Het klinkt vreemd, maar de dag van vandaag is gevormd door de pauzes tussen eten en drinken. We begonnen met het ontbijt, met ham en kaas en het laatste doosje chocoladevlokken dat Lenie (van Aad) aan ons had gegeven omdat ze het over had, en ze naar Rotterdam ging vertrekken. Daarna moesten we de auto ophalen die we gisteren bij de Avenida hadden moeten achterlaten. Ik gekleed in lange broek, omdat het op het balkon koud en winderig aanvoelde. De wind kwam uit het noorden, aflandig dus, en toen we op de boulevard liepen hadden we geen wind meer en had ik spijt van de lange broek. Maar we sloegen ons door de hitte heen en nadat we gezien hadden dat de auto nog steeds op de parkeerplaats stond, zijn we even koffie met appelpunt gaan nemen bij de Avenida. Appelpunt met slagroom, uiteraard.
We zijn niet direct de auto gaan pakken, maar besloten naar het einde van de boulevard te lopen, om daar naar het twee kilometer lange en twee en een halve meter hoge plankier te lopen, en daarover weer terug te lopen om de auto op te halen. We liepen, en liepen, langs de plek waar de auto stond, en liepen en liepen tot helemaal achteraan het plankier bij Dunamar, we zouden later weer teruggaan voor de auto. Maar eerst even uitrusten in de hete zon. Inge nam plaats op een bankje, en ik liep van het plankier af om nog even langs de vloedlijn, die op dat moment de eb-lijn was, te lopen. Daarna zijn we over de boulevard weer teruggelopen naar de huurpeugeot. Hij startte meteen. Toen moesten we van de parkeerplaats af, maar men had die afgesloten met hekken voor het komende oudejaarsfeest, en overal mobiele bars neergezet. Ik zag een vrachtwagen wegrijden, en ik dacht: Als die eraf kan, kan ik het ook. Toen de vrachtwagen aan het eind van de boulevard was, stopte deze en keerde, omdat hij niet verder kon. Ik zag echter nog een gaatje, te klein voor een vrachtwagen, maar met mijn fameuze stuurmanskunst heb ik de auto vrij gekregen.
Hup naar 't hotel voor de lunch, met roerei voor mij en sunny side up snoteieren voor Inge. De zon scheen zo meedogenloos, dat we maar gingen liggen aan het zwembad. Inge in de zon, ik onder een parasol, wel met korte broek, en met muziek op de oortjes. Toen we een tijdje lagen kwam er een man naar ons toe en vroeg of het was uit te houden. Wij knikten van ja, en de man nam plaats op een ligbed. Zijn linkerknie bloedde hevig. Hij was bij het betreden van het zwembad roekeloos doorgelopen en had de drie traptreden gemist en was drie treden lager op zijn knie gevallen. Twee centimeter huid hingen er los bij. Inge is naar de receptie gelopen, en er kwam een medewerker van het hotel met een ehbo kist, en heeft de man verbonden. De hotelmanager kwam erbij en vroeg of er een ambulance moest worden gebeld. De gevallen man (vreemd, meestal hoor je gevallen vrouw) wilde daar niets van weten, en nadat de hulptroepen waren vertrokken begon hij met ons te praten. Hij bleek drieënnegentig jaar te zijn, helemaal alleen op vakantie, want zijn vrouw was overleden, euthanasie, woonde aanvankelijk met haar in een verzorgingshuis, maar na haar dood had hij het tehuis verlaten, en leefde van vakantie naar vakantie en had alleen een postadres in Nederland. Hij was weliswaar naar Faro gevlogen, en zou over een paar weken weer naar Holland gaan, om daar zijn na keuring verlengde rijbewijs op te halen en terug te komen met een camper. Ze zeggen - Verstand komt met de jaren - maar ik weet het zo net nog niet. Hij praatte moeizaam en had een tremor, maar misschien is dat niet van invloed op het rijden.
Even later kwamen Ton en Mary voorbij en spraken ons aan over de glazen ballustrade. We spraken af om vier uur bij de gele stoeltjes op het plankier, waar we een drankje zouden proberen dat net zoveel % was als de medronho, maar waarvan ik de naam niet meer weet, maar gestookt was van vijgen.
Even voor vieren enterden we de uitspanning van Evolinho (of zo), met zijn gele stoeltjes. Ton en Mary zaten er al. We streken neer aan hun tafeltje en bestelden een cola. Na enige tijd bestelde Ton het bewuste drankje, het vuurwater, en ik moet zeggen, het smaakte naar slivovitz, maar rook naar vliegtuigbenzine. Ton wilde dat Mary een foto maakte van de zonsondergang, dus hebben we die afgewacht. Niet zo mooi als vorige week, maar het blijft toch een mooi gezicht. Daarna zijn we naar het hotel gelopen.
We hadden met Ko en Mieneke afgesproken om bij Migálhas te gaan eten en om kwart voor zeven troffen we elkaar in de lobby, allemaal dik gekleed, ik natuurlijk weer in lange broek, en zijn toen naar Migálhas gelopen, waar het binnen heerlijk warm was. Inge salade, Mieneke en Ko soep, en ik venusschelpen vooraf. Daarna Inge Mixed grill, Ko gegrilde kalkoen, en Mieneke en ik een garnalenspies. Grote garnalen, leken wel langoustines. Moeilijk uit hun jas te krijgen, maar wel lekker. Daarna de anderen pudding en ik fruitsalade toe. Alles besproeid met wijn uit mooie glazen, koffie met amandellikeur en koekjes na. Leuke bediening, leuke zaak. Helemaal áf.
De weg naar het hotel snel afgelegd, Inge had wat krampjes, en eenmaal op de kamer moest ze even gaan zitten. Waarschijnlijk van het ijs in de cola bij de gele stoeltjes. Ik had namelijk het ijs het strand opgesmeten, en had nergens last van. Hopelijk heeft ze een goede nachtrust. Morgen kwart voor elf gaan we met Ton en Mary naar Ayamonte, voor koffie en later tapas. Até amanhã. (Tot morgen)
Geschreven door John.en.inge.op.reis