Wat boffen we met het weer. Het is de hele vakantie nog niet slecht geweest, een enkele keer sluierbewolkt of wat wind, maar door de bank genomen hebben we zonneschijn. Ik kan er alleen niet zo goed tegen. Inge daarentegen doet niets liever dan in de zon zitten. Vandaag was dat ook het geval. Ik had mijn vest meegenomen voor het geval het fris zou zijn, maar ik had het nog niet nodig. Eerst koffie in de zon bij Avenida, daarna een wandeling in de zon naar het strandtentje bij de bootjes. (Het enige oude bouwsel dat behouden is gebleven toen de plannen voor het nieuwe Monte Gordo, de aanleg van een stads-lang plankier op 2,5 meter hoogte met aangebouwde strandtenten, ten uitvoer werden gebracht) Bij de bootjes, waar het net zo naar vis ruikt als op de afdeling stokvis (bacalão) bij Pingo Doce, namen we plaats in de zon en bestelden twee cola. Slechts één cola voorradig, dus werd het één cola en één fanta. We aanschouwden het schouwspel bij de vissersbootjes, waar vissers hun netten stonden op te vouwen, omcirkeld door zilver- en mantelmeeuwen die zoals bekend, altijd honger hebben. De vissers waren juist van zee teruggekeerd met hopelijk een goede vangst. Op een gegeven moment zagen we dat er een vissersbootje het strand werd opgetrokken door een grote tractor. Hij werd tot vlak bij onze zitplaats getrokken,maar de opvarenden maakten geen aanstalten om hun vangst aan wal te dragen. Wel begonnen ze met een blik water uit de boot te hozen. Toen bleek dat de boot lek was geraakt en dat ze niet aan vissen waren toegekomen. De boot werd schuin op één kant getild, en men begon het zand van de kiel te borstelen. Ik zag geen gat, maar wel dat de boot aan de onderkant bijna verveloos was. Geen wonder, als ze na iedere vaart de boot over het strand moeten trekken. Verdere reparatiewerkzaamheden hebben we niet afgewacht, want we zaten immers in de zon, en ik begon al een schroeilucht te ruiken. We zijn toen over het plankier teruggelopen, en ter hoogte van Hotel Guadiana merkte ik dat ik mijn vest bij de bootjes op een stoeltje had laten liggen. Wie zijn harses niet gebruikt moet z'n benen gebruiken, zei mijn moeder altijd, nou ja, niet altijd, maar wel vaak, dus ik moest terug, flink doorstappend in de brandende zon,. Bij de bootjes gekomen mijn vest opgepakt dat nog op een stoel lag te liggen, waarna ik de terugtocht onder de koperen ploert aanving. Inge was bij Guadiana op een bankje blijven zitten, in de zon, en samen liepen we via de Spar voor broodjes naar het hotel. Na de lunch, lekker met verse broodjes, wilde Inge nog graag aan het zwembad gaan liggen, IN DE ZON. Ik ben wel met haar meegegaan, maar zorgde ervoor dat mijn hoofd in de schaduw bleef. Daartoe had ik en passant een parasol opgezet, en ben naar muziek op mijn telefoon gaan luisteren.
Na enige tijd vroeg Inge of ik nog wilde gaan borrelen. Dat had ik wel, hoewel ik, nadat we bij Avenida waren aangekomen, Inge een watertje en ik een colaatje bestelde. We hadden het tot nog toe alcoholvrij kunnen houden in het nieuwe jaar, op de champagne van de jaarwisseling na dan. We schoven aan bij wat kennissen, en later kwamen Wil en Hennie en Willem en Johanneke er bij. Later gevolgd door Sua en Peter, met Bob, de Duitse herder, die eruit ziet als een wolf, maar denkt dat hij een labrador is.
Terwijl ik dit schrijf, zie ik dat Johanneke zich als volger van mijn blog heeft aangemeld. Welkom, Johanneke !
Het colaatje en water gingen niet de hele middag mee, dus hebben we toch maar een wijntje genomen, dat we voorzichtig opgenipt hebben. Altijd oppassen na zo'n alcoholvrije periode. De zon was onder gegaan, en de temperatuur kelderde meteen. Gelukkig had ik mijn vest nog. Terug naar het hotel had ik het toch een beetje koud, zodat ik bij de nasi die we hebben gekookt, een flinke scheut hete PiriPiri heb gedaan.
Zo zie je, niets gebeurd, en toch een pagina vol onzin.
O ja, In De Zon lijkt me wel een goede titel. Die bewaren we tot morgen, tenminste, als de zon schijnt.
Geschreven door John.en.inge.op.reis