Dat inchecken etc op Schiphol ging eigenlijk allemaal soepel. Een beetje spannend blijft het natuurlijk wel, want je gaat weer weg.
Na een Starbucks koffie, waar ik mij al een week op verheugde, stapten we het vliegtuig in. Een korte vlucht van 2 uur en we kwamen al aan op Marokkaanse bodem. Het was vooral heel droog. Zo droog dat ik meteen riep dat ik de Sahara al zag. Maar die zou groter moeten zijn volgens Thomas. Langs de landingsbaan liep een man met een ezel over een verdorde akker. Dat is nu precies het beeld dat je altijd hebt als je aan Marokko denkt, heerlijk! Opgewonden voor alle nieuwe ervaringen die dit land zou bieden aan ons liepen we het vliegveld uit.
Nog even de korte stress dat Thomas zijn backpack niet kwam, maar die stond van de band af. Gelukkig nu konden we onze reis doorzetten. Geld kwam zonder problemen uit de ATM en we waren plots de bezitters van 1000 Durham, omgerekend iets minder dan 100 euro. Hiermee kochten we zonder problemen een treinticket naar Fez. Airconditioning was blijkbaar geen ding op het vliegveld dus de zweetokseltjes begonnen al te klotsen. Thomas schitterde in het oefenen met zijn Frans, alhoewel ik het soms beter verstond. Wel leuk om een team te zijn, hij spreekt het redelijk en ik versta het redelijk, heb ik hier toch nog wat aan het Spaans. Waarschijnlijk door hoe ik Spaans heb leren spreken: heel veel luisteren.
De eerste trein bracht ons naar het grote station van Casa Blanca waar vandaan de trein naar Fez zou vertrekken. Verdwaald liepen we over het station heen waarin de boorden vooral waren versierd met arabische alfabet. Verloren liepen we tussen de vrouwen in vrolijk gekleurde jurken en met bloemen bedekte hoofddoeken. Maar er liepen ook zat vrouwen ongesluierd bij. Een jonge man kwam naar ons toe en vroeg waar we heen wilden. We lieten ons kaartje zien en in het Frans en Engels legde hij ons uit waar we moesten zijn en dat we nog 45 minuten moesten wachten.
We verlieten de luwte en enigszins koelte van het station om water te vinden (mijn persoonlijke hoofd-behoefte op dat moment) en sprokkelde er een paar half gaare paninibroodjes bij. Terwijl we deze opsmikkelde zei Thomas opeens dat ik heel gelukkig leek en straalde. Hier had ik nog niet bij stil gestaan maar hij had gelijk. Ik genoot. Genietend van de menen om mij heen en een cultuur die mij nog vreemd is en hopelijk na deze reis mij iets meer bekend zou zijn. De eenvoud van het leven, waar backpacken je naar terug brengt daar geniet ik van. Wat een geluk dat ik dit nu ook met Thomas kan delen!
Nou dat terug naar de eenvoud is gelukt, de volgende trein die we namen had namelijk geen airco. Waardoor het een reidene broodrooster werd, zonder ramen die open konden. Gelukkig hadden we elkaar om te irriteren en af te leiden. Zoals veel te fanatiek kamertje verhuren spelen, wie/ wat ben ik en woord slang. Ja dit maakt het toch wel beter dan wanneer je alleen in je misère in die broodrooster. Plus ik heb een kameel gespot!
De zonsondergang was schitterende, kleuren oranje, geel en rood die ik nog nooit had gezien tegen de zwarte schaduwen van de zandheuvels een eenvoudige vierkante huisjes. Een totaal andere wereld wat ik van Zuid Amerika heb gezien. Helaas kon ik er nu nog geen foto's van maken door het smerige raam van de trein, maar er zullen er nog genoemd komen!
Na vijf uur kwamen we eindelijk aan in Fez, we onderhandelde in het Frans en Spaans over de taxi prijs. Uiteindelijk werden we er naartoe gereden. In een afgelegen straatje waar enkel een paar typisch gekleden mannen op de grond zaten werden we afgezet. De taxi chauffeur vertelde waar we naar toe moesten en daar liepen we dan. Door een straatje uit de eerste honderd jaar van onze jaartelling, enkel bewapend met onze backpack en nieuwsgierigheid.
Het hostel was dichtbij en we konden meteen even douchen om vervolgens ons toch nog even de straat op te wagen. Het was als na middernacht, maar ik had water nodig en Thomas nog wat te eten. We volgden de aanwijzingen van het hostel en liepen door de 'straten' naar de grote weg. Ik begreep meteen waarom de medina als doolhof wordt omschreven met overal kleine doorgangetjes en geen logica. Het is de stad uit boeken en films waar je volgens mij gemakkelijk in verdwaald kan raken. Er kwamen een kip en een geit tegen op weg naar de straat en we zagen meteen dat er voor 95% mannen op straat waren Thomas klemde mij tegen zich aan en we werden al snel aangesproken met tips voor een restaurant. Verderop zagen we wat mensen die fruit verkochten en we besloten dat dit ons avondeten werd. Een Engels sprekende man kwam naar ons toe, hij wilde ons ook een restaurant laten zien. We volgden hem, maar elke straat die we in gingen, sloeg ik op in mijn geheugen. Opeens wilde hij een donker en leeg steegje inlopen waar het restaurant zou zijn. Thomas en ik stopten allebei abrupt: nee. Thomas bedankte hem, maar legde uit dat we geen eetplek zochten voor vanavond. De jongen begon hem uit te dagen en leek beledigd. Ik voelde Thomas zijn hand warm en klam worden om mijne heen. Even leek hij overgehaald door onze barmhartige gids maar ik zei dat we daar echt niet heen gingen. We bedankten hem en maakten ons snel uit de voeten. Geen idee of het een gevaar was of echt een vriendelijke man. Maar om dat nu uit te zoeken om 1 uur s nachts in deze nieuwe stad, leek ons niet het beste. We namen onze fles water en fruit mee naar het dakterras van het hostel en genoten van de koele wind. Daarna waren we allebei helemaal op en vielen al snel in een diepe slaap.
Geschreven door Nancy.op.reis