Zondag 8 maart 2020/ Carry
Mijn maag , die gisteren nog aanvoelde als een brandend iets, is een stuk rustiger en het ontbijt gaat er redelijk in. Rond kwart voor 9 wandelen we al bij het hotel vandaan, bestemming Ella’s Rock dat op ongeveer 1900 meter hoogte ligt. Udaya, die eerst van plan was om mee te gaan, is met de auto naar de garage, de deuren sluiten niet meer automatisch. We vinden het niet erg, het is ook wel eens lekker om een dag zonder hem door te brengen en eerlijk gezegd geloof ik nooit dat hij tot de top zou zijn gekomen.
Het eerste gedeelte gaat over het spoor, langs de kant staan allemaal kleine stalletjes waar cocosnoten en drankjes worden verkocht. In de vroege ochtend doen ze nog niet veel zaken. Iedereen is op weg om voor de hitte de top te bereiken. De route is door de eigenaar van het hotel goed uitgelegd, maar we moeten toch zelf opletten want er staan nergens aanwijsborden. Na drie kilometer gaan we van het spoor af, de berg op. Tussen de theeplantages door en nog redelijk wat schaduw klimmen we, net als honderden andere toeristen naar boven. Als we op een open plek komen waar ettelijke tafels en stoelen bij een terras staan, denken we even dat we er zijn. Het uitzicht is redelijk en ik ben helemaal happy. Totdat de uitbater lachend komt vertellen dat de top nog 40 minuten klimmen verder ligt. En die klim is vreselijk, een smal rotsachtig steil pad moet naar het mooie uitzichtpunt leiden. Nog niet eens halverwege heb ik het gevoel dat ik niet meer verder kan, een snelle blik op mijn Fitbit wijst een hartslag aan van 160. Maar zitten blijven wil ik ook niet, dus stoppen we om de 5 minuten, maken een praatje met wat Duitse toeristen ( waar die al niet goed voor zijn om je hartslag weer naar beneden te krijgen) en klauteren dan weer verder naar boven. En eenmaal op de top ben ik blij dat ik niet heb opgegeven.
Het is de moeite van de klim waard geweest. Er staan een paar kraampjes die met hun verse sappen goede zaken doen. Iedereen die boven komt ziet er verhit, dorstig en afgepeigerd uit. Een nieuwsgierige aap kijkt het geheel een beetje meewarig aan, lijkt het wel.
We genieten volop van de omgeving en het prachtige uitzicht over de bergen en het diepe dal en na ruim een uur uitrusten kunnen we de moeilijke tocht naar beneden weer aan. We zijn blijkbaar opgevallen tussen al dat jong grut dat er rondloopt, want als we halverwege de terugtocht op een boomstam gaan zitten om iets te drinken, komt er een jonge vrouw naar ons toe. “ Excuse me, it is so beautiful to see the 2 of you sitting there, can I make a picture of you both?” Vraagt ze een beetje verlegen lachend. Ik hoor meteen dat ze Duits is en antwoord in haar eigen taal, dat dat natuurlijk mag. “ Es ist so total züss” zegt ze . Ja, denk ik nog, die twee blanke grijze oudjes die hier naar boven zijn gesjraveld moeten ook wel opvallen.
Een uurtje later dompelen we onze vermoeide voeten en benen in de waterval o de aan de berg. Blijkbaar is Geer ook een beetje van de wereld want wanneer hij zijn sokken en schoenen weer aan doet roept hij “ Car, ik ben een sok kwijt, die heb jij zeker weer in je tas gedaan hè” alsof ik überhaupt die stinkende sokken in mijn tas wil hebben. Ik kijk nog een beetje rond en gil dan stikkend van de lach dat ie eens naar zijn voeten moet kijken. Hij heeft ze namelijk aan.....
Gelukkig ziet hij er ook de humor van in maar echt bij de les is hij nog steeds niet want niet veel later hoor ik een smak achter me: hij ligt languit op het spoor. Ik kan hem nog net wegtrekken voordat de trein eraan komt gestormd.
Grapje, er is in geen velden of wegen een trein te zien. Die komt pas als wij al lang en breed aan de lunch zitten bij Bees en honey, hoog boven het spoor met ook alweer dat prachtige uitzicht op die rots en de omringende theeplantages.
Inmiddels heeft Udaya al ge-apt of het goed met ons gaat. Die heeft natuurlijk nooit gedacht dat we de top zouden halen.
Als we het hotel komen binnenvallen en ons net wat hebben opgefrist heeft hij alweer een nieuw idee: rond 5 uur naar de zonsondergang kijken op Little Adams peak, dat een kilometer of 5 buiten Ella ligt. Dat moet je hebben gezien, volgens hem. Gelukkig zijn we tegen die tijd alweer wat uitgerust en beginnen we aan de klim naar boven. Hij blijft wachten in de auto en doet maar weer eens een dutje. Ook hier doen de tuk tuks weer goede zaken, wij weigeren beleefd het aanbod om ons naar boven te brengen: “ we are Dutch and used to walk”. Het eerste gedeelte is geasfalteerd en hoewel bergop, redelijk makkelijk te lopen. Het laatste stuk gaat weer zigzaggend steil omhoog, dit keer met trappen. Verschillende locals proberen ook hier weer een graantje mee te pikken, er zit een man met een cobra en er staan weer de nodige sap standjes langs de kant van de weg. Eenmaal boven is het uitzicht adembenemend, de hoge bergen en de smalle weg diep beneden ons. Er zijn er meer op het idee gekomen om naar de zonsondergang te kijken, verspreid over de helling zitten of liggen mensen te genieten van het uitzicht.
Een paar honden hebben een holletje gegraven in het zand en storen zich niet aan de mensen die om hen heen lopen. Ze slapen, of doen tenminste alsof.
Wij wachten niet op de zonsondergang, de magen knorren, we hebben vandaag veel calorieën verbrand.
Als we bij de auto aankomen staat onze trouwe gids alweer te wenken. Maar vandaag is onze dag, dus hij zet ons in het centrum af bij het restaurant waar we gisteren wat met de Duitse meiden hebben gedronken en hij rijdt naar zijn eigen onderkomen.
In het gezellig drukke Ella sluiten we een mooie dag af met een lekker etentje. Ik laat me trakteren, tenslotte is het vandaag internationale Vrouwendag......
Geschreven door Geer.en.Car.on.tour