Het weer? Laten we het daar maar niet over hebben. Toen ik uit het raam keek, zag ik dat men in de grijze omgeving vergeten was het licht aan te doen. En toen ik het raam opendeed voelde ik een koude wind mijn arme botten verkillen. Het was 5 graden, en zou in de middag wel stijgen tot 8 graden. Daarbij stond er een snijdende wind, die het vertoeven op straat tot een onaangename bezigheid maakte. Nog een geluk dat het niet regende. Maar we zouden het niet over het weer hebben!
Inge en ik trokken onze wollen wambuizen aan, verlieten onze iglo, sloegen de ijsberen van ons af en enterden Burgos. Nou is de oostelijke oever van de rivier die Burgos doorsnijdt, en waarvan ik de naam niet weet, volkomen oninteressant, dus richtten we onze schreden naar de Westbank. Nu is op de westelijke oever veel te zien, zoals de kathedraal, en meer, maar de omliggende woonwijken zijn zonder meer lelijk, de huizen zijn zakelijk kaal en zonder opsmuk en ornamentiek, maar langzamerhand kwamen we in contreien waar het iets beter werd, en waar diverse winkels, ook internationale winkelketens, zich aanboden. Maar de wind maakte het er niet aangenamer op, en moe van het geslenter zijn we maar een bakkie pleur gaan drinken om een beetje op te warmen en uit te rusten. Ik had even de tijd om de naam van die rivier op te zoeken. Rio Arlazon heet-ie. Zo, met deze wetenschap kunt u vanavond weer rustig gaan slapen. Toen we een tijdje zaten voelde Inge het in haar buikje rommelen. Zou dat van de churro's van gisteren zijn? Het zou kunnen, want we zaten op hetzelfde terras koffie te drinken als waar we gisteren de churro's hadden genoten, en roerden de churro's zich als blijk van herkenning. Maar nee, dat kon het niet zijn, want ik had ook churro's gegeten, en nijn buikje reageerde niet zo fel. Voor de zekerheid zijn we maar naar ons hotel gelopen, ook weer zo'n modern recht-toe-recht-aan bakstenen bouwwerk, en heeft Inge zich even afgezonderd, naar later bleek terecht. We hebben toen maar gelijk een hotel voor morgen uitgezocht, in Valladolid, onze volgende stop. We hebben toen zitten rekenen en met inbegrip van Salamanca (2 nachten) , Caçeres, en ergens in de buurt van Sevilla, zouden we op dinsdag de 22e in Monte Gordo kunnen zijn. We hebben Nino, die ook Fado avonden en allerlei festiviteiten organiseert, gevraagd of hij niet (wel) een appartement had voor een week of zes of anderhalve maand. Hij stuurde ons een bericht met wat mogelijkheden, en we hebben toegehapt. Het wordt Katavento (Kattenwind?!), op de Alameida da India, hetzelfde plein als waar ons oude onderkomen Hotel Alba en ons oude onderkomen Parque dos Reis zich ook bevindt. Het is bovendien nog eens dertig meter dichterbij het strand, en Avenida. En er is een sushirestaurant in de buurt. Nou het weer nog, maar dat is in Monte Gordo altijd beter dan noordelijker. Helaas is voor de komende tijd nog wel regen voorspeld, en moeten we nogmaals grensoverschrijdend gedrag vertonen. Maar Inge en ik hebben er zin in. Bovendien heeft Ton, die met Mary volgende maand naar Casablanca Inn komt, mij een witte Graham Port beloofd op het terras van zijn hotel, en dat is niet te versmaden. Tenminste, als de zon schijnt. Maar eerst morgen naar Valladolid, en dan werken we verder aan de reis
Geschreven door John.en.inge.op.reis