Natuurlijk werd ik weer vroeg wakker. Het was hier immers twee uur eerder dan in Honduras en Guatemala. Ik friste mezelf op en ging daarna hoopvol aan een tafel zitten tot ontbijt zou worden geserveerd. Want gisteravond had ik opnieuw avondeten moeten overslaan, om de simpele reden dat ik te moe was. Aan tafel raakte ik in gesprek met twee meisjes, of liever gezegd vrouwen, uit Amsterdam. Het waren om het zo maar te tegen echte Korps hertjes, niet onaardig maar zeker een bepaald type mensen. In mijn kamer ontmoette ik nog Nederlandstalige, namelijk een meisje uit België. Wat grappig was omdat we allebei zeven maanden aan het reizen zijn, allebei aan het einde van onze reis en heel toevallig allebei in Peru begonnen. We hebben de hele ochtend gepraat, niet zozeer over onze reis, maar meer over hoe het ons als persoon veranderd had. Hoe we er tegenaan keken om straks naar huis te gaan en de angst om weer compleet terug te vallen in het systeem en te vergeten wat we hier geleerd hebben. Het was fijn om erover te praten met haar, omdat we zo erg op één lijn zaten met deze ideeën en angsten. Het is nu eenmaal moeilijk om weer terug te gaan naar het leven thuis, zoals het lastig is voor onze vrienden om te begrijpen hoe we veranderd zijn. Hoe kunnen ze ook, zij hebben immers niet die enorme reis gemaakt. We weten allebei dat mensen van ons verwachten dat we weer ‘normaal doen’ na een week omdat reizen niet de realiteit is. Maar was nu als we willen ontsnappen aan dat wat als ‘normaal’ gedefineerd wordt! Hoe dan ook we wisselden contact gegevens uit, zodat we elkaar een bezoekje kunnen brengen en opnieuw kunnen uitwisselen hoe we erop terug kijken.
Daarna ging zij haar tas pakken, want helaas zou ze in het begin van de middag vertrekken naar de volgende bestemming. Ze had mij nog een tip gegeven om naar het schildpadden strand te gaan, ietsje verderop. Ik zei haar gedag en ging alleen op pad. Ik was amper de straat uit toen ik besefte dat ik mijn zonnebrand vergeten was. Dus ik liep terug en net toen ik mijn dorm in liep, kwam er een nieuw meisje binnen die niet had ingecheckt. Ik vroeg of ze al plannen had voor die dag en ze zei van niet. Dus ik stelde voor dat ze met mij mee kon naar het zeeschildpadden strand. Ze bedankte mij en zei dat ze graag mee wilde, dus ik wachtte op haar. Ietsje later vertrokken we op ons mini avontuur.
De collectievos vertrokken vanaf vlakbij ons hostel dus dat was eenvoudig. Op naar Akumal. Wat een fancy collectievos waren dat, met werkelijk hele stoelen, airconditioning wat wil je nog meer. Na een kort ritje van zo een 25 minuten werden we langs de weg afgezet. De mannen in het busje seinde welke kant we op moesten dus we volgden hun aanwijzingen. Natuurlijk werden we al meteen belaagd door mannetjes die ons snorker tours wilden aansmeren voor belachelijk veel geld. Het Belgische meisje had mij echter verteld dat we iets voorbij het grote strand moesten lopen en daar mannetjes in uniform waren die gratig snorkels gaven. Ze zei dat we het strand op moesten bij de rode vlag. Dus we negeerden alle mannetjes die ons geld probeerde af te troggelen en vervolgden onze weg. We zagen het grote strand en liepen er voorbij zoals de aanwijzingen hadden aangegeven. We liepen een lange, lange, lange weg. Maar aangezien we ook druk aan het praten waren, hadden we het niet zo door. De rode vlag bleef uit en we konden ook nergens een opgang naar het strand vinden. De kant van het strand stond volgebouwd met grote huizen, hoogst waarschijnlijk van Amerikanen aan de hummers te zien, en resorts en hotels. Dus toen ik een familie zag die met strandspullen in optocht was, vroeg ik hem waar we eigenlijk het strand op konden.
Ze namen ons met zich mee en gingen een klein padje in naast een hek. Een erg verborgen opgang! Het was smal en leek heel erg alsof we iemands achtertuin in liepen. Maar dat was niet het geval we liepen een schitterend strand op met een suikerwit zand strand en een azur blauwe zee. Wauw! De rode vlag hadden we echter nog steeds niet gevonden, maar het kon niet verder zijn omdat daar gen strand meer was, enkel rotsen. Er waren echter ook geen mannen in uniforms te zien, maar wel een andere man die ons opnieuw voor een absurde prijs snorkels probeerde te verkopen. We besloten even op dit strand te zitten en het water uit te proberen. Ondertussen was ik behoorlijk bezweet geraakt van al het lopen in de hete brandende zon. We liepen het water in en helaas hield na ongeveer een halve meter het prachtige zand op en maakte plaats voor stenen. Niet zo heel erg comfortabel dus. Maar het water was heel helder en warm! Nog wel net koel genoeg om verfrissend te zijn. Omdat het water zo heler was, besloten we dat we de schildpadden dwars door het water konden zien. De zee was echter best wel ‘ruig’ als in het was geen gladde spiegel. Dus we konden niks zien, daarbij vertoonde de mensen die wel de absurde prijs hadden betaald, weinig enthousiasme. We lieten ons zelf opdrogen en besloten terug te gaan naar het grote strand. We moesten de rode vlag gemist hebben. Terwijl we terug liepen, kwamen we een pick up tegen, waaruit eten werd geserveerd. De enige ‘klanten’ waren wegwerkers, we besloten het erop te wagen en vroegen of we wat te eten konden kopen. Ze reageerden enthousiast dat net natuurlijk kon en terwijl onze boordjes werden vol geschept, praatten we met de man. Daarna reden ze weg en aten wij onze heerlijke lunch. Uiteindelijk kwamen we weer aan bij het publieke strand, adembenemend mooi. Met de palmbomen, opnieuw prachtig wit zand, blauwe zee en deze keer geen stenen. En natuurlijk, daar was de rode vlag. We waren dus voor niks drie kwartier de andere kant op gelopen en drie kwartier terug.
Voorbij de rode vlag was het wat rustiger, omdat het privé stranden zijn. Maar ongeveer tien meter strand naar de zee toe was publiek. We gingen opnieuw het water in, het was zo heerlijk. Zo blauw, helder en warm! Heerlijk, echt wat je verwacht bij de Caribische Zee. We hoorden nu wel wat ophef over mensen die schildpadden zagen, dus ik besloot toch een snorkel te halen. De man in uniform verhuurde ze voor een schappelijke prijs. Ik zag echter dat de mensen naast ons snorkels hadden. Dus ik trok de stoute schoenen aan en vroeg of we hun snorkels even mochten lenen. Sina, het Duitse meisje, was hierdoor een beetje geshockt. Natuurlijk vonden de jongens het geen probleem en ze pakte hierop toch de snorkel aan. Opgelaten liep ik de zee, die met korte kleine golfjes behoorlijk krachtig was. Dus toen door mijn duikbril de onderwaterwereld bewonderde en met mijn snorkel lucht probeerde te happen, kwam er jammer genoeg vaak een slok zeewater mee. Het was even wennen om weer aan de oppervlakte te blijven en niet gewoon te gaan waar je wilde zoals met duiken. Het water was redelijk helder, al kan je natuurlijk voorstellen dat het onrustige water wat zand omhoog woelde. Bovendien ging de zee niet echt naar beneden en bleef het eigenlijk behoorlijk ondiep. Het was een mooi gebied om te snorkelen, er was wat koraal en de gekleurde vissen waren aanwezig, in mindere aantallen in vergelijking met Utila, maar nog steeds was het genieten.
Na een tijdje te hebben rond gedobberd zag ik opeens een enorme pijlstaartrog , blauw met stippen. Het was zo een mooi dier. Echt de vogel van de zee, rustig met zijn vleugels door het water heen vloog. Wauw. Ik was zo blij dat ik dit mooie dier eindelijk kon bewonderen, ik had het zo vaak gevraagd aan Nico voor duiken of we er eentje zouden zien. En nu was het dit schitterende grote exemplaar. Nog vol vreugde dat ik dit zee wonder mocht aanschouwen, zag ik bijna niet de zeeschildpad die rakelings mijn pad doorkruiste. Ik zette meteen mijn koers bij en volgde de zeeschildpad, ze was prachtig. Het was een klein soort, niet groter dan een halve meter. Het keek af en toe mijn richting op terwijl ik met het mee zwom, maar probeerde ook afstand te houden zodat ze zo niet opgejaagd zou voelen. Na een tijdje zwaaide ik gedag en keerde ik weer om. Voldaan met dit geluk zwom ik rustig terug naar de kust. Waarbij ik nog een paar pijlstartroggen zag, zowel de mooie blauwe als de wit bruine die nauwelijks zichtbaar zijn in het Caribische zand. En blijkbaar was het geluk werkelijk aan mijn kant, want ik zag nog een zeeschildpad. Een zeer grote! Deze grote rakker van zo een meter of meer, zat rustig op de grond, van wat zeegras te eten. Het leek absoluut niet verstoord te worden van mijn aanwezigheid. Het keek even op en negeerde mij toen verder. Ik bleef hem een tijdje bekijken besloot toen ik echt het water uit moest om de verbranding van mijn rug en billen enigszins te limiteren.
Sina was ondertussen allang weer opgedroogd, ze was al een tijdje terug de zee uitgekomen. Met een glimlach van oor tot oor gaf ik de snorkel terug aan de jongens en bedankten hen een aantal keer. Nadat ook ik redelijk opgedroogd was besloten we om weer terug te keren naar Tulum. De weg terug ging gesmeerd, de collectivo kwam net aanrijden toen we aankwamen bij de ‘bushalte’. Natuurlijk stapten we te vroeg uit, waardoor we nog half Tulum moesten doorlopen, dus enigszins verslagen kwamen we weer aan in het hostel. We pakten de fietsen om wat fruit etc. te halen. De rest van de avond relaxten we een beetje en maakte ik mijn enigszins zielige maaltijd klaar van havermout met banaan. Ach we noemen het maar het reizigersleven.
Geschreven door Nancy.op.reis