Na het ontbijt zíjn we eerst nog even naar de cisterne geweest. Er zijn er vijf maar in de twintigste eeuw zijn ze in onbruik geraakt toen er waterleiding is aangelegd Pas toen men twintig jaar geleden het centrale plein wilde restaureren heeft men er een herontdekt en toegankelijk gemaakt. Het was best mooi maar niet zo groots als in Istanbul.
We zijn nu op weg naar Lecce, dat is nog geen 3 uur rijden. Want we nemen niet de kortste maar de snelste route. Dat scheelt ongeveer een uur.
Het is bewolkt met af en toe een stukje blauw.
We zijn vanuit de dorre heuvels met hier en daar een stoppelveld van grano duro aangeland in de kustvlakte. Hier wordt veel verbouwd. Naast olijven zijn er veel vruchtbomen met witte lappen gaas er over.
Er staan hier ook verspreide boerderijen. Die zie je niet in het binnenland, daar is alle bewoning in de stadjes.
Vlak voor Lecce zagen we de eerste dode olijfbomen. Het werden er steeds meer. Er is een ziekte uitgebroken onder de olijfbomen en eigenlijk zou er een hele strook van west naar oost gekapt moeten worden. De eigenaren willen de soms eeuwenoude bomen niet kappen zolang ze nog gezond zijn. Maar als ze ziek worden is het te laat. En zo rukt de ziekte langzaam op naar het noorden.
We zitten in een mooie B&B op de bovenste verdieping van een flatgebouw. Hij zal daarom wel "Ultimo Piano" heten.
Na het inchecken zijn we de oude stad in gegaan. Weer kerk in kerk uit hoewel het mooi weer was. Ik begin nu wel een beetje genoeg te krijgen van al die kerken. Ze beginnen steeds meer op elkaar te lijken. In Lecce is het allemaal Barok.
Op het Italiaans eten zijn we nog steeds niet uit gekeken. Onze lunch deed het debacle van gisteravond snel vergeten. We zagen voor het eerst vitello tonnato op de kaart staan en die was heerlijk. Ik dacht altijd dat men alleen in Japan rauwe vis at, maar ik heb al een aantal keren rauwe garnalen, rauwe zalm, rauwe kabeljauw , rauwe tonijn, meestal wel gemarineerd, op en vanmiddag was het rauwe tonijn taartje met viseitjes en guacamole weer een feest.
In Lecce is het ook allemaal plat en de B&B heeft een lift. Dat is wel weer een verademing.
Eten kan hier pas vanaf een uur of acht, tijd genoeg voor een paar terrasjes.
In elke stad vind je wel een biercafe en bij het tweede terras was het raak. Dubbel bock uit de tap. Dat was geluk hebben. Toen hield ons geluk op. De beloofde regen was gearriveerd. Hij bracht enkele enorme windvlagen mee, die ons dwongen het terras te ontvluchten en beschutting te zoeken in het café van ongeveer 8 vierkante meter. We waren niet de enigen die naar binnen vluchtten, maar de barjongen slaagde er binnen enkele minuten in om een aantal tafels en stoelen te voorschijn te toveren. Toen we allemaal lekker zaten hield de regen op.
Na een enorme dosis keuze stress hebben we eindelijk ons avondeten besteld. We hebben een voorgerecht typisch van deze streek.
Maar wees gewaarschuwd. Een streek gerecht uit een armeluizen streek is niet erg rijk. Hompen gerstebrood geweekt in tomaten en burrata (een zachte witte kaas) kregen we. Het was eigenlijk best lekker maar van gerst hoor je bier te brouwen en geen brood te bakken.
De rest smaakte ook heel goed maar het was weer veel te veel.
Geschreven door Annekeenhans.op.reis