Iemand vroeg 'hoe vond je je croissant?' Ik zei 'achter mijn koffielepeltje' Moet je toch eens kijken. Dat durven ze bij Hollyday Inn een croissant te noemen. Ik dacht even dat ik in Lilliput was aangeland. Zo'n prul. Ik had hem in zeven happen weggewerkt! Trouwens het hele ontbijt maakte een beetje aftanse indruk, maar met een beetje moeite hebben we toch nog alles binnengekregen. Koffie tappen duurde 1 minuut per kopje, met 12 gasten in je nek. Maar het bed was goed, en we hadden goed geslapen. Na het ontbijt, het liep al tegen de avond, reden we snel weg via de snelweg. Gasteiz, adeus. Over de tolweg ging het deze keer. Nog even mijn tolbadge geprobeerd, maar nee hoor, doe het zelf maar. Af en toe even de benen strekken, en voort ging het weer. In de middag kwamen we aan in Saint-Émilion. Menig wijndrinker zal opmerken: 'Hé, Saint Emilion, Chateaneuf du Pape !' Inderdaad enkele van de mooiste wijnen komen daarvandaan. Van de omliggende wijngaarden dan. We checkten in in een Ibis hotel, en snel reden we naar het wijnstadje. Dat ze trots zijn op hun wijn, hadden we meteen al in de gaten. De straten zaten vol met wijnproeflokalen, die druk door de toeristen werden bezocht, en waar de nietsvermoedende toerist de meest fantastische wijn van die en die wijngaard kon aanschaffen. En niet voor een habbekrats. Zie de foto van het bord met de verschillende wijnjaren. De prijzen liegen er niet om! Inge en ik hebben geluncht op z'n Frans. Een croque monsieur met een cola van de zuidelijke helling, want ik moest nog rijden, en Inge was solidair. Daarna zijn we nog wat door het stadje wezen kuieren. Gezellig, en vol oude stenen. In de plaatselijke kerk had men nog een andere manier van inkomsten genereren uitgevonden. In de kerk stond een houtblok, eigenlijk een boomstam, en voor een euro'tje mocht je een glanzende bolnagel in het blok meppen met gebruikmaking van de bijliggende hamer, al was dat niet verplicht. Je mocht de nagel er ook in kopstoten.
Rondom het stadje dus veel wijngaarden, met bordjes waarop stond tot welk chateau ze behoorden. Soms waren die chateaux niet meer dan een stenen schuur, maar allé.
Ik ben nog een eindje in de omgeving wezen wandelen, ik zag op de kaart dat de Dordogne daar in de buurt moest zijn. Ik ben over de trottoirloze wegen naar de rivier gelopen, en zag dat de rivier breder was dan ik verwachtte. Bruin water, dat wel. En overal wijnboeren, wijncooperaties, wijnhuizen, wijnkelders, wijngaarden, wijnproeverijen en één bakker.
In het restaurant bij het hotel heerlijk gegeten, geen varkensoren of hanenkammen, nee een ordinaire biefstuk met poivre en haricots verts. En die smáákte toch fantastisch. Weggespoeld met een huiswijn, maar van prima kwaliteit. Van de naastliggende wijngaard. Prima spul. Gelukkig hoefde ik niet meer te rijden, ik heb op 20 meter van mijn bed gegeten.
Morgen verder, maar waarheen? Waarschijnlijk Châtellerault, via Cognac. Maar we zullen zien.
Geschreven door John.en.inge.op.reis