Vrij plotseling hebben we besloten naar Le Clerjus te gaan. Anneke is er haar e-reader vergeten in september en Martijn en Kiek zouden voorlopig ook niet gaan, dus gaan we hem zelf maar ophalen, want Anneke mist hem heel erg.
Om op Annekes verjaardag niet de hele dag in de auto te hoeven zitten maken we een tussenstop bij Orval. Daar is een grote abdij met mooie ruïnes van vorige abdijen, want die staan hier al meer dan duizend jaar in de gouden vallei van de Williers. Echt een cultuurhistorisch bezoek dus. Dat ze er ook lekker bier maken is natuurlijk mooi meegenomen.
De reis ging vrij vlot, natuurlijk wat file op de ring van Antwerpen en bij Brussel, maar dat hoort er bij.
Een stuk na Namen konden we eindelijk van die saaie snelweg naar Luxemburg af. Toen werd het pas echt vakantie. We reden door dalen en over plateaus, door herfst gekleurde bossen dwars door de Ardennen.
Om half een zaten we al aan de lunch in een leuk café-restaurant. Ik aan de forel en Anneke aan de choucroûte met spek, worst en casselerrib, een echt verjaardagsmaal.
De abdij is echt wel de moeite waard, zeker als je van kapotte ruïnes houdt. Het klooster zelf kan je niet in, ik denk alleen als je monnik wil worden. Je kunt het bier er ook niet proeven, maar dat had ik al bij de lunch gedaan. Gelukkig was het droog toen we naar binnen gingen, maar zodra we de abdij verlieten begon het te regenen. Het was dus maar goed dat ik niet alle bordjes heb gelezen en alle videos heb bekeken, want dan duurt een bezoek twee uur (volgens de website) en dan hadden we nog een uur door de regen moeten baggeren. Nu konden we nog een uurtje in een hostellerie wat drinken, want we konden pas om vijf uur onze kamer in. Die is best ruim met een grote badkamer. Het is in Villers-devant-Orval zo'n drie km van de abdij. Morgen gaan we verder naar Le Clerjus.
Het heet hier trouwens de gouden vallei omdat hier eens een prinses een gouden ring in het water liet vallen. Een forel zag dat, pakte hem in zijn bek en gaf hem terug aan de prinses, die dit toen de gouden vallei noemde en geld schonk om de eerste abdij te stichten . Vandaar dat je hier overal afbeeldingen ziet van een forel met een ring in zijn bek.

Geschreven door Annekeenhans.op.reis