Inderdaad, dit was voor ons de derde opeenvolgende keer dat we op Kerstdag in Monte Gordo waren. Wij noemen dat de eerste Kerstdag, maar de Portugezen kennen geen tweede Kerstdag, daarom noemen ze de eerste Kerstdag gewoon Kerstdag. Niet dat dat belangrijk is, maar het was me gewoon opgevallen, en daarbij, het levert weer een regel of twee tekst op. Ik had nog geen zin om op te staan toen ik wakker werd, en ben nog even blijven liggen. Maar omdat het mijn taak was om voor het ontbijt te zorgen, ben ik weer snel opgestaan en heb zelfs een eitje gekookt. Toen we er klaar voor waren hebben we koers gezet naar het Avenida terras voor een kop koffie. Toen we in het (onverwachte) zonnetje zaten te overdenken wat we vandaag eens zouden gaan doen kwamen we op het idee om naar Tavira te gaan. We vroegen aan Cristina, de dienster van Avenida, of zij wist of de Gran Plaza, het grote winkelcentrum van Tavira, in de voorstad Porto Nova, open was. Cristina dacht van wel. En daar was ik te goed van vertrouwen, zo zou later blijken. Even later kwamen An en Mary, Rotterdammers, die in hetzelfde flat als mijn schoonzus wonen, langs voor een koffie. We zeiden dat we naar Tavira wilden gaan, en zij hadden er wel oren naar om mee te gaan. Vandaar dat we in de auto stapten, want we vonden het te ver om te lopen. Eerst nog even, omdat het toch op de route lag, Cacela Velha binnengereden, en daar nog even rondgelopen voor het schitterende uitzicht over de lagune en stranden. Daarna door naar Fábrica, omdat het toch op dezelfde route lag, en dat honderd meter verder ligt. Ook daar nog even rondgekeken, onder andere naar het huis van de zus van Picasso, en het huis ertegenover, waarvan, volgens zeggen, op de binnenplaats zich een schildering van de grote Pablo Picasso zelf bevindt. Die hadden we de vorige keer gemist. Alles gefotografeerd en weer de auto in. Ik heb de volgende dag het oeuvre van Pablo Picasso nog even bekeken, maar ik twijfel aan de authenticiteit van de schildering in Fabrica, terwijl ik Fabrica echt wel een trekpleister gun. Maar dit terzijde. Tavira kwam in zicht, met name het grote winkelcentrum, en daar de parkeergarage ingereden, die helemaal leeg was, en toen we twee eenzame voetgangers vroegen of de winkels open waren en het ontkennend antwoord hoorden, zijn we maar naar het centrum van Tavira gereden, waar we met z'n vieren een drankje hebben genomen, ik zonder alcohol natuurlijk (BOB hè?) en toch nog even een zonnetje hebben meegepikt op het overvolle terras, want vele andere terrassen waren gesloten.
Daarna de kasteelheuveltrappen beklommen naar de mooie tuin met de reuzen kerst-ster, hibisci (is dat het meervoud van hibiscus?), de twee kerken, het klooster en veel witte huizen. Vervolgens weer naar beneden gelopen, langs het stedelijk museum,en weer naar de auto. Eenmaal in de auto gezeten, zagen we dat het begon te regenen. We waren nèt de dans ontsprongen. We hebben de auto voor het hotel gezet en zijn met An en Mary nog even naar de Avenida gegaan, waar ik, als man met drie vrouwen, met argusogen werd gadegeslagen.
In de avond zijn we met Coby en Jan naar het restaurant Casa Espanhola gegaan, dat we een paar dagen eerder hadden besproken. Het was er niet druk, maar lekker warm, en op de flatscreen werden kerstliedjes, Nederlandse en Spaanse, ten gehore gebracht. Ik wil niet teveel uitweiden over het diner, want dan wordt het te lang.
We begonnen met een zestal kleine uiterst smaakvol gesorteerde tapas, en steeds een verrassing, waarvan ik noem het garnalentaartje en de tomaat met rucola, ei en Pedro Ximenez-saus (Wat dat is moet je maar even op Google zoeken).
We waren nog maar nét klaar met de hapjes, of Pedro kwam snel met de volgende dis; nu kregen we ,wat op een berg visgraten en schelpen leek, opgediend. Ik omschrijf deze specialiteit van de streek wat oneerbiedig, want bij nadere beschouwing bleek het te gaan om cataplana (en hadden dat natuurlijk op het menu gelezen) een soort ratatouille van zeeduivel (heb je zeeduiveltje z'n pasfoto wel eens gezien?) en venusschelpen in een saffraansaus. Ik had nog nooit venusschelpen gegeten, en ondanks de mooie naam denk ik niet dat ik dat snel nog een keer zal doen. Een beetje zilte smaak, net als oesters, die ik ook nooit eet. Maar de kokkin, die we in het piepkleine keukentje zagen staan, had denk ik wel haar uiterste best gedaan. Het was niet vies, maar ik had iets meer smaak verwacht. Pedro was van mening dat we niet wilden wachten op de volgende gang, daarom heeft Jan hem even duidelijk gemaakt dat hij het best even rustig aan kon doen, en niet meteen de volgende gang erin smijten. Als we binnen een half uur klaar zouden zijn, wisten we niet wat we met de rest van de avond aan moesten. Piano piano dus.
De volgende gang kwam gelukkig met enig oponthoud, tournedos met foie gras en port, maar helaas overdekt met een dikke saus, die een beetje vreemd aandeed, en er eigenlijk niet uitzag. Goed vlees, maar de saus had weer weinig smaak. Al het voorgaande kon bevochtigd worden met witte en rode DOC-wijn, waarna het laatste gang werd opgediend: een assortiment van zoete hapjes, zoete marsepein, zoete koekjes, alles zoet. Weg te spoelen met een fles Cava-bubbels, en toen nog prima espresso koffie na. Het was eigenlijk té veel en té zwaar om alles in een betrekkelijk korte tijd te consumeren (ik wilde schrijven: naar binnen te werken), en achteraf (de volgende dag), na alles nog even de revue te hebben laten passeren, toch wel een beetje te weinig smaak aan de twee hoofdgerechten (vis en tournedos), en bovendien met een prijs-/kwaliteitsverhouding die een beetje uit balans was. Met andere woorden iets te duur voor hetgeen werd geboden. Een andere gast merkte op dat hij Pedro zou vertellen dat het de volgende keer half zoveel eten moest zijn voor half zoveel geld. Goed idee, want toen we van het restaurant naar het hotel liepen voelde ik me een beetje overladen en opgeblazen. Ik had geen zin meer om nog een verslag te schrijven, en slaperig zijn we naar bed gegaan. Na een uur werd ik wakker met een nog sterker opgeblazen gevoel, en ben even rechtop op de bank gaan zitten, en toen ik de volgende morgen wakker werd heb ik de eerste helft van dit verslag gemaakt. Daarover morgen meer.
Geschreven door John.en.inge.op.reis