Maandagmorgen. Vandaag gaat het dan toch gebeuren. Onze terugreis naar Nederland staat gepland, en de app van Transavia geeft geen bijzonderheden, dus de vlucht zal wel doorgaan volgens schema. Om tien voor half vier zou de bus ons komen ophalen om ons naar Faro Airport te brengen. Dus hadden we nog een halve dag om onze vakantie af te ronden. Maar eerst moesten de koffers verder worden ingepakt en gewogen, en toen dat gebeurd was, hebben we de koffers in een opslagruimte van het hotel gezet, want vóór twaalf moesten we uitchecken uit ons appartement. Bij het verlaten van de kamer heb ik me nog even omgedraaid, en geroepen: Tot november!
We hadden ons in op de Hollandse kou afgestemde kleding gestoken, waardoor ik het al meteen warm had. Eerst op het terras van Avenida koffie gedronken, en na enige tijd ook nog geluncht. Inge wilde nog even aan het zwembad gaan liggen om nog een laatste Portugese zonnestraal te vangen en ze nam plaats op een van de ligbedden, maar ik hield het niet uit in de zon, en ben nog even een laatste rondje door het Monte Gordo omringende bos gaan maken. Even later zijn we, samen met andere reisgenoten waaronder Ton en Mary, in de lobby op de bus zitten wachten. Op een gegeven moment kwam een van de kamermeisjes uit de lift de lobby binnen met Inge's gouden armbandje dat we in een laatje in ons appartement hadden laten liggen, en gaf dat aan Inge. Wat een goudeerlijke mensen heb je toch. Mijn vertrouwen in de mensheid was, voor zover nodig, geheel hersteld.
De bus was redelijk op tijd, en nadat we andere Monte Gordiaanse hotels hadden aangedaan om meer passagiers op te pikken, reden we naar Altura en Praia de Lota voor de laatste mensen. Op het vliegveld was het druk, maar er waren zes rijen voor de Transavia passagiers, voor alle vluchten, dus ook die van Amsterdam. Aan de mensen die in de drie rechter rijen stonden te wachten werd opeens medegedeeld dat deze rijen alleen bestemd waren voor de mensen van voetbalclub Quick uit den Haag, waardoor er een grote verschuiving plaats vond, waardoor ik bijna ruzie kreeg. Een Amsterdamse dame die tamelijk voorin de rij voor de voetballers had gestaan kwam mij rechts tegemoet, liep achterlangs, ging links naast mij staan en probeerde haar karretje vóór de mijne te wrikken. Op zich niet zo'n probleem, en we hadden onze stoelen al besproken, maar het gaat in het leven nu eenmaal om principes. Dus kwam het tot een woordenwisseling 010-020. Op aandringen van Inge heb ik de Amsterdamse voor laten gaan. Had ik toch bijna het vertrouwen in de mensheid verloren.
Toen we langs de veiligheids-security-bewakers waren gekomen, die de mensheid professioneel wantrouwen, werden we door de taxfree shop geloodst. Geen ontkomen aan. Dus hebben Inge en ik ons besproeid met Chanel No.5 en Fahrenheit. Er zat dus duidelijk een luchtje aan onze reis.
Het vliegtuig vulde zich, en we stegen op tijd op, vijf voor zeven. Inge en ik zaten weerszijden van het gangpad, zodat we tenminste één been konden strekken. Maar de plaatsen bij Transavia bieden zeer weinig ruimte. Ik verzuchtte dat een mestvarken in zijn hok méér ruimte had dan een passagier op dit vliegtuig.
Na een hobbelige onrustige landing - laaghangende bewolking en sterke wind uit het noordwesten - verlieten we snel het vliegtuig en liepen naar de klaarstaande bus.
Hier werden we voor het eerst geconfronteerd met de Nederlandse winter. Guur weer. De koffers kwamen snel, en we stapten, samen met Ton en Mary naar buiten. Zij zouden door Valies worden opgehaald, wij door Stadstaxi Rotterdam. Alles was vorig jaar al besteld. Bij Ton en Mary verliep alles volgens plan. In de gemene kou voor het vliegveldgebouw, maar met een warm hart namen we afscheid van onze reisgenoten. Onze taxi was echter niet te bekennen. We zijn maar weer naar binnen gegaan, en hebben de Stadstaxi gebeld. De centralist schrok en zou de bewuste chauffeur wel even bellen, en mij terugbellen. Hij belde mij inderdaad terug, maar had de chauffeur niet kunnen bereiken. Dus besloot hij ons zelf te komen ophalen bij Kiss en Ride. Ik zei dat hij na deze taxi-escapades geen kusje van mij kon verwachten, en toen hij arriveerde hebben we snel de koffers ingeladen, en zijn wel via een omweggetje naar huis gebracht. Mijn vertrouwen in de taxiwereld was wel een beetje beschadigd. De koffers naar boven gebracht en slapen. In ons eigen zachte bedje, dromen van onze reis die definitief tot een einde was gekomen. Mooi weer gehad, één nacht regen, één dag grijs en koud. Dat is niets op 6 weken vakantie.
Ik bedank de lezers van dit blog voor de aandacht en reacties. Ik spreek de hoop uit dat we alle vrienden en kennissen over een paar maanden weer in gezondheid mogen aantreffen. Ik heb er nu al zin in!
Tot later.
Geschreven door John.en.inge.op.reis