Paardje rijden met tranen

Peru, Vaquería

Om vier uur werden we wakker gemaakt, het was nog donker en het was koud. Geen ingrediënten om op te staan dus! Maar we hadden er zelf voor gekozen om vandaag nog een sidetour te doen. In plaats van rustig naar beneden lopen, hadden we ervoor gekozen om een berg op te lopen waar een oude pre- Inca offer plek was. Na het ontbijt gingen we lopen, eerst een stukje naar beneden en ik merkte dat ik een beetje last had van mijn rechter knie. Echter met naar boven lopen had ik geen last dus ik besteedde er verder geen aandacht aan. Het ‘pad’ dat we afgingen was echter gewoon dwars door het stekende riet gras. Ook de weg naar boven toe bestond eigenlijk niet. We moesten zelf een beetje een gangbaar pad opzoeken, wat inhield dat het inclusief op rotsen klimmen was en het was een geluk dat het riet gras zo sterk was dat het als handvat kon worden gebruikt.
Het was behoorlijk duidelijk dat dit niet echt een het normale pad was. Het was vrij gevaarlijk en ik was dankbaar dat ik mijn bergschoenen had. Wanneer we op gladde rots stukken naar boven moesten lopen, werd ik door die schoenen voorzien van grip. Als ik gewone sportschoenen had gedragen was ik hoogstwaarschijnlijk zo naar beneden gegleden. Na een hele klim van zo een 500 meter kwamen er boven aan. Het wordt erg voorspelbaar maar opnieuw was het uitzicht fantastisch. We genoten van het uitzicht en namen een pauze. Het was een behoorlijke ochtend work- out geweest.
Na een tijdje gingen we weer op pad, we begonnen aan de afdaling. Het ging hier aanzienlijk steiler naar beneden en meteen had ik last van mijn knee. Na ongeveer vijf meter deed het zoveel pijn dat het andere opviel. Alex bood mij zijn wandelstokken aan zodat ik mijn knie iets kon ontzien. Het hielp een beetje maar ik moest enorm voorzichtig lopen. Het ging zo steil naar beneden dat het mij enorm veel moeite kosten om naar beneden te lopen. De pijn werd met elke stap erger. Gelukkig bleven Maarten en Alex bij mij. Op een gegeven moment merkte Abel dat het niet goed ging en kwam ons tegemoet. Hij bond een bandana om knie in de hoop dat het was ondersteuning zou geven. Het hielp echter weinig. Langzaam daalden we verder af, Maarten had ondertussen al mijn rugzak overgenomen. Abel gaf mij een raar zoet dramkje. Hij zei dat het mij zou voorzien van energie en dat zou ik nodig hebben. Het is jammer dat ik geen foto heb gemaakt maar als ik je kon laten zien hoe ver ik nog moest afdalen… Het dat was zo ver weg en het huilen stond mij nader dan het lachen. Weer een paar meter verder kwam Abel naar mij toe, hij zag dat mijn gezicht vertrokken was van de pijn. Hij zei hij mij zou helpen, want het volgende stuk zou enorm steil zijn en ik zou mijn krachten nodig hebben.
Zijn oplossing was dat ik op zijn rug moest. En ik moest huilen. Waarom? De pijn, de situatie maar het meeste nog dat mijn eigen lichaam mij verraden had. Ik was blijkbaar zwak, iets wat ik maar lastig kan verkroppen. Ik moest gedragen worden. Dat was het laatste dat ik wilde, maar ik had geen keuze. Ik wist dat hij gelijk had, de weg naar beneden was nog zo lang en ik begon al uitgeput te raken. Dus bij een ‘arriba’ sprong ik op zijn rug. Ik was blij dat ik niet zoveel woog. Het kleine mannetje rende met mij op zijn rug een stuk naar beneden. En nog steeds biggelden de tranen over mijn wangen. Wat confronterend, op zo een moment kom je jezelf wel tegen, wat lastig om zulke hulp te accepteren. Wat een moeite had ik om mijn zwakte te tonen. En het feit dat ik aan het huilen was maakte mij weer boos op mezelf waardoor het alleen maar erger werd.
Het volgende stuk was echter veel te steil om mij te dragen. Sterker nog je kon het niet eens lopen. We moesten al glijdend op het riet naar beneden toe. Een manier van voortbewegen die voor mij dus wel als geroepen kwam. En warempel het toverde een glimlach op mijn gezicht. We hadden de grootste en langste glijbaan ter wereld. Alleen jammer dat er af en toe ook stenen waren waardoor het best wel pijn deed als je daar langs roetsjte. De eerste tien minuten waren erg leuk en iedereen moest lachen. Maar de sprieten waren best wel scherp dus het begon al snel erg pijnlijk te worden. Lopen was onmogelijk al helemaal voor mij en toen ik terug keek naar de helling, kon ik nauwelijks geloven dat we eraf geroetsjt waren, het was zo steil! Het leek wel een rechte wand. Op een gegeven moment werd het pad weer beloopbaar. Het was nog steeds enorm steil, maar ik had geen keus. Dus tanden op elkaar, tranen rollend over mijn gezicht vanwege de pijn en de situatie, mijn armen trillend onder het gewicht van mijn eigen lichaam, liep of beter gezegd strompelde ik naar beneden. Maarten bleef achter mij en zei mij vooral niet te haasten. Het was zwaar en ik dacht dat ik elk moment in elkaar kon storten, ik was compleet afgemat en mijn hele lichaam deed pijn. Maar ik had het gered tot het pad dat iets minder steil was. Abel droeg mij opnieuw op zijn rug naar de rest. Deze keer was ik dankbaar voor zijn hulp. Trillend op mijn benen werd ik neergezet waar we pauze hielden. Aangezien iedereen vroeg hoe het ging moest ik opnieuw huilen. Wat een belachelijke eigenschap! Ik ben mijzelf wel heel erg tegen gekomen op die berg, ik was echt met mijzelf aan het worstelen.
Na een tijdje had ik mezelf weer bij elkaar geraapt en kreeg Maarten het voor elkaar mij aan het lachen te krijgen. Bovenop de berg hadden we het namelijk gehad over koosnaampjes. We vergeleken de koosnaampjes die we beide in onze relatie gebruikten en ik had hem ook verklapt dat ik he verschrikkelijk vond als Thomas mij ‘Kanjer’ noemt. Het is zo een aseksueel woord, ik vind het echt heel naar. Dus terwijl ik daar op een steen zat met rode ogen en waarschijnlijk een gevlekt gezicht zei hij. “Maar je hebt het wel mooi gedaan, kanjer”.
Na de pauze zei Abel dat het verstandig was om een paard voor mij te regelen naar de laatste overnachtingsplek. Met moeite stemde ik in, ik wilde gewoon zo graag zelf de trek uitlopen. Het pad dat we nu afgingen was echter weer Peruviaans plat en eigenlijk ging het wel. Het was goed genoeg om nog drie uur vol te houden. Het was enorm zwaar, maar ik heb het gedaan. De weg naar het laatste kamp was erg mooi. We gingen door de een dorpje heen en op een gegeven moment werden we omringt door allemaal schapen en een brutale geit.
Abel zei ons gedag want hij moest de volgende dag wat anders doen, we zouden hem morgenavond zien als we met zijn alle wat zouden drinken in Huaraz.
Rond een uurtje of drie kwamen we aan bij het kamp. Het was een gebouwtje met een grote binnenplaats en allemaal eenvoudige kampertjes met een bed. Er was zelfs een douche, weliswaar met ijskoud water, maar we konden ons toch een beetje opfrissen.
Daarna haalden we een par biertjes bij een lokaal winkeltje, aten ons avondeten en speelde kaartspelletjes. Om zeven uur werd het donker en helaas werd het licht uitgezet. Waardoor we me kaarsen in de weer moesten wat ook wel zijn charme had. Echter de wind blies elke keer bijna de kaarsen uit. Gelukkig hadden we waterflessen die eenvoudig konden worden omgetoverd tot windschermen.
Iedereen was echter compleet uitgeput dus we gingen al snel naar bed. Ja ja naar een echt bed; Met matrassen van stro! Helaas viel het bed uit elkaar toen Maarten erop ging liggen waardoor we nog eventjes een bed in elkaar moesten knutselen.
Ik heb die nacht heerlijk geslapen behalve dat ‘Perro’ mij twee keer wakker maakte, hij was waarschijnlijk naar binnen gekropen toen ik naar het toilet ging. Hij had heerlijk op mijnjasje geslapen en maakte mij wakker als hij zijn behoefte moest doen. Maar het was zo een schatje dat ik onmogelijk boos op hem kon worden.


Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.