor de diverse etablissementen in de rij gaan staan. Daar had ik geen zin in, en zijn we in het belendende Decathlon nog een paar wandelschoenen voor Inge gaan kopen. Toen maar weer terug naar Monte Gordo. Onderweg hebben we in Olhão tijdig voorgesorteerd om bij de beschilderde kerk te stoppen voor een paar foto's, daarna naar het hotel, de auto geparkeerd en naar Avenida Bar voor het late middagzonnetje. Iedereen zat er, maar Jan en Coby waren niet te bekennen, hiermee van hun stramien afwijkend. Toen de zon begon te dalen, en zich achter een wolk dreigde te verstoppen, zijn we naar het hotel gegaan. Na enige tijd hoorden we gestommel, en toen ik de deur opende zag ik dat Coby en Jan terecht waren. We werden uitgenodigd voor een Portje, en wij namen de wijn mee, en toen werd het toch nog gezellig, en Jan liet foto's zien van de kerstbridgedrive bij hun bridgeclub, waar hij dit jaar verstek moest laten gaan.
Toen naar "huis" en zelf nasi goreng gemaakt, hoefden we eens niet Portugees te eten.
Geschreven door John.en.inge.op.reis