Op tijd uit bed en alles ingepakt zodat we om half 9 weg kunnen rijden. Op het kruispunt met de hoofdweg (C39) zien we kokkie staan met zijn collega uit het Eagle’s Nest. Ze proberen een lift te krijgen naar huis, helaas is dat naar Windhoek en wij gaan naar het Noorden. We kunnen ze dus niet meenemen en nemen afscheid van het vrolijke stel.
Het wordt een hele rit naar Opuwo dus we gooien de benzinetank nog maar eens vol in Khorixas. Het is een enorme drukte hier, iedereen uit de omgeving lijkt hier rond te hangen bij het tankstation en de supermarkt zonder enig doel. Een auto zonder benzine wordt door een aantal man het station ingeduwd en iedereen begint zich er mee te bemoeien. Onze ramen worden uiteraard weer gewassen en daarna laten we de drukte achter ons.
De C35 vervolgt zich richting Kamanjab, onderweg zien we geen beesten en bij Kamanjab verandert het asfalt in gravel. Bij de supermarkt stoppen we om inkopen te doen en ook hier hangt het halve dorp rond het gebouw. Waarop ze wachten weten we niet, het lijkt meer een sociale ontmoetingsplaats.
We stappen allebei uit en zien op dat moment een Himbavrouw met plastic tasjes de supermarkt verlaten. Een bijzondere gewaarwording want de overige mensen hebben gewone kleding aan. Geheel rood geverfd en met traditionele kleding loopt ze hier over straat.
Terwijl we de supermarkt binnen gaan worden we niet aangesproken, in tegenstelling tot onze verwachting, eenmaal binnen kopen we wat yoghurt, brood, koekjes en sigaretten.
Als we bij de auto terug komen staat een man onze ramen te poetsen met oude kranten, nu waren onze ramen net gewassen bij het tankstation dus ze zijn er niet beter op geworden zeg maar. Ik geef de man N$5 en we vertrekken weer. Zoveel toeristen komen hier niet langs dus gun ik hem ook het lolletje.
Een 4x4 met waarschijnlijk een toerist achter het stuur, rijdt weg en vergeet dat men hier links rijdt, pas als twee tegenliggers hem naderen ziet hij zijn fout in. We rijden de andere kant uit en vervolgen de C35 naar Opuwo. Het is een lange rechte saaie asfaltweg tot we net voorbij Kamanjab giraffen langs de kant van de weg zien staan. We stoppen en we worden aangestaard door de drie beesten, ze blijven ons in de gaten houden terwijl ze proberen verder te eten.
Dan rijden we weer lange tijd verder tot we ter hoogte van Etosha bij een controlepost van de politie moeten stoppen. Danny moet zijn rijbewijs laten zien, gewoon zijn Nederlandse rijbewijs niet het Internationale dat we op aanraden van de reisorganisatie hebben aangeschaft. Ons kenteken wordt genoteerd en we mogen doorrijden.
De hele verdere rit zien we geen beesten meer helaas. We passeren wel honderden schoolkinderen die over het asfalt lopen en een lift proberen te scoren. Maar het zijn er zoveel, dus we stoppen maar niet, we kunnen ze toch niet allemaal meenemen. Niet alleen is het aantal lifters hier enorm maar ook het aantal koeien en geiten dat oversteekt of in de berm loopt. Een man probeert zijn kudde geiten tegen te houden als we langs rijden, maar dat gaat hem niet zo goed af. We stoppen en laten hem met zijn geiten voor gaan.
Op een gegeven moment stoppen we om iets te eten. Het brood dat altijd vers aanvoelt als je het koopt, is binnen no time zo droog als wat als het eenmaal uit de verpakking is. We staan met verbijstering te kijken hoe het brood voor onze ogen verandert in toast. Het droge klimaat en de temperatuur zorgt ervoor dat geen enkele snee vers in je mond belandt. Daarom hebben ze hier ook over broodroosters in de hotels, anders is het echt niet lekker.
Bij de afslag naar Opuwo op de C41 staat wederom een politiepost. De agente wuift van onder een partytent dat we door kunnen rijden. Het is waarschijnlijk te warm om uit de schaduw te komen. Vanaf hier is het nog ongeveer 60 km en we zien onderweg veel kleine hutjes, de armoede is hier zichtbaarder en vermoedelijk groter dan in het Zuiden van Namibië. Het lijkt ook wel of er bewust bierflesjes kapot gegooid worden op het asfalt om de rijkere autobezitters te pesten.
Bij binnenkomst van Opuwo is het een drukte van jewelste, veel winkeltjes, tankstations, er is een bank en internetcafé. Westers geklede mensen, Herero en Himba vrouwen lopen door elkaar heen. Niemand kijkt vreemd op van deze voor ons toch wel bijzondere mixmatch. We zien alleen geen blanken zoals in Lüderitz en Swakopmund.
Het is stoffig, warm en stenen huizen en lemen hutjes staan door elkaar gebouwd in deze plaats. We gniffelen als we 4 blanke toeristen met een grote camera op hun buik en in volledig safarikostuum voorbij zien lopen.
We durven geen foto’s te nemen, het voelt onbehoorlijk, alsof de mensen hier een attractie zijn dus volgen we de bordjes met de naam van de Opuwo Country Lodge. We nemen een afslag maar de weg is bijzonder slecht en we verbazen ons dan ook erg, als dit de oprit naar de gate van het hotel blijkt te zijn. Er staat een bewaker in uniform, die de slagboom opent van een hek dat duidelijk onder stroom staat. We vragen ons af wat ons te wachten staat, dit hebben we nog niet eerder gezien.
Bij de receptie krijgen we de sleutel voor onze kamer van een mevrouw die slecht Engels spreekt, overal staan borden verboden te roken en de eerste indruk is niet erg gastvrij. We drinken snel ons welkomstdrankje op en gaan naar buiten. Er zou een portier zijn die ons de weg zal wijzen en helpt met de bagage, maar na een hele poos wachten besluit Danny zelf maar te gaan rijden. Op dat moment komt er een man aangerend die naar ons roept dat we rechtdoor moeten rijden en voor ons uit gaat lopen. Het is erg warm en de man lijkt zich de benen onder zijn lijf vandaan te lopen. Als we op het eind van het parkeerterrein de auto stil zetten, vraagt de man nog of hij met de bagage moet helpen, maar als Danny zegt dat het wel lukt is hij meteen verdwenen.
We halen de tassen uit de auto en lopen naar een lang gebouw met verschillende kamernummers op de deuren. Bij nummer 32 aangekomen openen we de deur en wat we zien valt direct tegen. Een klein, donker, benauwd hok met een badkamertje. Er is geen uitzicht en er staat maar één stoel om te zitten. We zetten snel de bagage weg en besluiten de buitenboel te verkennen.
Bij het hoofdgebouw lezen we enkele brochures, we informeren naar de excursies en de prijs van het avondeten. De excursie boeken we voor N$600, maar het diner kost N$ 160 per persoon, dus hier eten we vanavond niet. Het geheel maakt een erg pretentieuze indruk en is op de koop toe behoorlijk onpersoonlijk. Er kan geen lachje af bij het personeel, ze groeten niet en na een lange tijd wachten bij de bar neemt iemand de moeite om onze bestelling op te nemen. De sfeer die hier hangt hebben we niet eerder opgemerkt in Namibië.
Bij de receptie raken we in gesprek met een Nederlander die net een simkaart heeft gekocht voor internet. De kaart werkt echter niet en de receptioniste weet ook niet wat ze er mee aan moet en geeft de man zijn geld terug. Ze geeft hem nog wel advies: ga morgen maar naar het internetcafé in het dorp om je mail te lezen.
Op het terras bij het zwembad zien we de man weer, nu met zijn vrouw. Gevieren bestellen we iets te drinken en kletsen over onze vakanties. Zij zijn met een bevriend koppel 6 weken op reis met een 4x4 camper en gaan na Zuid Afrika en Namibië ook nog naar Botswana.
Rond 7 uur gaan Danny en ik naar de kamer waar we onze zelf gekochte boterhammen opeten. Om 9 uur gaan we slapen.
Als de buren thuiskomen horen we pas echt hoe gehorig de kamers zijn, het is alsof de buurman bij ons in bed kruipt. We vallen weer in slaap en hopen dat de Himba excursie morgen de moeite waard zal zijn.
Geschreven door Ellens.reizen