Die ochtend had ik weinig haast om uit mijn bed te komen. We waren gisteren ook pas laat gaan slapen en ik had een vermoeden dat het vanavond niet vroeg zou worden met de schorpioenen jacht. Toen ik echter boven kwam was er nog niemand. Het was nog steeds koud dus ik trok mijn benen op de bank en besloot mam maar eindelijk eens te bellen, dat was alweer even geleden. Ondertussen kwam Esmee thuis en maakte ze weer en prachtig ontbijt klaar. Een ei in een paprika, echt waar ze het geduld vandaan haalt om elke ochtend zo een fantastisch ontbijt klaar te maken weet ik niet.
Vandaag had ik eigenlijk weinig zin om werkelijk iets te gaan doen, aangezien het koud was en grauw vond ik het ook wel prima. Ik besloot om eierkoeken te maken, aangezien Alice en Adam die nog nooit ophadden. Esmee was een speciale Mexicaanse thee aan het maken die naar kerst rook. Met de versgebakken eierkoeken ( eerste keer trouwens dat ik die maak en ze waren super goed gelukt. Ja ja ik ben er trots op) de kerst thee, de kou en het familie sfeertje. Kreeg ik echt een kerst gevoel. Toen de kinderen uit school kwamen, cirkelde ze meteen als aasgiertjes over de nog warme eierkoeken. Ze vielen goed in de smaak!
Nu was het John zijn beurt om de keuken in te gaan en hij kookte zoals alleen mannen dat kunnen. Iedereen moet uit de keuken blijven, Esmee moet de ontbrekende ingrediënten halen en elke pan en kom in gebruikt. Maar dan moet ook wel worden gezegd, het gerecht was heerlijk!
Na deze inhaal kerst middag, moesten we opschieten. De neef van Esmee schoof aan het einde van de lunch nog aan, om een bordje mee te pikken. Er kwam een vriendin van Esmee die Alice naar ballet zou brengen en wij moesten ons omkleden en de tassen inpakken om weg te gaan. De neef van Esmee sprak eigelijk geen Engels waardoor ik mijn Spaans goed op hem kon oefenen. Waardoor ik ook even een shine momentje had, blijkbaar is mijn Spaans beter dan van John die hier al zo een dertien jaar woont. Heeft mijn energie die ik erin heb gestoken toch zijn vruchten afgeworpen.
In mijn thermo’s gehuld ondersteund met mijn hike schoenen gingen we op pad. Ik zat samen met John op de achterbank en we voerden goede gesprekken. Iets te goed want daardoor waren we de afslag voorbij gereden. Na ongeveer twee uur rijden stopten we ergens langs de weg. Er was verder niks, we waren langs een weg tussen twee dorpjes in.
We stapten uit en bewapende onszelf met hoofdlampen en natuurlijk zaklampen met blacklight waarin de schorpioenen oplichten. Voor we starten, raakten we nog verzeild in een discussie over de namen van een paar sterren. Wat erin eindigde dat de neef van Esmee een app ging downloaden om erachter te komen. Stel je voor dat er iemand naar ons toe kwam om te vragen wat we aan het doen zijn? Niet ondenkbaar, vier volwassenen om tien uur ’s avonds in de middle of nowhere ziet staan, met backpacks en hoofdlampen. En dan heel rustig antwoorden, ik ben een sterrenapp aan het downloaden, hoezo?
Ik had ondertussen echt het gevoel dat we een lijk gingen begraven en we moesten dan ook erg hard lachen toen we langs het pad een kuil zagen, precies in de vorm en grote voor een doodskist.
Daar liepen we dan met onze blacklights, continu als het oplichtte werd ik blij maar het was of afval of een wit steentje. Op een gegeven moment stelde John voor het pad af te gaan om in de lege rivierbedding te lopen, want we hadden nog geen geluk gehad tot zo ver. Wat waarschijnlijk te maken had met het weer, het was hartstikke koud! Terwijl John aan het afdalen was naar de rivierbedding, riep Esmee dat ze een schorpioen had gevonden. En inderdaad een kleine schorpioen die oplichtte met het blacklight. John kwam terug en we bekeken het soort.
Persoonlijk vond ik de schorpioen een stuk minder imposant dan verwacht. Hierna klauterde en gleden we naar beneden de droge rivierbedding in. Na een tijdje moest ik heel nodig plassen, ik was een beetje achteraan. Alleen Esmee stond vijf meter verderop te zoeken. Dus ik pakte mijn toiletpapier toen Esmee mijn kant op scheen.
“Hoor je dat geluid ?” vroeg ze.
Iets in haar stem deed mijn nekhaartjes overeind staan en ik hoorde inderdaad een geluid, wat ik niet kon plaatsen.
“Een soort gezoem?” antwoordde ik.
“Precies, blijf staan en beweeg niet. Het is waarschijnlijk een ratelslang”.
Ze was nauwelijks uitgesproken of ik hoorde het geluid opnieuw, nu was ik echter goed in staat om het thuis te brengen. Dit geluid had ik wel eens gehoord bij een documentaire, duidelijk een ratelslang. Ik bleef stokstijf staan, maar was aangenaam rustig. Esmee zei dat ik met mijn gewone licht moest kijken wat ik deed. Het geluid klonk dichtbij maar ik kon het dier zelf niet ontdekken. Zoveel licht gaf mijn hoofdlampje El Cheapo nou ook weer niet.
Esmee kwam naar mij toe met een goede zaklamp en samen keken we in de ronde. Maar de slang hield zich nu gedeisd of was al aan zijn vluchtroute begonnen.
Voorzichtig liepen we weer naar de mannen toe, die ons aan het roepen waren, waarschijnlijk hadden ze een schorpioen gevonden. Terwijl we naar hen toeliepen, bedacht ik mij ineens hoe naïeve ik was geweest om niet te hebben bedacht dat er niet alleen maar schorpioenen en tarantula’s hier zitten. Dat ik wel in Mexico was en er dus ook gevaarlijke dieren als een ratelslang op je pad kunnen liggen. We bekeken schorpioen nummer twee en de rest van de wandeling bleef ik dicht bij Esmee. Zij is immers eens stuk alerter op de geluiden dan ik.
We keerden om en Esmee zei dat we onze lichten uit moesten doen, ze zag namelijk andere lichten in de verte.
‘Dat is raar” zei ik “ wat moeten mensen nou hier nou in vredesnaam midden in de nacht?”
Esmee en haar neef draaide hun gezicht naar mij om en keken mij met dezelfde expressie aan.
Waarop ik moest lachen “Oké, oké afgezien van schorpioenen zoeken”.
We moesten alle drie lachen om de situatie en zagen daarna een vallend ster.
Aangezien de lichten die we zagen in de verte hoogstwaarschijnlijk van een auto waren, besloten we verder te lopen, we moesten immers toch een keer naar huis. We vonden niks meer en toen we uit he rivierbed omhoog klommen zagen we inderdaad een grote Jeep staan. Argwanend liepen we ernaar toe, we moesten er immers langs om weer terug te komen bij de auto. Toen we dichterbij kwamen zagen we dat het een politiewagen was en zagen we ook de twee politieagenten die erbij hoorden. Beide gewapend met echt ziek grote wapens. Dat je gewoon weet dat je in tweeën geblazen wordt als ze die op je richten. Ze vertelde ons dat ze dachten dat de auto gestolen was die langs de wegstond en daarom waren ze een kijkje gaan nemen. Maar ze waren met de auto vast komen te zitten in het mulle zand. Zoals dat hier gaat werd er eerst vijftien minuten besteed aan het vertellen van het probleem.
We hielpen ze door de auto te duwen, met intense efford, want John zijn broek scheurde ervan. De auto stond echter opnieuw vast maar versterking kwam eraan, dus wij liepen verder. John had nu een perfect tocht gat op een plek waar dat normaal toch minder gebruikelijk is. Toen we bijna bij de auto waren kwamen we opnieuw politie tegen, dat was waarschijnlijk de versterking. Opnieuw volgde een veel te lang gesprek over het probleem. Ik had het echt fantastisch koud en was moe dus wilde eigenlijk gewoon snel naar de auto. Dat ging echter niet door, we moesten mee terug naar de vast zittende auto, want we moesten als gewicht dienen? Naar mijn idee kwam de auto dan alleen maar verder te zitten. Maar we hadden niet echt een keuze en liepen terug naar de plaats des onheils.
Na een halfuur in de bijtende kou te hebben staan kijken hoe zes politie mannen op de meest onhandige manier de auto probeerden los te trekken, hielden we het voor gezien. Het enige dat ze tot nu toe bereikt hadden, was inderdaad de auto verder te laten wegzakken.
Opgelucht dat we weg konden, liepen we naar de auto. Aangezien ik bijna in een ijsklontje was veranderd, kreeg ik de jas van Esmee haar neef die warm was. In de auto ontdooide ik een beetje en doordat ik nu geconditioneerd ben door de nachtbussen viel ik in slaap. Wanneer ik in een bewegend voertuig zit en het donker is, kan ik mijn ogen gewoon niet open houden.
Ik werd wakker toen we bijna thuis waren, we namen afscheid van de neef en konden de oppas ook eindelijk verlossen. We waren twee uur later thuis dan verwacht, het was inmiddels al na tweeën. Terwijl ik wat spullen opborg, vroeg John of ik misschien wat pesos te leen had voor de oppas. Hij zei dat ik ze natuurlijk terug zou krijgen waarop ik antwoordde dat het echt niet hoefde. We waren schorpioenen gaan zoeken voor mij en daarbij had ik al een behoorlijke tijd van hun gastvrijheid mogen genieten. Waarop hij antwoordde : “ Jouw vader heeft toen in mijn appartement vloerbedekking gelegd en daar wilde hij niks voor hebben. Ik ben blij dat ik nu iets terug kan doen”.
Zo zie je maar, mensen vergeten niet!
We dronken nog een kopje thee met zijn drieën en grapten nog wat om de bizarre nacht. De hike morgen zou hem in ieder geval niet meer worden, het was immers al drie uur toen ik mijn bedje inkroop.
Geschreven door Nancy.op.reis