Vanmorgen -Lenie was vroeg opgestaan en had het ontbijt al klaargezet- zagen we het meteen: De blauwe lucht was bezet met donkergrijze wolkenbanden, en met bezet bedoel ik bezet. Iets in mij zei dat dat regen voorspelde, maar op dat moment was het nog droog. Wat nu gedaan met Lenie's voorlopig laatste dag in Portugal? Na het eten en douchen wisten we het. We gaan naar Tavira. Dus hup, in de auto en over de 125 naar Tavira. We kwamen langs het grote winkelcentrum Gran Plaza, en zagen dat er wat volk buiten stond te wachten op een plek waar echt de tram niet rijdt. Toen wij wilden afbuigen naar Tavira werden we rechtdoor gestuurd, richting brug, en we vroegen ons af wat er aan de hand was in Tavira. Een bommelding? Een aanslag? Gaslucht gedetecteerd? Bezoek van een hoogwaardigheidsbekleder? We kwamen er niet achter, en zelfs na het zoeken in het nieuws weten we het nog steeds niet. We zijn maar doorgereden, naar het plaatsje Santa Luzia, dat behalve enkele visrestaurants weinig te bieden heeft, maar waar een paarhonderd meter verderop zich een brug bevindt over de Ria Formosa. Vroeger lag hier een drijvende pontonbrug, die was vervangen door een vaste brug. Dat hadden we vorig jaar al gezien.Aan de overkant, op het langgerekt eiland, kun je met een treintje het eiland oversteken, dwars door een ruig, vogelrijk ,met zoutminnende planten begroeid natuurgebied. Althans, in de zomer. Nu niet. We moesten volstaan met het te voet oversteken van de vaste brug, een waar stukje futuristische architectuur. De betonnen taluds aan beide kanten waren verzakt en gescheurd, en bekroop ons de gedachte dat we een eventueel wederzien, volgend jaar, niet meer zouden meemaken. We zagen een tureluur, die met zijn lange snavel ADHD in de modder stond te prikken. Ver weg hoorden we nog een wulp, maar zagen hem niet. We konden bijna geen genoeg krijgen van dit overweldigend samengaan van natuur en cultuur (Gedicht: Over de brug, kijk een vogel, en weer terug) zodat we besloten om maar weer naar de auto te gaan, die aan de Sta Luzia kant stond geparkeerd in een vak, dat bezaaid lag met stukjes ingeslagen autoruiten. Bovendien leek het erop dat het ieder ogenblik zou gaan regenen. We reden op een smalle weg, toen Inge plotseling riep: Kijk eens, wat een rare boom. Ik keek maar zag niets, want tussen mij en de boom zat het dak van de auto. Ik draaide de auto de berm in, en toen zag ik het. Inderdaad een vreemde boom. Maar toen ik nog eens goed keek, zag ik dat de boom wel erg gelijkmatig stompen op de stam vertoonde, waar takken waren afgezaagd. Ik vond het steeds vreemder worden, en ben uitgestapt, en toen zag ik het goed. De boom was van beton, en de kunststof takken vertoonden merkwaardige pleeborstelachtige naalden. Vanuit een ?transformatorhuisje? liepen enkele kabels de boom in, en bovenin de boom, die wel 25 meter hoog was, zat tussen de pleeborstels een antenne verborgen. Dat was de tweede encounter in de categorie natuur-cultuur. Ik moest even bijkomen.
We reden terug, en inderdaad: regen. We wilden binnendoor, niet over de 125, naar Monte Gordo gaan,maar de tomtom werkte niet mee, en teneinde raad hebben we toch de 125 maar gepakt. Broodjes bij de Spar gehaald, en op het appartement heerlijk geluncht. Wel was het opgehouden te regenen. Het zonnetje was zelfs doorgekomen en het werd nog warm ook! Daarna - vroeger dan normaal (nou ja, wat is normaal?) naar de Avenida voor koffie en thee. Ko en Mieneke kwamen later, en Barry en Gerda nog wat later. Deze laatsten zouden morgen met Lenie in hetzelfde vliegtuig terugvliegen, dus toen de tijd was gekomen om afscheid van ze te nemen, hebben we dat ook gedaan, onder de belofte eens in Renesse te komen kijken. Ook Ko en Mieneke spraken hierover, maar wij wonen lekker dichterbij.
We zijn met z'n drieën, Lenie, Inge en ik, bij de El Tropical ossehaaspuntjea met stroganoffsaus gaan eten; Lenie gaf een afscheidsdiner. Het smaakte voortreffelijk.
Het was frisjes geworden, en we liepen naar het Parque dos Reis, waar we de koffer van Lenie hebben ingepakt, koffie en thee hebben klaargezet, en het telefoon-alarm hebben gezet voor 06:30 uur plaatselijke tijd. Half uurtje aankleden en een broodje eten, een uurtje naar het vliegveld rijden, 8 uur aanwezig op het vliegveld en 09:50 de lucht in. Lenie zit op rij 8, dus is ze eerder thuis dan die lui op rij 26.
Geschreven door John.en.inge.op.reis