Vanmorgen wilden we met de huurauto boodschappen gaan doen bij Pingo Doce, maar stonden nog op de kamer, toen ik voorstelde om naar Alcoutim te gaan. Inge vond het een goed idee, en toen we de supermarkt van Pingo Doce naderden, dachten we: Eerst Alcoutim, en daarna Pingo. Dus reden we Pingo voorbij, en zetten koers naar Alcoutim.
Laatst, terugkerende van Cachopo (van dat zwarte varken) hadden we in Alcoutim willen gaan koffiedrinken, maar nam ik de verkeerde afslag, en moesten we een stuk dichter bij huis koffie drinken, maar wel aan de rivier.
Vanochtend reden we op de provinciale weg richting Mértola, en ik wist dat ik de afslag Foz de Odeleite moest nemen. Vandaar word je naar en langs de Guadiana rivier geleid, voor een prachtige rit, in dezelfde mate slingerend als het water. Maar voor de tweede maal deze vakantie reed ik weer eens een juiste afslag voorbij. Ik zag het bord toen ik het al gepasseerd was. Een stuk verderop heb ik de volgende afslag genomen, maar we werden niet naar de rivier geleid, althans niet direct, maar in plaats daarvan liep de weg dwars door het geheuvelte (ik wil het geen gebergte noemen, daarvoor is het te laag, al zie je soms steile afgronden) via een grote omweg door mooi landschap. Ik moest steeds stoppen om onderweg een plaatje te schieten. Mooie ansichtkaarten, hoor. Na enige tijd kwamen we , ruim voor Alcoutim toch aan de rivier, waar ik ook vaak moest stoppen om te fotograferen. Alles bijzonder fotogeniek. Achteraf bleek dat ik vandaag 74 foto's had geschoten. Uiteindelijk nam ik de afslag die ik toen op de Cachopo-rit had gemist, en even later reden we Alcoutim binnen. Het stadje ligt op een berg aan de rivier, eerst maar een koffie. We parkeerden vlak aan de rivier voor een koffiekioskje, en ik bestelde twee bica's en twee pasteis de nata bij een uitbaatster die alle bestellingen opnam en klaarmaakte terwijl ze luid schreeuwend haar telefoon, die tussen oor en schouder geklemd zat, mishandelde. Met gebarentaal vroeg Inge een doekje aan haar, om een paar druppels van de stoeltjes te vegen, en schreeuwend scheurde de kioskhouder een meter papier van de rol, en overhandigde die aan Inge. De koffie was prima, evenals de pasteis, waarvan het bladerdeeg bros kraakte bij het bijten. Ik nam nog wat foto's van het aan de overkant, in Spanje gelegen Sanlucar de Guadiana, en we gingen Alcoutim bekijken. Toen we van het terrasje wegliepen, werd er nog steeds in de telefoon geschreeuwd. Waarschijnlijk had ze haar tante uit Guatemala aan de bel, die haar, als ze zacht sprak, vast niet zou hebben kunnen horen, zo ver ligt Guatemala.
De weg, door de smalle straatjes voerde omhoog, en we klommen, klommen, en klommen tot we op de hoogste plek van de berg, bij een kerk, die ook nog eens op zijn eigen heuveltje stond. Het was vast geen terp, want zó hoog komt het water nooit. Naast de kerk stond een huis, waar het wasgoed aan de lijn hing. Het bleek dat het vooral babykleertjes waren, en ik vroeg me af hoe men in hemelsnaam met de wandelwagen naar boven zou kunnen komen. Om nog maar te zwijgen, zei Inge, van die ouwe mannetjes en vrouwtjes van Alcoutim die zo'n klim waarschijnlijk nooit zouden overleven. Maar ik bedacht dat daarvoor beneden voldoende kerken stonden, om te bezoeken. We liepen langs prachtige paden naar beneden, en kwamen precies bij onze auto uit het doolhof. Hadden we boven bij de kerk toch de goede afslag genomen. Via de snelle route zijn we naar de Pingo Doce gereden voor de boodschappen, maar ze hadden geen sla, en dat stond nu eenmaal op het menu, dus hebben we de zaak verlaten, en zijn we toch maar naar Lidl gereden. Ach, zo zie je nog eens wat, nietwaar?
De spullen thuisgebracht en hup, naar het terras van Avenida. Wij liepen het terras op, de aanwezigen beleefd groetend (veel Engelsen deze keer), ik schudde de hand van Favio, Cristine en Bruno, het bedienend personeel, en we namen plaats. We waren op de voet gevolgd door Mieneke en Ko, die bij ons kwamen zitten. Even later schoven Ton en Mary aan. Ton en ik hadden elkaar beloofd een Medronho te nemen, het lokale vuurwater van 45%. Mary bestelde er twee, voor Ton en mij, de anderen durfden niet. Toen ze in een groot cognacglas gebracht werden, wilde wel iedereen eraan ruiken, ikzelf vond het naar ethyl-alcohol ruiken, en naar cognac smaken. Enige tijd later voelde ik duidelijk dat ik hem ophad.
Daarna naar het hotel gelopen, toch niet de verkeerde afslag genomen, en het eten klaargemaakt. De Lidl-sla smaakte heerlijk.
Geschreven door John.en.inge.op.reis