Als we wakker worden zit er een briefje onder de ruitenwisser dat we ons moeten melden bij het visitor center. We gaan eerst nog even dumpen en vers water bijvullen, want de komende twee nachten staan we backcountry in Big Bend. Backcountry betekent zoveel als kamperen zonder voorzieningen.
Als we bij het dumpstation staan raken we weer in gesprek met een stel Canadezen uit Quebec. Is er nog wel iemand in Quebec of is iedereen daar vertrokken😲?
Met een volle vers watertank begeven we ons naar het visitor center en wat we al dachten. Ze hadden gemist dat we gisteren bij de ranger het entree geld van $ 4 pp al betaald hadden, ondanks de grote sticker op de voorruit.
Wat een systeem, je betaalt eerst toegang en krijgt een sticker om op je voorruit te plakken. Later besluit je te overnachten en betaal je de rest ($10). Maar als ze dan langskomen zien ze niet dat er twee briefjes onder elkaar op je voorruit zitten. De vrouw bij het visitor center maakt het alsnog in orde in de computer en we kunnen weg.
Voor vertrek lopen we de korte windmill trail rond het visitor center. Na enkele meters botsen we op een groep die onder begeleiding van een gids een rondleiding krijgt. De achterste twee van de groep herkennen we van gisteren. Het zijn de fietsers (inclusief camper, voor je het verkeerde idee krijgt) uit New York. We schijnen elkaar niet te kunnen ontlopen. Na een leuk gesprekje nemen we afscheid, zij gaan verder met de gids mee en wij vervolgen de windmill trail.
Het is een kort loopje, aardig maar niet meer dan dat. Leuke opwarmer voor het echte werk in Big Bend. We rijden om 11 uur weg van het state park.
Eerste stop is niet veel verder, het uitzichtpunt voor de brug over de Pecos rivier. De parkeerplaats aan de rechterzijde van de brug, levert niet het uitzicht op dat wij hier hebben. Afgezien van de rommel die mensen hier hebben achtergelaten is het een mooi uitzichtpunt.
We rijden verder over highway 90, een fijne weg om te rijden. Heerlijk rustig en genoeg plekken voor vrachtwagens om ons in te halen. Volgende stop is bij Langtry het Judge Roy Bean Saloon & Museum, tevens visitor information center met cactustuin.
Er staat één auto voor de deur en die mensen rijden net weg als wij aankomen. Binnen worden we dan ook allerhartelijkst onthaald door een enthousiaste medewerkster. Ze vertelt van alles over de geschiedenis van Judge Roy Bean. Het komt er op neer dat hij vanuit zijn saloon recht sprak en dat de meesten er met een geldstraf en rondje voor de zaak vanaf kwamen. De judge hield wel van een drankje 😉.
Als we naar buiten lopen om de beruchte oude rechtbank annex saloon te bekijken en de cactustuin worden we korte tijd later aangesproken door een ouder stel. Hij uit Texas en zij uit Tennessee, we krijgen hun hele levensloop te horen voor we afscheid kunnen nemen. We vervolgen ons rondje door de cactustuin, maar Danny heeft het al snel gezien. Terug in het visitors center komen we niet weg voor we bedolven worden onder een stapel folders. Erg aardig, maar de helft hebben we niet nodig. Leuk detail is dat we een extra plastic tas aangeboden krijgen en later een flyer aantreffen tussen de folders; ‘Don’t mess with Texas’ een leus om Texas schoon te houden. Dat zal wel lukken met al die plastic tasjes en papierhandel die je in je handen gestopt krijgt 🥴.
Verder tipt de medewerkster ons om in Sanderson bij The Ranch House binnen te gaan, mits ze open zijn. De bediening serveert met een revolver op de heup.
Als we Sanderson binnen rijden zien we het restaurantje vrijwel meteen aan de linkerkant. We stoppen en lunchen er nu ze toch open zijn. Dat schijnt niet zo vanzelfsprekend te zijn, want op de deur hangt een briefje dat ze om 10.00 uur openen, maar het kan ook 12.00 uur worden. De eigenaren hebben een bijzonder gevoel voor humor, dat blijkt ook als we eenmaal binnen zijn. Danny bestelt een hamburger en ik een enchilada met green chile. Beide zijn erg lekker en terwijl we zitten te eten loopt het zaakje vol. Als snel zijn alle (zeven!) tafeltjes bezet en zitten er ook mensen buiten te eten. Populair tentje!
Terug buiten zien we aan de overkant bij de benzinepomp onze fietsers uit New York. Ik loop naar hun camper en Danny rijdt die van ons er ook naar toe. David, de mannelijke helft van het stel, komt net uit het pompstation gelopen. Sheila komt op dat moment de camper uit en gevieren staan we weer te kletsen. Dan is het echt tijd om verder te gaan. Zij vertrekken en wij tanken de camper af en gaan daarna ook op pad naar Big Bend.
Tegen half vier uur zijn we bij Marathon, we slaan af naar Big Bend. Nu is het nog bijna 45 minuten rijden naar de ingang van Big Bend. De 385 vanaf Marathon is geen straf, maar een pareltje. Het ultieme roadtrip gevoel daalt op ons neer. Een verlaten weg dwars door een prachtig landschap,
De ranger bij de toegangspoort heet ons allervriendelijkst welkom. We laten onze parkenpas van vorig jaar zien die nog geldig is en nu rijden we pas echt het park binnen. Om kwart voor vijf zijn we bij het visitor center van Big Bend. Wat een enorme afstanden. Op de valreep vraag ik hoe we de reservering voor vandaag en morgen kunnen printen. Er staat namelijk in de mail dat je de reservering moet printen en dat gaat lastig als je onderweg bent met een camper. Maar zo zout wordt het allemaal niet gegeten, als je een printscreen van de mail maakt met de datum en kampeerplek en die kan laten zien op je telefoon is het ook goed.
We rijden naar ons kampeerplekje voor vannacht; Croton Spring 2. Als we via een korte gravelweg aankomen zijn we helemaal alleen. Er zijn hier twee plekjes, maar de andere kampeerder is er nog niet. De omgeving is indrukwekkend, wat een stilte en het lijkt of we middenin een tuin staan met overal om ons heen cactussen en bloeiende struiken. We lopen de korte trail naar de Croton Spring. Een plekje helemaal voor ons alleen in dit immens grote park. Terug bij de camper slingert Danny de bbq weer aan en ik kruid de garnalen en zalm. De garnalen zijn zo zo, maar de zalm is heerlijk. Onze buurvrouw is inmiddels ook gearriveerd. Een jonge meid alleen en helemaal afgepeigerd, ze trekt de kofferruimte open en gaat languit liggen. We zien haar verder niet meer.
We blijven buiten zitten tot na de zonsondergang en gaan dan ook naar bed. Er zijn teveel wolken voor een mooie sterrenhemel.
Geschreven door Ellens.reizen