Na een avond ruziemaken om de weggelopen (op het dak) kat, gingen we vol goede moed op pad. De rugzakken zaten vol (misschien zelfs wel té vol), maar daar gingen we: op naar Hoek van Holland als echte Engeland-vaarders.
We waren natuurlijk veel te vroeg, een zeldzaam gegeven. We waren goed voorbereid op de zeewind, met lange broek, trui en windjack. De zon stond hoog aan de hemel en er waren geen wolkjes te bekennen, dus we zweette helemaal weg op het dek. Maar dat maakte het wel een tropische boottocht, blauwe hemel, een licht groene zee én als kers op de taart zagen we hem dan eindelijk: een Jan-van-Gent. Niet veel later zagen we er zelfs nog één.
De reis ging snel voorbij met af en toe een lekker dutje, een lichte zeebries door de haren en de zilte geur van de Noordzee. Toen de zon achter de railing verdween gingen we naar de bioscoop aan boord. Na de film waren we er al: Harwich, De Britse groene heuvels verwelkomende ons met een avond zonnetje, waarin de meeuwen als vliegers voorbij scheerden. Na een korte rij bij de douane vertrokken we richting het Noorden (zo stond het letterlijk op de boorden). Kanishk achter het stuur op e linkerrijstrook en ik als navigator. Na ruim twee uur, kwamen we aan bij ons onderkomen voor de nacht: “The Redwing lodge” in precies helemaal nergens. Het was een eenvoudige maar schone kamer, waar we voldaan in slaap vielen. Het avontuur was begonnen.
Geschreven door Nancy.op.reis