We hebben de geplande Noord-Spanje-reis overhoop gegooid, alle reeds besproken Spaanse hotels geannuleerd en een nieuwe reis uitgezet door Noord- en Midden Portugal. Het wordt als volgt: Porto - Guimarães, Vila Real, Aveiro, Santarém (en vandaaruit Tomár, Nazaré, Peñiche, Batalha enz.), Coláres (en vandaaruit Sintra en misschien Belém) , Estremoz, Castelo Branco, Coimbra, Braga, en weer Porto. Een knap eind, waarbij we hopen dat er onderweg nog wat te zien valt ook.
Dus eindelijk was de dag daar. 7 maart. De wekker was vroeg gezet, want dochter Monique zou om kwart over zeven voor de deur staan om ons met de auto naar Schiphol te brengen.
We hadden een extra groot glas sinaasappelsap gedronken, want de perssinaasappelen moesten op, die houden het geen zestien dagen uit. Het weer zat mee, een beetje heiig, maar gelukkig geen regen, zoals voorspeld. Er waren een paar filetjes (of hoe noem je een kleine file?, verkeers-opstoppinkje?) maar ruim op tijd kwamen we op Schiphol aan. Daar moesten we nog wel een grote afstand afleggen, deels via de rollende trottoirs, voor we bij de gate kwamen. Maar alles zonder oponthoud. Des te vreemder was het, dat we met bijna twintig minuten vertraging het luchtruim kozen. Maar we hadden wind mee, en we kwamen vóór de schematijd aan op Aeroporto Francisco Sá Carneiro, kortweg Porto Airport. Nog even de huurauto ophalen, een Ford Focus or similar. Nog nooit, echt nooit, hebben we de auto gekregen die we besteld hadden, en zo ook nu niet, want daar stond onze auto, een Citroën C4, een redelijk grote bak. We reden van het verhuurbedrijf weg, nadat we eindelijk hadden gevonden hoe de radio uit moest, en gingen, nog steeds zonder regen door het drukke verkeer naar ons hotel. Hotel Peninsular, een gedateerd, donkerbruin hotel, met nog iets van de grandeur die het eens bezat, maar wel wat sleets. Marmeren badkamer en bronzen lichtarmaturen. Maar het is schoon, en de beste locatie van Porto, en zeer centraal gelegen. Het was de zesde (?) keer dat we dit hotel aandeden. Nadat we onze bagage hadden afgegooid, zijn we de stad ingegaan. Eerst naar het centrale plein, de Avenida dos Aliados, waar we eerst een kopje koffie met voor Inge een Bola de Berlim en voor mij een Barriga de Freira hebben genomen. Dat lijkt héél wat, maar in 't Hollands een Berlinerbol en een halfrond amandelbroodje.
Daarna zijn we langs de Sé (kathedraal) naar de beroemde Dom Luis I-brug gelopen, waar we van grote hoogten op het Portuenzer Volk konden neerkijken met hun poppenhuisjes en speelgoedbootjes. Het blijft een wonderbaarlijk schouwspel, en het leek wel of de brug hoger was dan vorige jaren. Maar da kennie.
Via de Praça de Batalha zijn we naar de Rua de Santa Catarina gelopen, dé winkelstraat van Porto, en onderweg kwamen we een gitaarwinkeltje tegen waar ze Guitarras Portuguesas verkochten. Ik ben even naar binnen gelopen, en heb de Portugese gitaartjes even gefotografeerd. Dat mocht wel van de uitbater. Ik heb altijd al zo'n gitaartje willen hebben, want ik vind het geluid ervan fantastisch, maar je moet ze wél kunnen bespelen, en ze zijn totaal anders gestemd dan mijn gitaar. Bovendien lijkt mij de prijs van drieëneenhalfhonderd euro dat zo'n instrument, dat ik misschien nooit onder de knie krijg, kost, wel wat te hoog voor een experiment.
Nog even door de Santa Catarina gelopen, waar ze prachtige winkelpanden uit de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw hebben, en waar er gebeeldhouwde naakten aan de C&A dakrand hangen. In een mall hebben we op de bovenste etage een colaatje gedronken, en constateerden we dat we weer genoeg hadden gelopen voor vandaag. We zouden teruggaan richting hotel, om daar in de buurt wat te gaan eten. We wilden de Aliados weer oplopen, maar werden verrast door een menigte, die vanachter een politielint naar de Aliados stonden te kijken, meer naar een zwarte auto die daar geparkeerd stond (parkeerverbod). De politie had het hele plein afgezet met linten. Ik vroeg een omstander wat er gaande was. Het bleek om een verdachte auto te gaan, en er scheen een bommelding gedaan te zijn. Daar gaan we weer, dacht ik. Ík heb weer eens vakantie. We besloten de explosie niet af te wachten, en zijn in een zijstraat bij Ambeixador wat gaan eten. Op een groot televisiescherm kon men volgen wat er op de Aliados gebeurde. Eigenlijk niets. Ik bestelde een francesinha, een Portugese specialiteit waaraan ik eerder dit jaar in Monte Gordo niet was toegekomen, en Inge een Hamburger met frites en sla. Ik zat te smullen, maar Inge vond de hamburger vreemd smaken, en heeft hem niet opgegeten. Alleen de patat en salade. De dienster vroeg of zij geen honger had, en Inge antwoordde dat ze de hamburger niet vertrouwde. Onmiddellijk werd er iets anders aangeboden, maar Inge was voldaan. Maar bij het afrekenen bleek de hamburger niet in rekening gebracht. Toen we de Ambeixador verlieten, was de menigte toeschouwers naar de eenzame auto wat geslonken, en we hebben later ook geen boem gehoord, dus het zal wel vals alarm zijn. Morgen gaan we het land in, en zal het wel wat rustiger wezen.
Geschreven door John.en.inge.op.reis