Ik was al vroeg wakker die ochtend en besloot het nog een keer te proberen om hard te lopen. Het was nog vroeg dus de zon was nog niet te fel. Ik genoot van het nog rustige Huanchaco terwijl ik langs de zee rende. Deze keer ging het allemaal goed zonder half dood te gaan. Terug in Janpix douchte ik mezelf en maakte een ontbijtje. Ondertussen bij iedereen in het huis bekend, mijn bananen met havermout pannenkoeken. Vandaag zou de nieuwe vrijwilligster komen, dus ik was benieuwd. Juan gaf mij een takenlijst voor die dag. Aangezien het meisje er nog niet was en ik die middag naar Chan- Chan wilde, besloot ik maar vast te beginnen en een beetje door te werken. Uiteindelijk viel het enorm erg mee wat ik moest doen dus toen Chau ( althans ik denk dat je het zo schrijft, je spreek het uit al ‘Jouw’ ), aankwam was bijna alles al klaar. Een vriendelijk meisje uit China dat goed Engels spreekt maar geen woord Spaans. We moesten wat flyers en posters printen en daarna de posters ophangen.
Rond het middaguur waren we klaar en gingen we samen met Fin naar Chan- Chan. Iedereen zei dat je gewoon de bus kon pakken en dan een stukje moest lopen. Uitstappen van de bus ging goed. Er stond een taxi die vroeg of hij ons naar Chan- Chan moest brengen. Maar we dachten de ingang al te zien en zover was dat niet. Dus we bedankten hem en gingen lopen. Het was echter een stuk verder dan we dachten, dus we kregen al vrij snel spijt van het niet nemen van een taxi. Na zo een half uur lopen door de brandende zon, dan voel je opeens dat je in een woestijn zit, kwamen we bij de ingang. We namen een gids en het oude vrouwtje dat gebroken Engels sprak nam ons mee.
Chan Chan betekend zon zon, oftewel behoorlijk toepasselijk voor deze plek. Deze plek was de hoofdstad van het rijk van de Chimú. De Chimú cultuur bestond ongeveer vanaf 850 tot 1470 nChr. Hierna werd de cultuur ingelijfd door het rijk van de Inca’s. In totaal zijn er negen ( overblijfselen van de ) paleizen in Chan Chan. Waarvan er ééntje goed bewaard is gebleven en dat was ook degene die wij bezochten. Het grappige is dat deze bevolkingsgroep weer hele andere dieren vereerden dan de Inca’s. Namelijk de vis, de pelikaan, krabben en schildpadden. In elke cultuur vereren ze dus eigenlijk de dieren die om hen heen zijn. De goden die ze vereren zijn de zon en de maan, de zee en de regenboog.
Chan Chan bevindt zich in een woestijn, de water voorziening van de enorme stad werd verzorgd door rivieren afkomstig van het Andes gebergten. Ze hadden irrigatie systemen ontwikkeld om er te kunnen leven.
Ik kan je dit zeggen het paleis dat we bezochten, één van de negen, was enorm! De muren waren groot en dik, en oorspronkelijk zouden ze 20 meter hoog zijn geweest. Het zijn enorme oppervlakten en het is niet voor te stellen dat mensen dat gemaakt hebben in die tijd.
De vrouw vertelde over de plaats, waarvoor het gebruikt werkt. Het vermoeden is dat er geen gebruik werd gemaakt van geld maar van ruilhandel. Omdat er zoveel kleine opslagplaatsen waren gevonden in het paleis.
Na de rondleiding namen we de taxi naar het winkelcentrum. Ik had een nieuwe bikini nodig omdat mijn huidige mij enorm veel pijn deed bij het surfen. Daarna hopte ik weer op de bus naar Huanchaco om een lang Skype gesprek te houden met Marith. Zo leuk om iemand weer eens te spreken na drie maanden. Het is ook grappig om je te realiseren hoe weinig er eigenlijk thuis veranderd, natuurlijk wel kleine veranderingetjes maar het is zo hetzelfde als ik het in vergelijking zet tot mijn ervaringen hier. Na dit gesprek had ik de smaak te pakken en voerde ik ook nog een lang gesprek met Thomas. Hierna gingen we uiteten met de twee jongens van de surfschool en met Chao. We hadden gehoord dat er aan de andere kant van de stad een hele goede pizzeria zat. Het was best wel een stuk lopen en het was ondertussen ook al laat, dus we begonnen al te vrezen dat hij misschien niet meer open was. Een terechte angst, na dat hele stuk lopen bleek hij inderdaad dicht te zijn. Dus we belandde uiteindelijk in een grill restaurant. Het duurde 45 minuten voor ons eten kwam. Dat is echt enorm lang voor Peruaanse begrippen, helemaal als je zo een honger hebt. Maar ook dat heb ik weer overleefd.
Geschreven door Nancy.op.reis