Het is vandaag twee weken en één dag geleden dat we van thuis vertrokken om te beginnen aan deze reis. En één week geleden dat we ons appartement betrokken hebben in Edificio (gebouw) Katavento. We hebben sinds onze aankomst hier niet veel ondernomen, behalve wat boodschappen om wat te eten te kunnen bereiden, en wat horecabezoek om te kunnen drinken, én eten, als we geen zin hadden in de keuken te staan. Het eten smaakt ons hier overigens goed, zoals gebruikelijk, maar dat zal de zee(oceaan)lucht wel zijn. We waren op een ochtend bij Evelinho met de Gele Stoeltjes (dat is niet zijn naam, hoor) en hij was blijkbaar blij ons te zien, want behalve de pinda's en gepofte gele mais bij de drankjes, kwam hij aan met krabpasteitjes, vergezeld van zijn innemende, ja zelfs ondeugende glimlach. Hoe lang blijf je?, vroeg hij. Toen ik hem zei dat het waarschijnlijk drie maanden zouden worden, zei hij dat ik meteen bij hem kon beginnen. Het Europese tekort aan personeel had de uiterst zuidelijke stranden van Portugal inmiddels ook bereikt. Ik moest helaas zijn aanbod afslaan, want ik heb me jaren geleden al voorgenomen niet meer te werken, en te proberen zoveel mogelijk te genieten, zolang het nog kan. Het weer zit de laatste dagen hier ontzettend mee, het genieten kost niet veel moeite. Tussen de tweeëntwintig en zevenentwintig graden vragen je zelfs de schaduw op te zoeken. Korte broeken schering en inslag, om in textieltermen te blijven. Wim en Lydia hebben een boottocht over de Guadiana gemaakt, helemaal tot Alcoutim, helaas hebben wij ons niet op tijd voor deze tocht gemeld. Altijd relaxt, zo'n boottocht. Mét diner en drank, wat wil je nog meer? Inge en ik hebben ons op een dag aan een lange wandeling gewaagd, door het bos en in de hitte over de N honderdvijfentwintig terug naar MG. We waren uitgerafeld, en zijn nog steeds niet helemaal het ventje en wijffie. Stijve spieren!
Vanochtend stonden Barry en Gerda op, aanschouwden voor de laatste maal deze week de Portugese zonsopgang, want ze moesten vanmiddag opgehaald worden voor het vervoer naar het vliegveld, terwijl ik dit schrijf zijn ze denk ik al de lucht in. We hebben roerend afscheid genomen bij Avenida, met de belofte hen eens op te zoeken in Renesse.
Vandaag kwam iemand op de deur van het appartement bonken, en toen ik opendeed, stond er een berg beddengoed voor de deur, en een bijzettafeltje, waar we om gevraagd hadden bij Nino, de verhuurtussenpersoon. Ook alweer prima geregeld. Tussen al deze zaken ontwaardde ik een Portugees vrouwtje die de eigenaresse van het appartement bleek te zijn. Ze vroeg of we Frans spraken. Gelukkig was daar nog wel iets van blijven hangen, en we raakten aan de praat. De eigenaresse vroeg ons, of we van Fado hielden. Ja, natuurlijk. Ze zei dat ze de vrouw was van Rui (achternaam vergeten), een fadozanger, die we vóór de Corona eens hebben zien optreden in de catacomben van Hotel Alcazar. Niet slecht, wél goed. Komende week zou hij daar weer optreden, dus wellicht gaan we even kijken.
Er is in Monte Gordo niet veel, of niets veranderd. De nieuwe kippentent tegenover het casino was gesloten, dus daar valt nu niets over te zeggen.
We hebben het deze week dus kalm aan gedaan, en zijn niet van plan om daar veel verandering in te brengen. Al zullen we wel onze actieradius wat vergroten. Morgen waarschijnlijk onze favoriete koffietent in Porta Nova, met een bonk gebak waar de Portugezen "Hallo" tegen zeggen. Of eigenlijk "Olá" Maar de Portugezen zijn gemiddeld wel wat kleiner dan wij, wat lichaamslengte betreft, dan.
Overigens heeft Amandio, de ober van Avenida, inmiddels al een aardig woordje Nederlands opgedaan, inclusief scheldwoorden.
We hebben nog geen heimwee, dus voorlopig redden we het wel. Over enkele dagen kunt u het volgende verslag tegemoet zien. Wanneer? Dat ligt in de schoot van de toekomst besloten. Met andere woorden: Ik weet het niet.
O ja, ik dacht gisteren aan de horizon de rugvin van een reuzenhaai te ontwaren. Ik weet het niet zeker. Zie de laatste foto! Is dat een haai?
Geschreven door John.en.inge.op.reis