De laatste actieve dag in Oezbekistan.
Het wordt nog een flinke.
We gaan een hike doen in de bergen, niet zo ver van Tashkent
We krijgen het gezelschap van Elbek. Da's de zoon van de grote baas van het lokale reisagentschap waarmee we hier reisden.
Hij wil eens zien of de tocht die we vandaag gaan doen niet té zwaar is voor Wonderways groepen.
Als hij dat wil checken zegt dat misschien al iets over de tocht?
Titi heeft een alternatief gevraagd voor de iets minder mobiele mensen uit de groep.
Ikti gaat met hen een andere makkelijkere wandeling doen rond een meer.
We worden opgehaald door 2 minibusjes. Ons vervoer is altijd uiterst verzorgd. Meer dan genoeg ruimte, propere busjes, goede en vriendelijke chauffeurs.
Een mooie grote laan leidt ons uit de grootstad.
Elbek vertelt ons dat dit eigenlijk een startbaan was voor grote Antonov vliegtuigen, ten tijde van de Russen.
In Tashkent was een fabriek die onderdelen maakte voor deze vliegtuigen.
Eens de fabriek stopte kwam een grote strook asfalt vrij, die ze nu ombouwden naar die grote laan.
Dit alles is nog vrij nieuw, in de jaren 2018 ergens.
Wat we nog zien aan de zijkanten van deze weg zijn werken.
Rechts een grote bouwwerf. Daar zijn de Chinezen bezig met de bouw van een groot sportstadion. Voor grote sportevenementen, WK's etc.
Ook hier zijn onze vrienden bezig met, ja wat, hun buurlanden te helpen?
Volgens Elbek hebben ze in buurland Tadjikistan op een heuvel een grote militaire basis gebouwd. Officieel huren ze de grond, officieus zijn ze het land aan het overnemen.
Links ook een grote bouwwerf. Daar zijn projectontwikkelaars een nieuw Tashkent aan het bouwen. Een 500.000 nieuwe woningen omdat de stad te klein wordt.
Terug, da's de officiële uitleg. Officieus zou er zwart geld van off-shore bedrijven witgewassen worden.
Zeker geen stadsdeel voor de gewone mens, de woningen zouden vrij duur zijn.
We rijden naar het Chimgan gebergte. Een grote en een kleine. Gelegen in het Umgam-Chatkal National Park.
Onze tocht gaat door op de kleine, de grote is met zijn 3300 m iets teveel.
Als we aankomen in het dorp waar we vertrekken zijn we opnieuw in één grote werf beland.
Nu zijn het oa. de Fransen die hier massieve hotels bouwen. Wegens de hoogte en vooral de sneeuw werd er hier vroeger in Russische tijden al geskied, tijd om de koe te melken en een groot skiresort aan te leggen. Terug niet voor de gewone sterveling, rijke Oezbeken en rijke buurlanders zullen naar hier komen voor skivakanties.
Toerisme brengt goede dingen maar ook niet-goede zaken. De natuur wordt er zeker niet beter van.
Tijd om de wandelschoenen iets strakker aan te trekken en de tocht aan te vangen.
We hebben, naast Elbek, nog een 2de berggids mee. Een echte bergmens, zijn spiermassa zou wel iets beter kunnen want hij is een pinkdikte breed.
Hij heet Stanislava. Hij gaat de weg leiden.
Al van bij het begin is het flink klimmen. De dijspieren worden al direct op de proef gesteld. Voor sommigen ietsje té.
Er wordt beslist dat hier de wegen al scheiden. Tot groot jolijt van Ikti. Hij gaat mee met de groep die een iets makkelijke wandeling doen, minder klimwerk, rond een meer. Zijn glimlach was nog nooit zo breed. De natuur is duidelijk niet zijn core business.
Wij gaan verder. Er wachten ons 800 klimmeters, 1000 daalmeters.
De zon is terug van de partij, bijwijlen een loden hitte op onze hoofden.
Een grindpad in het begin dat vrij snel overgaat naar een stenen pad. Daarmee bedoel ik een pad waarop grote rotsen liggen, als traptreden.
Geen ideale plaats voor de korte beentjes.
Regelmatig eens stoppen zodat iedereen het tempo kan volgen.
Als beloning krijgen we spectaculaire vergezichten op de Chimgan.
Wel de aandacht erbij houden, een slippertje is snel gemaakt. Karien loopt op een smal bergpadje voorbij een struik. Hupla, weggegleden een paar meter naar beneden.
"Niks aan de hand mannen, alles OK".
Titi glijdt uit en komt op een rots te zitten, alsof op een paard.
Zelfs Elbek houdt het niet recht.
Vooral de afdalingen zijn verraderlijk. De rotsen zijn bedekt met fijne kiezelsteentjes waardoor verlies van evenwicht snel gebeurd is.
We gaan over een bergkam, dalen af.
We zijn ongeveer halfweg als we stoppen voor de lunch. Onze gidsen hebben alles bij om thee te maken. Onze lunch kregen we bij vertrek in het hotel.
Een gevulde sandwich, een appel en een banaan, een flesje water, koekjes. Ruim genoeg om de dag door te komen. Voor de doorsnee mens althans. "Ik heb gelijk een klein hongerken" hoor ik toch nog af en toe.
Bij de lunchplek is er een pad naar een waterval. Klimmen op een paar rotsen is de enige weg.
"We gaan niet naar het ziekenhuis hé" is Titi voortdurend aan het scanderen. Wat wil zeggen dat de afdaling via koorden verboden terrein is. Djzu toch.
Maar ja, nu moet ik luisteren naar de leidster hé.
We zetten onze tocht verder. Terug klimmen.
Een nog flinkere klim, stijgpercentages tot 45% laat Elbek weten. De wandelstokken worden ten volle gebruikt.
Op het hoogste punt van onze trip heb je een mooi overzicht over het bergmassief. Dat blijft toch één van onze favoriete omgevingen.
De laatste afdaling wordt ingezet. Ook een lastige. 45% omhoog wil zeggen dat aan ongeveer diezelfde steilte gedaald wordt.
Slippertjes in de bergen. Het zou de titel kunnen zijn van een XXX film.
Stanislava kijkt regelmatig op de GPS of we nog wel in de juiste richting lopen.
Dat wel maar er lijkt niet echt een pad te zijn. We moeten regelmatig door de rivier, over stenen.
Water en gladde keien, geen goede combo.
Af en toe gaat een voetje het water in.
Naar het einde toe is het meer door de rivier stappen dan op een pad, iedereen heeft dus natte voeten.
Ik kijk er zelfs niet meer naar, aan de volgende doortocht ga ik gewoon door het water. De voeten zijn toch al nat en liever dit dan onderuit gaan en een been breken. Of nog erger, de GSM in het water.
De zon is ietsje minder aanwezig. Niet echt een straf. Het maakt het iets minder vermoeiend en de lucht kleurt veel mooier.
We moeten nog ongeveer een uurtje stappen laat Slava weten, achter de bocht krijgen we een beter pad.
Én een kleine verrassing. De rest van de groep staat ons op te wachten. Voor beide partijen een blij verrassend weerzien.
Vooral voor de 2de groep. Hun geplande tocht rond het meer is iets anders uitgevallen dan gehoopt. De 2 chauffeurs en Ikti zagen dit blijkbaar als een uitgelezen kans om een beetje bij te rusten.
Aan een parking en niet aan het meer wordt gestopt en gaan ze in winterslaapmodus. Tot een kleine ergernis van de 5 groepsleden. Daarvoor zijn we toch niet naar hier gekomen.
Ze nemen dan maar zelf het heft in handen en maken een wandeling op goed kom uit. Ikti kan niet anders dan hen vergezellen. Een streep door zijn rekening. Op zich geen contraire man maar zijn werkijver laat soms een beetje te wensen over, zeker als er een fysieke inspanning bij komt kijken. Wordt vervolgd.
We stappen terug als 1 groep richting de minibusjes.
Op de terugweg stoppen we nu wel aan het meer. Het Charvak meer.
Een meer dat ontstond na de aanleg van een stuwdam. Wateraanvoer komt van 3 rivieren. De namen: Mr Google kan je helpen, ik kan de namen niet onthouden.
Het is 100m diep. Op de bodem ligt een klein dorpje. Dat was het dorp speciaal gebouwd voor de werkers aan de dam. Eens de dam af werd het dorp gewoon onder water gezet.
Een dam die het debiet van de rivier regelt maar ondertussen ook elektriciteit levert.
Het is ook een 3 landenpunt. Kirgizië, Kazakhstan en Turkmenistan grenzen aan het meer.
Zoals reeds gezegd. Toerisme brengt goed en slecht.
De omgeving van het meer is aan een toeristische opgang bezig. Overal worden hotels gebouwd die de rondgang van het meer afsluiten, lelijke cabines, allerlei attracties. Jammer, zeker in deze omgeving.
De terugrit naar Tashkent verloopt vlot totdat we de stad binnen rijden. We zijn in de avondspits terecht gekomen. Dat betekent voor onze chauffeur dubbel goed uitkijken. De auto's komen van alle kanten, de wegcode is onbestaand.
We komen in één stuk aan bij ons hotel.
We hebben niet zoveel tijd, amper een halfuurtje om te douchen en ons klaar te maken voor het afscheidsdiner. Dat wordt een spurtje.
De Belgian Cheeta en de Belgian Tornado halen het net op tijd.
We verzamelen in de inkomhal, de één al mooier opgetaloord dan de andere. Kwestie van prioriteiten.
Ikti vergezelt ons, Elbek is al aanwezig in het restaurant.
20u15 maar we kunnen nog in T-shirt op het terras zitten. Profiteren maar, volgende week komt waarschijnlijk de trui en regenvest uit de kast.
Een vrij groot restaurant maar ze hebben het redelijk gezellig gemaakt.
Kamol ofte Elbek's papa is er ook bij komen zitten. Hij is dus grote baas van Marakanda Travel, de lokale organisatie.
Een super sympathieke joviale man die dan ook nog eens perfect Frans spreekt. Tezamen met Elbek runt hij het kantoor. Ze zijn natuurlijk héél geïnteresseerd in hoe de reis is verlopen.
Titi debrieft, goed en minder goed. Al waren de tegenvallers nagenoeg onbestaand.
Oezbekistan heeft ons zo aangenaam verrast, een aanrader voor iedereen.
Elk groepslid krijgt een tasje met schaaltje als aandenken. Én de drank deze avond is ook voor hun rekening. Fijne mensen.
Een aantal speeches passeren de revue. Kamol dus, Titi, Ikti.
En Wendy, een van de medereizigers.
Zij voert het woord om Titi te bedanken voor al het goede werk dat ze leverde de voorbij weken. Verkeerd boeken van kamers corrigeren, de planning nauwgezet in het oog houden en bijsturen.
Kortom, alles wat geregeld moet worden regelen.
Achter de schermen het thuisfront briefen.
Als bedanking krijgt ze van de groep een mooie sjaal en een paar oorbellen. Dat had de groep al snel door. Geen enkele dag hetzelfde paar oorbellen.
Toch wel een waardering voor de inspanningen. Van iedereen krijgt ze een pluim.
De speech wordt af en toe verstoord door luide muziek. Eén van de gerechten is een meters lange slede met satés op. Hoe groter de tafel hoe groter de slede. Met veel poespas en trommelgeroffel wordt die op de tafel gezet. Wel leuk, helaas niet voor ons. We krijgen een plateau met verschillende soorten gebakken vlees. Lekker, door iedereen gesmaakt.
En dan moet de watermeloen nog komen.
Voor de liefhebbers, helaas.
Er is een plan gesmeed om een taart als dessert te bekomen.
Zonder dat Jurgen het wist is er doorgegeven dat het zijn verjaardag is. Of toch zogezegd. Hij verjaart eigenlijk in februari maar één of andere snoodaard heeft zonder zijn medeweten dus een taart geregeld.
Plots komen er een tiental werknemers met de taart af, klinkt er Happy Birthday uit de box. Jurgen wordt gevraagd de kaarsjes uit te blazen en een stukje van de taart de bijten.
De ganse groep ligt onder de tafel van het lachen, Jurgens hoofd staat op ontploffen van schaamte. Zelfs Ikti en Elbek kunnen de grap ervan wel smaken.
De taart is eigenlijk ook een beetje voor Lenny en Lucky Luc. Vandaag verjaren ze, maar dan echt. Hip hip hoera.
Moe en meer dan voldaan nemen we afscheid van Elbek. Een jongen met het hart op de goede plaats.
Als we terugkomen moeten we hem maar contacteren, dan regelt hij wel iets voor ons.
Of als ik het zou voor elkaar krijgen om een paar motoren naar hier te krijgen, dan wil hij gerust met ons een mooie motortrip doen. Hm, toch eens goed over nadenken.
De busjes brengen ons terug naar het hotel.
Jammer dat we geen filmpjes kunnen posten. De hilariteit, het schaterlachen op de ganse terugrit zouden boekdelen spreken. Bijna iedereen laat weten dat ze nog nooit een vakantie hadden waarop er zoveel gelachen werd. Leuk toch.
Het licht gaat uit rond middernacht nadat de valies is gemaakt. Herschikken, herverdelen. Souvenirs en cadeautjes moeten mee naar huis.
Het wordt een korte nacht.
De wekker staat geprogrammeerd om 5u30.
Geschreven door Waarzijnwenu