Eerst nog even dit: Van de week hoorden we van Barry en Gerda (Renesse), die al in Monte Gordo vertoefden, dat Mieneke (Jordaan) bij het verlaten van het pand ten val was gekomen en naar het ziekenhuis in Faro was gebracht. Met een ziekenwagen. Ik heb Ko, haar man, aan de bel gehad die mij vertelde dat ze haar heup gebroken had en in het ziekenhuis van Faro de hele nacht op de gang had gelegen, en dat hij en hun zoon bezig waren via de alarmcentrale Mieneke naar een ander ziekenhuis te krijgen, een privé kliniek of zo.
En toen werd het vrijdag 26 november. Ik heb Mieneke nog geappt, die erge pijn leed, maar nog geen nieuws had betreft haar transfer naar een ander hospitaal. Ik zei haar dat ik misschien ‘s-avonds Ko zou zien, en ik alles zou doen om hem te helpen.
Om een uur of een kwam onze buur André ons inladen; een ware volksverhuizing. 80 kilo bagage, verdeeld over 4 koffers en een weekendtas. Dat moest genoeg zijn voor 6 weken plus één dag.
Maar wát een takkenweer was het. Regen, kou en harde wind. Ideaal vakantieweer, dus we waren zeer gemotiveerd om die regen snel om te ruilen voor een Portugees zonnetje.
Ik kreeg nog een e-mail van Buitenlandse Zaken, dat er per 1 december in Portugal het een en ander zal gaan veranderen op Coronamaatregelgebied. Waarover later meer.
Op Rotterdam-The Hague Airport (Wij noemen het gewoon Zestienhoven) had ons vliegtuig de hal voor zichzelf. Ons vliegtuig was het enige tussen kwart voor twee en zeven uur. Gelukkig maar, want daardoor waren er voor ons voldoende stoelen bij de Gates. Bij grotere drukte moeten er mensen op de grond gaan zitten, wat we hebben meegemaakt toen we in september een weekje naar Monte Gordo gingen.
De verbouwing van Zestienhoven is geen product van hard nadenken geworden.
Er was een vlucht naar Londen geannuleerd, omdat de crew positief op Corona was getest. Maar verder ging het vrij soepeltjes, en kwamen we op Faro aan, waar de zon inmiddels onder was.
Snel ging het over de 125, de provinciale weg van de Algarve, met het busje naar Monte Gordo. Wij, de gasten van Hotel Alba, waren de eersten die mochten uitstappen. En dat was nog vóór ons hotel ook!
We keken even naar de eerste verdieping van het naast ons hotel gelegen Parque Dos Reis, waar we twee jaar geleden vertoefden en waar nu Barry en Gerda een onderkomen hadden gevonden. Alles was donker. We zeiden tegen elkaar “o, die zitten natuurlijk bij Migalhas of zo te eten. Misschien met Ko.” We hebben de koffers in ons appartement gezet, en zijn, ook omdat we trek hadden gekregen – om van dorst nog maar te zwijgen – richting Restaurant Migalhas gelopen. Maar daar zat geen kip, geen Gerda, geen Barry en geen Ko. Misschien Avenida? Daar aangekomen zagen we alleen Vitor, de eigenaar, zijn vrouw Cristina, de eerste barman Armando en de ober Almandinho. Geen gasten. We hebben daar maar wat gedronken en gegeten, en zijn toen naar het hotel gegaan, want we hadden nog 80 kilo uit te pakken en te sorteren.
Miguel, de receptionist zei dat er een vrouw uit Parque dos Reis naar ons had gevraagd, ze hadden problemen met de elektriciteit, (daarom was alles natuurlijk donker geweest) en misschien zou ik kunnen helpen, met mijn gedegen kennis van hoe je een stekker in het stopcontact doet. Maar Sjonnie was er niet, die zat in Avenida. Ik ben toen even naar B&G toegelopen, de elektriciteit gulpte weer door de leidingen, en ze vroegen of wij wat wilden komen drinken. Toen moest ik Inge weer halen, die in het hotel was achtergebleven, en hebben we bij Barry en Gerda nog even iets Portugees vloeibaars tot ons genomen. Ko was er niet, maar Barry wist te vertellen dat de overplaatsing van Mieneke een feit was geworden. We zijn daarna naar het hotel gegaan, hebben de kasten ingeruimd en toen zijn we naar bed gegaan. Het was me het dagje wel.
Morgen is het zaterdag. Dan moeten we Ko kontakten, de auto ophalen en inkopen doen.
Dan weer een nieuw blog (hoop ik)
Geschreven door John.en.inge.op.reis