De oogjes gingen open, de gordijnen gingen open, de lucht zat dicht met griezelig grote grijze wolken. Ik dacht: 'het is afgelopen met het mooie weer" en besloot me vandaag in lange spijkerbroek, shirt en warme trui te vertonen, want ik zag de bui al hangen. We waren traag vanochtend en pas na elven verlieten wij het hotel voor koffie bij...Juist. Maar op de Avenida (!) Infante Dom Henrique, waaraan diverse etablissementen liggen, waaronder Avenida (!) zagen we dat de wolken wegtrokken, en binnen een kwartiertje was alles verdwenen en werd het warm. Ik zag maar één uitweg, als ik me niet wilde verkleden. Schaduw. Dus genoten we onze koffie op het half overdekte tussenterras en kwamen tot de slotsom dat het Algarve-weer toch wel onbetrouwbaar was. Onbetrouwbaar als een Nederlands kabinet, de belastingdienst en de NAM bij elkaar. Later kwamen Barry en Gerda ook langs, gelukkig goed aangekleed tegen het vermeende koude weer.
We verlieten het terras met het idee om een stukje te gaan rijden met z'n twee, de donkere binnenlanden van de Algarve in. We reden langs São Bartolomeu richting Castro Marim, en verlieten de "grote" weg en reden verder over een weg, die breed genoeg was voor twee auto's naast elkaar, met voldoende tussenruimte om te passeren, maar wel met wat bochten. We waren inmiddels in de bergen (ik zou ze heuvels noemen) en sommige bochten werden wat onoverzichtelijk. Ik reed echter 40 km/uur en in de bochten 25, dus ik was op alles voorbereid. Één lichte beroering van de rem zou ons binnen 10 cm doen stoppen. Maar er was totaal geen verkeer, en de streek was ook niet dicht bewoond. Prachtige vergezichten ontvouwden zich, maar Inge vond het niet zo plezierig. Ze had totaal geen vertrouwen in de tot nu toe onzichtbare medeweggebruikers. Hopelijk nog wel een beetje in mij. Toen we bij een splitsing aankwamen, en we voor de keuze stonden: linksaf voor een smalle weg, of rechtsaf voor een smalle weg, besloten we maar te keren.
Ik stelde de TomTom in op Monte Gordo, en binnen een half uurtje reden we naar de Avenida. De argeloze lezer zal wel denken: 'Wat moeten ze toch in de Avenida? Zijn ze soms verslaafd aan die tent?' Misschien wel, maar het is wel zo dat bijna alle terrassen in Monte Gordo zijn gesloten, óf voor de winter, óf met de feestdagen, óf tot de feestdagen, óf door faillissement, óf door Corona, en ga zo maar even door. Alleen Avenida, veruit de gezelligste, en Fantaasy, een paar stoelen terug, veruit de ongezelligste van de twee. De uitbaters van de Avenida, Vitor en Cristina, en de obers Amando, Almandio en Sujan weten onze namen, of wij ijs in de cola willen (niet dus), hoe wij koffie willen en of wij brandy lusten (door de obers Fanta Orange genoemd, alsof het geheim moet blijven. Het lijken de roaring twenties van de 20e eeuw in de VS wel, deze roaring twenties van de 21e eeuw. Zelfs de bridgers van Fantasy komen zich steeds meer vertonen in de Avenida. Terwijl daar bij Fantasy, gerund door een aardige Melissa, toch ook wel een aardige ober werkt, Bruno, die vroeger ook in de Avenida heeft gewerkt. Maar ja, voorkeuren worden soms niet meteen herkend, en keuzes worden vaak in het onderbewustzijn genomen. Kwestie van gevoel, denk ik.
Enfin, toen we in de Avenida aankwamen, hadden we nog niet gegeten, Inge moest naar de WC en er zaten nog geen Bastards in de zaal. Maar die lieten niet lang op zich wachten en snel waren ze er allemaal weer. Ik bestelde een tosti om de ergste trek te stillen, maar niet teveel, want voor vanavond ston Kip PiriPiri op het menu.
Er werden diverse anekdotes verteld, die ik niet kan herhalen vanwege het lage niveau, en bovendien, er lezen misschien kinderen mee. Twee tafels verderop zaten de mensen die van de week Inge hadden verward met Annemarie Jorritsma, en ze zeiden dan ook: Annemarie is in de zaal. Een van die mannen was me al zo bekend voorgekomen. Gewoon een bekend gezicht. Toen we hoorden dat ze uit Rotterdam kwamen, ben ik op die "bekende" afgestapt, en gevraagd of hij soms in de haven had gewerkt. Inderdaad, was het antwoord, Eerst bij de Holland-Amerika Lijn, nu Holland-America Line, en later bij Kapitein Walter Muller. Misschien hebben onze paden zich destijds gekruist. Hij had in elk geval met liefde in de haven gewerkt, wat mij bekend voorkwam, want ik heb dat mijn halve leven ook gedaan.
Weer terug bij het stel lachebekken, hebben we het nog maar eens op een hartelijk lachen gezet, en er waren mensen, die vroegen of ze mee mochten lachen. Toen het dinnertime was geworden ging ik afrekenen. Ieder betaalt voor zichzelf, is de gewoonte, maar toen ik ons deel wilde betalen, kwam ik €3,70 tekort! Ik was vergeten te pinnen! Gelukkig sta ik bekend bij de Avenida als "Honest John" , dus men vertrouwde erop dat ik de rekening later wel zou vereffenen. Cristina zei glimlachend "No Problem" en vervuld van een gelukzalig gevoel door zoveel in mij gesteld vertrouwen, verlieten we de Avenida. Barry en Gerda reden met ons mee naar de Alameda, Inge ging naar het appartement, ik ging pinnen en vervolgens naar Komenkaza, de handen-omhoog-of-ik-schiet-kippenboer. Ik bestelde kip piripiri en werd aangesproken door een gemaskerde man. Of ik hem nog herkende. Hij deed zijn masker omlaag, en toen zag ik het. Het was lange Bruno, de vroegere ober van Avenida, niet te verwarren met jonge Bruno, met dezelfde achtergrond. Lange Bruno stond tegen de counter geleund, en ik vroeg hem hoe het ging, wetende dat hij zich met moeite voortbewoog. Steeds beter zei hij. Hij had drie jaar geleden iets opgelopen in Amstrdam, het had te maken met vochtigheid en zijn ruggegraat, maar ik begreep het niet helemaal. Maar het belangrijkste was dat zijn therapie succes had, waardoor hij beetje voor beetje vooruitging, in de verwachting binnen 2 jaar geheel hersteld te zijn. Ik hoopte dat het allemaal goed zou komen, en -de kip was klaar- wenste hem succes, en snelde met de kip Ingewaarts. De tafel was gedekt, en we vielen meteen aan. Weer een dag voorbij, wat me eraan deed denken dat we al op de helft van onze vakantie zitten. Erover zelfs.
Geschreven door John.en.inge.op.reis