Vanmorgen was het een begin zoals zovele. Vroeg wakker, maar geheel uitgeslapen. Buiten was het autoverkeer al druk bezig, maar wij draaiden ons nog even om. Ik dacht nog even over gisteren, aan de bijzonder mooie kathedraal, en het verder teleurstellende, ongezellige Burgos. Het tegenovergestelde van, bij voorbeeld, San Sebastian, dat als prettig en mooi in mijn geheugen staat gegrift. En hoe zou Valladolid bevallen? We zouden het spoedig weten, maar eerst moest er worden ontbeten, de laatste keer hier. Het was nog steeds vroeg, toen we het hotel verlieten en de ondergrondse parkeergarage verlieten. Dat ging niet zonder slag of stoot, want het uitrijden bleek niet zo gemakkelijk. Een grote pijl met "salida" wees naar rechts, waar slechts een blinde muur was. Na de -vrij grote - parkeergarage twee keer rond te zijn gereden vonden we de uitgang, en er stond geen pijl bij. Gelukkig bereikten wij gemakkelijk de grote weg, maar we waren - had ik dat al gezegd? - vrij vroeg, dus we hielden the Beast onder de 100 km/uur. De koude hoogvlakte zuchtte onde de ijzige wind, maar in de auto was het lekker. Op de vluchtstroken en afritten lag nog steeds een bruine laag Saharazand.
Omdat we toch vroeg waren, besloten we nog even Palencia aan te doen, dat lag toch op de route, dachten we. Nou, bijna dan. Toen we de buitenwijken van Palencia naderden, zagen we het eerste bord "centro ciudad" en dat was meteen het laatste bord dat naar het centrum verwees. Maar we wisten de richting. Totdat we bij een opgebroken weg kwamen, en rechtsaf moesten. En toen verboden linksaf te slaan, en meer van dat soort dwangmaatregelen. De stad toonde even ongezellig als Burgos, en we zagen in een kwartiertje door de stad crossen niets wat de moeite van het uitstappen waard was. En Ilja Gort had deze stad nog zó aangeraden. Toen we ons klemreden op een parkeerterrein bij het treinstation hadden we het helemaal met Palencia gehad, en zo snel als we konden wisten we de grote weg naar Valladolid te bereiken. We waren een beetje laat, maar desondanks hielden we het relaxte slakkengangetje er in. We reden Valladolid binnen (Vajadlied zeggen ze hier) en zagen het meteen. Dit is weer net zo'n mooie stad als San Sebas of Sevilla. We parkeerden in de parkeergarage van het hotel en checkten in. Luxe hotel, maar we bleven er niet hangen. We pakten ons dik in en stapten vol goede moed de stad in. Ook weer even over een brug, scherpe wind, en daar ontvouwde de werkelijk mooie, verrassende, binnenstad zich voor onze ogen. Gebouwen, huizen en kerken waarover nagedacht was, en waaraan vooraanstaande kunstenaars hun steentje (!) hadden bijgedragen of laten dragen. Was er in Burgos bijna niets aan versieringen en ornamenten te zien, hier kon het niet op. Jammergenoeg moest ik steeds mijn handen uit mijn zakken halen voor een foto, maar dat moet je er maar voor over hebben. Toch zijn we voor een late siësta even naar de kamer gegaan, en 'savond hebben de heerlijk gegeten bij Groove, een restaurant 7 minuten lopen vanaf het hotel: Lomo de la olla con huevos, patatas y pimientos. Lekker hoor. Maar met veel knoflook, dus dat wordt vannacht veel drinken.
Geschreven door John.en.inge.op.reis