Asjemenou, zou die vervelende leeuw zeggen. Maar inderdaad, We zijn door België gereden, hebben Frankrijk doorkruist en inmiddels bijna heel Spanje onder de wielen gehad, maar een foto van het landschap? Nee hoor, die hebben we niet. Dat komt door det snelwegennet. Je rijdt door de mooiste streken, met mooie bossen, prachtige akkers, machtige vergezichten en met eeuwige sneeuw bedekte bergen, maar een parkeerplaats om daar even een foto van te schieten, die benne d'r niet. En als je eens stopt bij een benzinepomp of wegrestaurant, wordt het uitzicht belemmerd door bomen, hekken, gebouwen, industrie of meer van dat spul. Wil je een fotoreportage maken van het reizen, moet je een voettocht ondernemen, over de landweggetjes en kerkepaden. Zo reden we vandaag van Salamanca naar Cáceres. Cáceres met de klemtoon op de eerste lettergreep, net als in Lazarus of Hanenkam. Cá cerus dus. Maar goed, daar reden we dus heen, en weer was het landschap aan verandering onderhevig. Zagen we gisteren nog veel parasoldennen, vandaag werden die ingewisseld voor kurkeiken. Heel fotogeniek, maar geen mogelijkheid om er een te fotograferen. Ook doemden de besneeuwde toppen op van de Sierra de Gredos op, werkelijk een prachtig gezicht, maar.... u raadt het al, geen foto. Diverse malen zijn we gestopt bij diverse mogelijkheden om te stoppen, maar daar waren helaas geen mogelijkheden tot fotograferen. Dan maar geen foto's. We kwamen fotoloos in Cáceres aan, en checkten in in het hotel van onze keuze. Mooi hotel, vriendelijke ontvangst, parkeergarage onder het hotel, vier sterren op de deur en ontbijt van 06:30 tot 09:30uur. En een prachtige kamer, niet te heet, zoals sommige vorige, Bijna jammer dat we hier maar één nachtje zijn. Even onze spullen op de kamer gezet en toen naar het Plaza Mayor gelopen, want we hadden dorst gekregen van al dat gefotografeer onderweg. Een leuk stadje, zagen we, niet zo toeristisch, en ook niet zo groot, maar ook niet zó klein dat we het plein de Plaza Minor moesten noemen. We streken neer, of liever gezegd, we klommen naar het op de eerste verdieping gelegen terras en we bestelden ? Ja, weer twee witte wijn, want die smaakt in Spanje fijn. Bij de toast met Iberische ham met roomkaas helemaal. Toen die versnaperingen waren geconsumeerd, liepen we een trapje op naar het casco antico, het oude centrum, en we vielen van de ene verbazing in de andere. Het was een ommuurde binnenstad, met alle huizen opgetrokken in ruwe steenbrokken, kerken, woonhuizen, sommige uit de 11e eeuw of ouder, sommige romaans, sommige gotisch, andere in renaissance stijl. Héél opmerkelijk, en geen wonder dat de hele binnenstad door Unesco op de werelderfgoedlijst is geplaatst. Unesco, met de klemtoon op de tweede lettergreep, overigens. Je moest alleen goed uitkijken, want de straten waren erg ruw "geplaveid" zodat je je pootjes makkelijk kon breken. En dat kunnen we niet hebben, want we moeten de komende dagen nog gas kunnen geven.
Later wilde ik nog even de stad in, en goedgemutst zei ik "ola" tegen de receptionist. Maar toen ik naar buiten wilde stappen, regende het pijpenstelen. Rechtsomkeert dus. Ik zei weer "ola"tegen de begripvol lachende receptionist, en ben op de kamer dit verslag gaan schrijven. Morgen naar Sanlucar La Mayor, bij Sevilla. Dan zijn we dus al in Andalusië.
Geschreven door John.en.inge.op.reis