Vandaag is het dan eindelijk zo ver, ik ga naar Misti toe! De tassen waren nog gepakt van gisteren dus we konden al snel vertrekken richting Down Town Arequipa. Daar aangekomen stond onze guide al op ons te wachten met zijn Jeep. Ik kreeg mijn slaapzak die ik gehuurd had en ik dacht alleen maar: ooh die is groot en moet ook nog in mijn Backpack? Ondertussen was mijn Backpack namelijk al behoorlijk zwaar geworden, aangezien ik vijf liter water mee moest brengen. Tot overmaat van ramp moest ik ook nog mijn eigen kommetje en bekertje meenemen. Dit zorgde ervoor dat mijn backpack in totaal ondertussen zo een kleine 15 kilo woog. Dan denk je misschien, nou dat valt toch mee, mijn koffer is meestal 20 kg als ik op vakantie ga. Maar bedenk dan dat je die gelukkig niet een vulkaan op hoeft te sjouwen van zo een 5822 meter.
Want el Misti is inderdaad zo hoog: twee derde van de Mount Everest! Een vulkaan met de laatste eruptie in 1870 en ze is sinds 2008 weer actief. Wat inhoudt dat er geregeld witte rook uit de vulkaan kringelt. Wij hadden ervoor gekozen om Misti te beklimmen via de Noordelijke route. Een route die alleen door onze tour operators wordt aangeboden, normaal is er namelijk een aanvraag nodig om de vulkaan aan deze kant te beklimmen. De Noordelijke route is daardoor rustiger, maar bovenal is het uitzicht mooier.
We gingen met de Jeep naar Misti toe, de weg was op zijn zachtst gezegd erg hobbelig. ( Ik heb een hele blauwe knie en een bult op mijn hoofd van het heen en weer schommelen). Terwijl we Misti naderde werd ze steeds groter en daarmee groeide ook mijn enthousiasme! Ik ga het echt doen, sinds de dag dat ik Arequipa in vloog was ik verliefd geworden op haar. Normaal is haar top bedekt met een dot sneeuw en ijs, maar aangezien de warme tijd van het jaar is ontbrak haar witte kapsel. Voordeel wij zouden van ijs en sneeuw geen last hebben. Maar ook zonder sneeuw is ze magnifiek.
Na drie en een half uur rijden over het pad, tja een weg was het niet, hielt het pad op. We waren helemaal alleen in deze vreemde heuvelachtige omgeving die achter Misti en Chichani schuilgaat. Het enige wat er leeft is een soort venijn prikkend gras en een paar wilde Vicuña’s. Verder wordt het zicht gebroken door de vele heuvelruggen in de verte. En daar werd de auto geparkeerd aan de zijkant, niet dat iemand anders ook maar de moeite zal nemen om hier naartoe te rijden. We hadden eerst even een snelle lunch en ik ging voor het eerst gebruik maken van het Inca toilet. Dat was wel eventjes geleden en dan komt je verlegenheid toch ook weer wat naar boven. Ik bedoel maar ik kon niet echt ergens achter schuilen. Dus ik liep maar een stukje naar beneden en besloot achter een struikje van het hoge gras een toilet te maken. Op dat moment kwam ik erachter dat het heel gemeen prikte, in mijn bil nog wel notabene!
Vervolgens wilde ik in vlotte vaart naar boven lopen, terug naar de Jeep. Alleen ik was al heel snel buiten adem. Ik was even vergeten dat we ons nu op een hoogte van ongeveer 4200 meter bevonden, bijna twee keer zo hoog als Arequipa en tja een stuk hoger dan ons landje dat onder zee niveau ligt!
Ik was een beetje ontdaan over het zo snel buiten adem zijn en probeerde maar niet te veel na te denken over de zware rugzak die ik straks op mijn rug moest dragen. Niet veel later vertrokken we, bepakt en bezakt met zijn drieën. Het ‘pad’ ging al meteen ophoog. Maar het pad bestond niet echt, het was een helling van vulkanisch as. Dat kun je vergelijken met het mulle zand in de Nederlandse duinenbmaar dan net ietsje fijner en de helling is ietsje hoger. Bij de eerste heuvel dacht ik stiekem al: nou ik hoop niet dat de hele weg zo is. Want dat is wel erg zwaar!
Gelukkig liepen we rustig aan, zodat ik niet buiten adem raakte en het goed te doen was met de backpack. De zon brandde op ons en de zwarte as op de grond was enorm heet. De as bevat namelijk ijzer, wat ervoor zorgt dat het zo heet wordt. Soms zelfs zo heet dat schoenzolen smelten!
De omgeving waarlangs we omhoog klommen was schitterend, maar de grond vergde wel echt de aandacht. Continu moest ik opletten dat ik mijn voeten wel goed neerzetten anders schoof mijn voet een heel eind naar beneden met de as. De eerste dag zou de hike maar drie uur zijn. Dat was goed te doen, we stopten drie keer voor een kleine pauze en rond vijf uur kwamen we aan bij basecamp. De plek waar we zouden slapen.
Ik weet niet precies wat ik mij moest voorstellen bij basecamp, maar dit had ik niet verwacht. Te midden van de met as bedekte vulkaan heuvel met hier en daar een paar rotsen stonden twee tenten: Basecamp. Maar stiekem vond ik het wel erg leuk, afgezien van een festival had ik nooit echt gekampeerd dus ik was benieuwd naar deze ervaring. Daarbij was ik ook blij dat de eerste dag erop zat, de weg bestond namelijk nog steeds voornamelijk uit de fijne as en ik wilde mezelf bijzonder graag verlossen van mijn backpack.
David en ik gingen naar onze tent, pakte onze slaapzakken uit en trokken onze thermo’s aan. Het begon namelijk al aardig af te koelen. De zon was wel scherp, maar de wind was ijzig koud.
Vervolgens had ik het toilet met het mooiste uitzicht ooit! Vanaf basecamp keek je naar beneden de vallei in waar een groot meer zichtbaar was met daarachter de mysterieuze heuvelruggen.
Al snel riep onze guide ons naar binnen in zijn tent, het avondeten was klaar. Eerste een bordje soep en daarna spaghetti met tomatensaus en tonijn uit blik. Eerlijk gezegd smaakte het heerlijk. En het was geweldig om in deze tent te zitten. Met drie lagen kleding, een binie op je hoofd, slurpend uit je kommetje soep. Terwijl de wind woest tegen het tentzijl aan blaast, gaf het een knus gevoel. In het midden van de tent een gasvlammetje waarop het eten bereid werd en wat voor wat warmte zorgte. Geweldig.
De Guide vertelde dat het nu in de nacht niet meer zo koud werd, maar – 10 graden. Ik moest heel hard lachen, aangezien ik in Nederland nog nooit aan zulke temperaturen ben blootgesteld. Hij probeerde mij daarna te overtuigen om onder de sterrenhemel te slapen. “ Dat is hier zo mooi en het is toch niet zo koud! “.
Na het eten, het was ongeveer 6 uur, zagen we hoe de zon onderging achter de top van Misti. We waren allebei helemaal gesloopt en besloten om in onze slaapzakken te kruipen. De volgende ochtend zouden we immers om 2 uur ’s ochtend worden gewekt om naar de top te hiken.
Het duurde even voor ik het warm had maar ik viel toch in slaap. De Guide had gezegd dat we waarschijnlijk niet zo goed konden slapen, maximaal 4 uurtjes in verband met de hoogte. We bevonden ons inmiddels op 4800 meter en doordat er minder zuurstof in de lucht is, gaat je hart te keer en vind je ook mentaal niet echt rust. Om 22:00 werd ik wakker, aangezien ik heel nodig moest plassen. ( dat komt door de hoogte ziekte pilletjes). Na een discussie van een kwartier met mezelf besloot ik dat ik beter wel naar buiten kon gaan. Een ander redelijk deel wilde dat niet, aangezien ik het nu eindelijk een soort van warm had en dat naar alle waarschijnlijkheid niet meer het geval was na mijn trip naar buiten.
Maar met een volle blaas slapen werkt ook niet, dus bergschoenen aan, twee lagen jassen, rol wc- papier onder mijn arm, binie op en mijn hoofdlampje op mijn hoofd en gaan. Na veel moeite kreeg ik de ritsen open en kroop ik de tent uit. Wow het was donker en dan die sterren! Ongelooflijk! Het was schitterend en ik schuifelde voorzichtig vooruit. Het was steenkoud maar het uitzicht was onuitgesproken mooi. Als ik mijn hoofdlampje uitdeed, waren het alleen de sterren aan de hemel die het donker doorbraken. En kilometers verderop misschien een lampje van een alpaca boer in de bergen. Het voelde als een onaangebroken stukje land, nog vrij van de allesvernietigende hand van de mensheid. Dit stukje was nog ongerept, enkel te betreden door met eigen benen naar boven te lopen.
Na deze realisatie liep ik weer snel terug naar mijn tent en worstelde mezelf weer in mijn slaapzak, over alweer vier uur zou ik gewekt worden. En ik viel in een diepe slaap.
Geschreven door Nancy.op.reis