Dag 21 weer bereik en hartstikke warm

Verenigde Staten, Orland, California


Na een lekkere nacht slapen, ik hoorde alleen de buurman snurken uit het tentje naast ons, verder geen geluiden. De buurtjes zijn aan beide kanten al vertrokken als we om 8 uur opstaan. Ze hebben het zo stil gedaan dat we het niet gehoord hebben.

We rijden de camper van het kampeerterrein en zetten de camper op de day use parking. Geen ranger of campgroundhost meer gezien, we besluiten deze keer burgerlijk ongehoorzaam te zijn en niet het briefje van $ 20 in het envelopje te doen. We hebben helaas geen geld meer kunnen wisselen.

Om een paar minuten voor 9 beginnen we aan de eerste trail naar Devil's Kitchen. We zien al na 10 minuutjes de eerste herten. Ze lopen ook op het paadje en in plaats van naar de zijkant uit te wijken, blijven ze voor ons lopen. Ze kijken steeds achterom of we ze volgen en uiteindelijk besluiten ze toch het pad te verlaten. Zij en wij kunnen weer in rust verder.
Niet veel verder staat er nog een hert aan de kant te grazen, deze kijkt ons even aan en besluit dan dat wij geen gevaar opleveren. We kunnen gewoon passeren zonder dat hij wegspringt.

Op de splitsing tussen Devil's Kitchen en Boiling Springs Lake, nemen we eerst de afslag naar Devil's Kitchen, dat is het verst lopen. De trail stijgt de hele tijd licht nadat we eerst door wat velden gelopen zijn met houten vlonders. Op een houten bruggetje komen we onze buurtjes weer tegen die ons met een heerlijk maal ontvingen. Ze zijn al vanaf half 6 aan de wandel, we durven niet te zeggen dat we net pas begonnen zijn. Wel worden we gewezen op een zijpaadje die bij een mooie meadow uitkomt. We nemen afscheid en vervolgen onze paden. Zij gaan nog wat verder lopen, dat zijn echte bikkels.

We gaan op aanraden eerst even bij die meadow kijken, maar zijn niet echt onder de indruk, grasland met water. Waarschijnlijk hebben we in Nederland genoeg van dat soort landschappen. Gelukkig was het niet ver om en we vervolgen onze oorspronkelijke route.
Al dat lichte stijgen, wordt op een gegeven moment toch vermoeiend, hoe komt dat toch? Ik begin een beetje buiten adem te raken. Je hebt het niet zo in de gaten omdat alles redelijk vlak aandoet, maar er ligt her en der wel sneeuw langs het pad, dat moet er wel op duiden dat we nog steeds hoog zitten. De lucht zal hier wel ijler zijn, zo zwaar is de wandeling niet.

Na een uur of wat komen we aan bij Devil's Kitchen. Als we de stoomdampen zien opstijgen van de grond en tussen de rotsen, zijn we nieuwsgierig geworden. Het is hier lekker rustig, er loopt maar een handjevol mensen.
We nemen onze tijd en kijken op ons gemak rond, natuurlijk worden weer de nodige foto’s gemaakt. De sluiting van Bumpas Hell zijn we opslag vergeten, misschien is die wel mooier, maar dit is een heel goed alternatief. En later, als we de hoofdweg door Lassen een stuk oprijden voor Sulpher Works, komen we erachter hoe bijzonder het hier is, wat een drukte aan de andere kant van Lassen!

We raken aan de praat met een stel dat in de omgeving een vakantiewoning heeft, de nodige foto’s van elkaar worden weer gemaakt en na een 20 minuten lopen we weer door. Na deze mooie tocht hebben we ook zin om naar Boiling Springs Lake te lopen.

De terugweg gaat behoorlijk sneller nu we steeds geleidelijk dalen, druk pratend (geen ademnood) lopen we tussen de bomen. Ineens schiet er een bruine beer van de rechterkant van het pad naar links. Hij rent zo voor ons langs het pad over, op een afstand van ongeveer 20-30 meter zien en voelen we hem voorbij stuiven. Wat een geweldig gezicht en wat spannend. We hebben de hele vakantie gehoopt weer een beer te zien en dachten dat dat in de bossen van Oregon vast zou gebeuren. En nu hier op één van de laatste dagen, rent de beer zo voor onze neus over het pad. Gelukkig van ons weg, want ik zit niet echt te wachten op een knuffel, ik heb mijn eigen beer bij.

Dit maakt onze vakantie toch wel compleet, natuurlijk wasberen, elanden, herten, konijnen en de nodige vogels en eekhoorns zijn leuk, maar een beer. De beer staat niet op de foto, maar ik heb wel een afdruk van zijn poot op foto vastgelegd. Deze beer was vrij licht van kleur, totaal anders dan de beer die we vier jaar geleden in Colorado zagen. Als de beer stil had gestaan dan hadden we hem waarschijnlijk niet eens gezien. Dat wordt later ook bevestigd door een ander stel dat voor ons loopt. Zij hebben geen beer gezien terwijl ze er alert opgemaakt waren door een groep wandelaars. Zij liepen daarom juist heel stil in de hoop de beer te zien. En dat was weer ons geluk, anders hadden zij de beer weggejaagd.

Het is iets voor half 12 als we besluiten ook de andere trail nog te lopen, die is veel korter en we zijn hier nog toch. Ook hier stijgt het pad geleidelijk en tot aan het meer loop je tussen de bomen. Dat is beste lekker want de temperatuur loopt al aardig op. Het bordje, ‘blijf op de trail, gevaar als je van het pad afwijkt’ wijst er op dat we er bijna zijn. We ruiken het meer al voor we het zien, een klein heuveltje over en daar ligt het meer.

Een vreemd lichtblauwe kleur, de grond eromheen kleurt van rood, groen tot wit. Als je niet beter weet, dan zou je denken dat het een tropisch strand is met prachtig wit zand wat de kleur van het water bepaald. We lopen het wandelpad om het meer, aan de andere zijde zie je en hoor je de borrelende kokende modder het best. Een beekje dat naar het meer voert is droog, het meer wordt dus niet meer aangevuld met smeltwater, hierdoor is het waterniveau wat lager maar is het water waarschijnlijk ook warmer en zuurder. We zijn onder de indruk, het was de extra wandeling meer dan waard.

Na 13 km lopen rijden we om kwart over 12 van de parking weg. We willen Sulpher Works nog zien voor we richting Red Bluff rijden. We hobbelen weer een 15-tal minuutjes over de gravelweg naar de hoofdweg en gelukkig gaat het gravelpad na 3 mijl weer over in asfalt. Dan is het nog 20 minuten voor we bij Chester zijn. Het hele dorp is nog in 4th of July stemming. Overal vlaggen, hoeden en kleren met de vlag erop, je weet niet wat je ziet. We worden op het kruispunt met de doorgaande weg tegen gehouden.
Politieagenten regelen het verkeer. Na een paar minuten krijgen we bijna de slappe lach, wat een gedoe. Dat hebben ze niet veel vaker gedaan, de één roept auto’s op om te rijden, terwijl een ander juist een andere rij auto’s aanwijst om te gaan rijden. Coördinatie ver te zoeken en dan ook nog voetgangers, het wordt ze bijna teveel. Nadat elke richting al een keer of twee in beweging is geweest mogen wij dan toch eindelijk ook.

Er staan her en der langs de weg nog partytenten waar mensen spullen verkopen. Van kitch en andere meuk tot bier en eten. We vermoeden dat er eerder op de ochtend een optocht is geweest want we zien nog wat versierde wagens rijden.

Na een klein uurtje komen we bij het entreehokje aan van de Zuidingang van Lassen, omdat we een jaarpas hebben worden we naar de rechter rij verwezen. Wat daar het nut van is weten we niet, want de linker rij waar mensen gewoon betalen gaat veel sneller. En als het achter ons steeds drukker wordt besluiten twee parkwachters het linkerhokje helemaal te sluiten. Het gaat best met maar één hokje en de rij achter ons wordt maar langer en langer 🤨. Als we aan de beurt zijn, ziet de ranger dat we al een briefje met plakband op de voorruit hebben en kunnen we meteen doorrijden. En de drukte die we zien bij het visitor center is helemaal een slecht voorteken.

We willen alleen Sulpher Works zien en weer weg, maar de parking hier blijkt chaos te zijn, iedereen rijdt zich klem. Danny rijdt door, hij wil daar niet vast komen te zitten met onze camper. Net voorbij Sulpher Works is nog een pull-out, helaas ook helemaal vol maar een bocht verder is er geen verkeer en Danny draait de camper op de weg. Knappe prestatie en als we eigenlijk besloten hebben het park als een speer te verlaten is er nu wel plaats op de pull-out. Hoppa de camper geparkeerd en over de berm lopen we naar Sulpher Works.
Snel rondgekeken en het was mooi om zo'n pruttelpot van dichtbij te zien, maar de pruttelpotten van vanmorgen konden ons meer bekoren. Zal wel door de drukte komen. We rijden snel het park weer uit nadat we de opstopping bij de officiële parking doorkruist hebben.

De weg richting Red Bluff gaat behoorlijk naar beneden, nu pas merk je hoe hoog we eigenlijk zaten. We stoppen bij een uitzichtpunt en ik ontdek dat we weer bereik hebben. Ik zoek snel een tankstation op en wat de prijs is in Red Bluff, er ligt een niet zo duur tankstation aan de weg die we toch moeten rijden, dat komt goed uit. Tomtommetje ingesteld en op naar Red Bluff, daar zoek ik op Campendium naar een overnachtingsadres. Het is half 4 en we kunnen nog wel even rijden.
Er zijn meerdere stops mogelijk, een casino, de Olive Pit of iets verder in Orland een RV park of één van twee campings van het 'leger'. Deze laatste twee liggen aan een meer en we besluiten de gok te wagen.

We eindigen de dag op één van de campings van de Federal Army of Engineers. Wat dat precies inhoud weten we niet, maar voor $20 staan we aan een mooi meer onder een paar boompjes inclusief elektra.

Waar we eerst steeds de zon opzochten zoeken we nu naar schaduw. Het is hier zoveel warmer dan de afgelopen weken, ver boven de 30 graden, om precies te zijn 36 graden Celsius. Wat dat mag zijn in Fahrenheit weet ik zo gauw niet en internet ligt er weer uit op deze plek, dus ik kan het ook niet opzoeken.
Danny is nadat we het plekje hebben betaald nog even naar de ingang gereden om te dumpen, want alle lampjes staan nu op rood. Helaas kunnen we geen vers water krijgen, dus we moeten maar zien of we beiden een douche kunnen nemen (geen haar wassen). Met deze temperatuur is een douche best lekker. Ik werk, terwijl Danny naar het dumpstation is, het verslag weer een beetje bij. Als hij terug komt leest hij nog wat in zijn Formule 1 magazine. Op de achtergrond muziek en geluiden van mensen in het water. Ook op deze camping is nog plek, ondanks dat er best veel andere kampeerders zijn. Maar misschien komt dat ook omdat er vanaf de snelweg geen enkel bordje staat. Lang leven internet!

We slingeren de bbq aan om iets over 7, lekkere hamburgers. Ik kook nog twee eitjes en trek een blikje tonijn open voor bij de salade. Het wordt weer een lekker maaltje, onze voorraad is nu echt bijna op, we hebben nog net genoeg voor morgen, kreeftensoepje met een pork loin en sla.

Na het eten willen we nog een rondje over de camping doen en met dat we weglopen, komt er een oud klein jeepje aanrijden. De campgroundhost, een dikke bebaarde man, uiterst vriendelijk en hij stelt zich voor; Bear. Hé, dat is de tweede beer vandaag.
Hij vraagt of wij bij de RV horen en of we weten dat de plek morgen gereserveerd is. We blijven maar één nacht dus geen enkel probleem. Ook weet hij ons te vertellen dat er lekkere douches zijn, dat we bijna zonder water zitten is dus geen probleem. Dan springen we daar wel onder, het wordt waarschijnlijk een klamme nacht. Hij stelt vervolgens een heleboel vragen over hoe het in Nederland is.
Om half elf gaan we de camper in, nog wat foto’s op de laptop zetten en Danny heeft zo waar 1 streepje bereik. We gaan proberen vandaag weer wat te uploaden.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.