We kennen allemaal (althans, de ouderen onder ons) het liedje "April in Portugal" Dat is de Amerikaanse bewerking van het Portugese lied "Coimbra". Dat liedje kwam in me boven, en ik moest het neurieën, toen ik in de auto op Coimbra toereed. Ik neuriede de Portugese versie, want de Amerikaanse is nog een halve maand te vroeg. We waren vertrokken uit Castelo Branco, na een prima ontbijt, maar wel met regen - dus Tolweg - en reden kalm naar het westen. Weer kwamen we door een door bosbranden vernietigd gebied, en dat was best nog een heel groot stuk, en op sommige plaatsen was men bezig de dode bomen om te zagen, zodat er een donkerbruin, ogenschijnlijk dood heuvellandschap overbleef. Ik moest denken aan mijn diensttijd, lang geleden, toen de artillerie op de Harskamp de dennenbossen en hei in de fik had geschoten. Dat stukje Veluwe heeft zeker tien jaar nodig gehad om enigszins te herstellen. Nu groeit alle vegetatie sneller in Portugal, maar enkele jaren zal het gebied toch wel nodig hebben om weer op het oude te lijken. Maar ik had geen tijd om daarop te wachten, en verder ging het over te tolweg, totdat ik het bord Coimbra zag, en het deuntje in mij opkwam.
In 2015 waren we al eens in Coimbra geweest, een paar dagen, met de trein vanuit Porto. Nu hadden we een ander hotel gekozen dan destijds, vanwege een betere beoordeling, maar het bleek dat dit hotel niet met de auto te bereiken was. Opgebroken straat. Stukje lopen met koffer. Opgelost.
De stad was een feest der herkenning, weinig veranderd in die jaren, en we gingen eerst een bica drinken in een pastellaria, waar ik vorige keer een plak vruchtencake heb genoten, die ik moeilijk helemaal opkon, zo groot was die plak. Maar nu was er geen vruchtencake, dus werd het een Portugese Tompouce.
Inmiddels was de zon gaan schijnen. We liepen verder de stad in en kwamen bij de kloosterkerk Santa Cruz. In tegenstelling met vorige keer, was de kerk nu wél open. Laten we maar even binnen kijken zei ik, terwijl ik dacht dat we wel genoeg kerken hadden bezocht, deze vakantie. Maar dat was eigenlijk nooit tegengevallen, dus vooruit, naar binnen. Het bleek dus weer een Lição (les) in geschiedenis en architectuur. IK zal de lezer dezes niet teveel vermoeien, maar het bijbehorende klooster (voor ons het vierde in een week!) dateerde uit de twaalfde eeuw, en de eerste twee koningen van Portugal lagen er begraven. en toonde architectuur van 1122 tot nu. Verder door de stad lopend, zagen we dat men de studentenstad zo had gehouden als wij ze drie jaar geleden hadden achtergelaten. Mooi hoor.
We zijn met de bus naar de overkant van de Mondego (mooie naam voor een rivier) gereden, waar ik voor een keertje maar eens Italiaans heb gegeten. (Penne Picante met Chorizo en Parmezaanse kaas, maar de Parmezaanse kaas was op, dus in plaats daarvan lokale kaas)
Weer terug naar het hotel, even rustig aan, het eten laten zakken en begonnen aan dit verslag. We zijn er tóch nog even op uit gegaan, en even een kopje koffie gedronken. Dan is het douchen geblazen, en van een broodnodige nachtrust gaan genieten.
Morgen wacht er een nieuwe dag, en wat wacht daar aan het einde van de met zon beschenen weg? Braga. Stad van de kerken. De Portugezen zeggen: In Porto wordt het geld verdiend, in Lissabon wordt het besteed en in Braga bidt men dat het allemaal goed mag gaan. Braga: De noordelijkst gelegen plaats op onze route.
Geschreven door John.en.inge.op.reis