De eerste dag van de Lares Trek begon erg rustig aan, we moesten om acht uur klaar staan. We mochten zeven kilo meenemen in onze bagage, dat was natuurlijk veel te veel. Maar het is fijn om die optie te hebben; Onze spullen werden ingeladen net als wij. De eerste dag was alleen niet echt hiking, Het was vooral in de bus zitten, kwam ik al snel achter. Niet helemaal mijn ding, maar ik kon de rust eigenlijk goed gebruiken.
De eerste stop was bij een klein dorpje waarvan ik de naam niet heb kunnen onthouden. Een Inca vrouwtje begroette ons allemaal met een knuffel. In dit dorpje kregen we een demonstratie over het weven van de Alpaca wol. Het vrouwtje vertelde over de verschillende wol, hoe ze he schoonmaken en kleuren. Het schoonmaken werd gedaan met een soort wortel dat hoog in de bergen groeit, het werkt ongelooflijk. En zij gebruiken het als shampoo, dus dat is waarschijnlijk het geheim waarom ze geen grijze haren krijgen. Kortom, terug in Cusco met ik op jacht naar die wortel.
De kleuring van de wol wordt gedaan met enkel natuurlijke producten, onder andere de parasiet die ik al eerder in Colca Canyon had gezien. Het was erg interessant, ik wist niet dat je zulke mooie kleuren kon krijgen met natuurlijke producten. We kregen ook nog te zien hoe ze het weven. Ik snap nu wel beter waarom de alpaca spullen zo duur zijn, het kost hun vier weken om een deken te weven en twee weken voor een sjaal. Na de demonstratie konden we natuurlijk van alles kopen. De spullen waren heel mooi, maar mijn backpack heeft mij beschermd. Het past er immers gewoon niet meer in.
Ondertussen leerde de groep elkaar wat beter kennen. In dit dorpje was er natuurlijk geen riolering. Er waren wel toiletten, maar om door te trekken moest je water uit een emmer scheppen. Je snapt dat we hierom lol hebben gehad!
We bezochten Pisac, maar daar was ik al geweest zoals jullie weten. En ik was blij toe dat ik die hike al had gedaan, zonder de massa toeristen. We reden met de bus naar boven en bezochten alleen de hotspots van Pisac, verschrikkelijk. Zo veel bussen daar bovenop de berg dat ik amper kon ademen. Nee dan was mijn bezoekje eerder die week toch wel een stuk avontuurlijker en specialer.
Terwijl ik alle selfiesticks probeerde te ontwijken in Pisac, leerde ik Hanna kennen. Een meisje uit Duitsland, dat ook de Lares trek deed. We kwamen erachter dat we na de trek dezelfde kant op gingen reizen. Dus als we elkaar nog steeds aardig vinden na de trek kunnen we een tijdje samen reizen.
We deelden wat ideeën en ze introduceerde mij in het couchsurfng. Dit houdt in dat je gratis bij mensen kan slapen. Oftewel bij locals. Een unieke kans dus dat ik ga ik zeker uitproberen! Zeker als wij samen reizen, dan is het toch net ietsje veiliger.
Na Pisac gingen we met de bus naar de lunch plek. Het eten was echt uitzonderlijk goed, de opmaak deed niet onder aan een sterrenrestaurant. Het eten was zo goed, dat ik in de bus, na de lunch, in slaap viel. Toen ik wakker werd, waren we in Ollantaytambo. Een plek die bekend staat als mini Machu Pucchi. Het was een mooie plek, maar ook hier was het bezaaid met toeristen. Waardoor ik toch iets minder kon genieten van de ruïnes. Het is lastig een sfeer en omgeving op te snuiven als mensen hijgend en zwetend de trappen oplopen, terwijl ze zonder de plek echt te zien, foto’s maken waarop vooral zijzelf goed te zien zijn. En laten we eerlijk zijn, de meeste mensen zijn toch echt niet mooier dan die ruïnes ;) .
Afijn dat is nu eenmaal een fenomeen dat erbij hoort, wanneer je zulke plekken bezoekt. We verbleven in een hotel genaamd Inca Paradise, een schattig hotel waar we nog eventjes konden genieten van een douche, bed en Wi-Fi. De rest van die avond werd vooral besteed met het kopen van de laatste spullen voor de trek. We dronken nog met een groot dee vand groep een warme chocolademelk in het Choco museum. Daarna was het al bed tijd, want morgen was het dan eindelijk zo ver. Eindelijk ging de trek echt beginnen. Bovendien was er ook niks meer na zeven te beleven in Ollantaytambo.
Geschreven door Nancy.op.reis