Zaterdagmorgen. Wat een zon! En geen wind, zoals de vorige dag, en het zou één graad kouder worden dan gisteren, toen we de tweeëntwintig graden aantikten. Nou is één graad verschil eigenlijk niets, vergeleken met vrijdag, toen het, vond ik, eigenlijk te warm was voor comfort. Maar hoe het er ook uitziet, dat weer, we moeten het ermee doen.
Eerst het ontbijt, het ontbijt dat volgens sommigen de belangrijkste maaltijd van de dag is, maar eigenlijk de opstartsnelheid ondermijnt, zeker als er nog sinasappeltjes vers moeten worden uitgeperst. Ons appartement telt twee persen, zélf geteld: één hand-, en één elektrische pers, maar dit terzijde, En er moet koffie gezet, en brood geroosterd, en alles verorberd, en daarna afgewassen, op de hand, want ons appartement telt niet één vaatwasser. Vervolgens douchen, waarvan we de duur in verband met de energiebesparingshype weliswaar hebben ingekort, maar dat niet gezamelijk kan plaatsvinden, omdat we tijdens het douchen in een bad moeten staan. Dat is in je eentje al een hele opgave. En je hoort al zo vaak verhalen van ouwetjes die zijn gevallen in de badkamer. Dus het is oppassen geblazen, en zorgen dat je niet in het ziekenhuis van Faro moet worden opgenomen. Kortom, de dag is al een eindje op streek voordat we iets kunnen ondernemen. Echter, we hebben vakantie, en álle tijd, dus het woord "haast" komt niet voor in onze vocabulaire.
Maar eindelijk staan we gereed om erop uit te trekken. Inge stelde voor om naar haar geliefde plekje te gaan, Casela Velha, een piepklein dorpje, gelegen op een klif aan de oceaan, op het punt waar Ria Formosa begint. Ria is geen Portugese zangeres, maar een binnenzee, met openingen tussen eilanden naar het Grote Water, en waar de getijden vrij spel hebben. Het ziet er daardoor steeds anders uit, na een half uur is het weer veranderd. In de Ria Formosa komen zeepaardjes voor, en in de omliggende vegetatie moeten kameleons verscholen zitten. In de oceaan worden regelmatig dolfijnen gespot. De enorme zandbanken vallen regelmatig droog, waardoor uitgebreide zandvlakten ontstaan, die dan weer druk bezocht worden door allerlei wad-, en watervogels. Met de zon al dan niet erboven geeft dat een fantastische uitzicht, vanaf het pad achter het kerkje, waar de temperatuur al snel ongekende waarden bereikt. Om stil van te worden. Als er een kust is die de gouden kust moet worden genoemd, is het wel hier. El Dorado, Het Gouden. Het witte dorpje zelf is ontstaan in de Moorse tijd, met piepkleine witte huisjes, die tegenwoordig veel (maar niet in de winter) aan touristen worden verhuurd. en de straatnamen zijn vernoemd naar Arabische dichters. Later is er een kerkje bijgebouwd, waarvan ik zag dat het deze keer geopend was. Dat had ik nog niet meegemaakt. Natuurlijk moesten we even naar binnen (kerk-alert!), maar vergeleken met het religieuze geweld van de heenreis kwam het kerkje van binnen niet zo sterk uit de witte verf. Op het dorpsplein was de jaarlijkse kerstboom nog niet opgesteld.
Nadat we enige tijd op ons favoriete maar hete plekje hadden doorgebracht, -we komen hier deze of komende maand zeker terug- en we van binnen al aardig begonnen te garen, zijn we weer vertrokken, naar Gran Plaza in Porta Nova, waar het heerlijk airco-koel was. Op de bovenste verdieping in het vreettentjesparadijs hebben we als lunch een broodje kebab döner genomen bij De Sultan. Inge met knoflooksaus, en ik met maagwand verbrandende gloeiende sambal-cayenne-madamJeanet-knetterhete-pepersaus, zodat ik ook vanbinnenuit kan bruinen. Ik wist wat ik deed, toen ik koelbloedig de saus bestelde. In de avond hebben we een zelfgemaakte tomaten-tonijnsalade met toast gegeten. Ik hoorde de tomaat nóg sissen in mijn maag, maar gelukkig vannacht geen last gehad..
Geschreven door John.en.inge.op.reis