Na het ontbijt vertrekken we met de scooter. We kregen gisteren een plannetje, we zullen nog een paar keer de weg moeten vragen. Als we in het stadje rijden, wordt meer en meer duidelijk hoe arm de mensen hier zijn. Sommige wonen echt in krotten van huizen. De straten zijn in redelijk slechte toestand, veel putten, niet onderhouden, vuil. Na een tankbeurt, 1l benzine uit de PET fles, verlaten we de stad. Geen al te druk verkeer. De eerste stopplaats is Pa-Auk-Taw-Ya. Een klooster, het grootste meditatie centrum van Myanmar. Gelukkig hebben we de scooter want het domein is 500 hectare groot. We rijden een beetje lukraak rond. Er zijn wel richtingaanwijzers maar alles in het mandalay, onleesbaar voor ons. We vragen de weg aan monniken. We komen aan bij Dhammavihari Sima, de grote meditatie hal. Een jonge monnik wijst ons de weg, we moeten door een bos, trappen op. Langsheen het pad staat 1 groot gebouw waar monniken slapen. Het meest verbijsterende zijn de kleine houten barakken verspreid in het bos. Het zijn de verblijven van monniken. We vragen aan de jonge monnik of we zijn huisje mogen bezoeken. Het mag. 3m op 3m groot met een golfplaten dak. Geen luxe. Een keihard houten bed zonder matras, enkel een dun matje. Terug naar het essentiële. We proberen een gesprekje te voeren met hem, het gaat moeilijk wegens gebrekkig Engels. Als we onze weg verder zetten, krijgen we van een andere monnik als gift een rol toiletpapier en een zakje waspoeder. De hall is vrij groot, 2 verdiepingen. Er staan muskietennetten als tentje. Later horen we dat dat de woning is van sommige monniken. Dat is echt wel basis leven. We scooteren terug, we nemen nog een zijweg. Die leidt naar een groot gebouw, daar zien we vrouwelijke monniken bezig in een keuken. Ze zijn bezig al het verzamelde voedsel te sorteren. Er wordt ons spontaan een maaltijd aangeboden. Het is rond de middag, we slaan het aanbod niet af. We krijgen rijst en allerlei soorten groenten. Een beker kokosmelk als dessert. Het is gratis, we geven toch iets. Niet als betaling maar als donatie, anders aanvaarden ze het niet. Als we bijna aan de uitgang zijn, zien we een westerse monnik. We houden halt en knopen een gesprek met hem aan. Het is een Zweed die in zijn thuisland al met meditatie en spiritualiteit bezig was. Hij kwam naar hier voor meditatie, is hier al 6 maand en is van plan die termijn te verdubbelen. Een interessant gesprek met Donny, boeddhistische naam Vipuna. Jammer genoeg heeft hij niet veel tijd. Hij gaat dingen kopen maar mag zelf geen geld aanraken. Zijn compagnon wacht op hem, hij moet weg. Ook wij vervolgen onze weg. We gaan op zoek naar een boeddha beeld. We denken de plaats te hebben gevonden. Er ligt een standbeeld van een boeddha, in een loods. Een paar enthousiaste omstaanders nemen ons mee in de boeddha. Er zijn allerlei beeltenissen, verhaaltjes worden uitgebeeld. Vrij kitscherig. Het is niet het beeld dat we zoeken. We vragen richting aanwijzingen. Het is een stukje terugrijden. We rijden eerst verder naar een War Cemetery in Thanbyuzayat. Het is de plaats waar in 1942 de aanleg begon van Birma-Siam spoorweg om de Japanners te voorzien van oorlogsmaterieel. Ongeveer 16000 krijgsgevangenen lieten er het leven. Het was ook de inspiratiebron voor de film en het boek "Bridge on the River Kwai". Het kerkhof lijkt een beetje op de oorlogskerkhoven van bij ons. Echter, zoals een beetje overal in Myanmar, niet zo goed onderhouden. Een terugweg van ongeveer een uurtje brengt ons langs kleine dorpjes, graanvelden, watermeloenen en papaya's. We nemen de afslag naar Win Sein Taw Ya. Het is de plaats waar het grootste liggende boeddha beeld ter wereld ligt. Hij is ongeveer 171 meter lang, 30 meter hoog. De weg er naar toe is geflankeerd door meer dan 500 kleinere beelden van monniken. Hier en daar nog wat andere mythische figuren. Het beeld is van ver te zien, uiteraard. Gratis ingang, wel schoenen en kousen uit. Van buiten is het inderdaad een indrukwekkend iets. Hier en daar een extra likje verf zou niet misstaan. Je kan ook in de boeddha. Onze eerste indruk : of ze zijn nog volop bezig met bouwwerken of het is al redelijk vervallen. Beginnende gaten in de betonnen vloer, ruwe beton, vuil. En het lijkt een beetje op een binnen Efteling. Allerlei verhalen uit het leven van boeddha worden uitgebeeld. Sommige mooi, de meeste ook hier zeer kitscherig. En vuil, stoffig. Toch wel jammer. Misschien moeten ze toch een beetje inkom vragen voor het onderhoud ervan. Maar al bij al toch wel imposant. Op de terugweg rijdt een uitgemergelde man met paard en kar op de grindweg. We mogen een foto nemen van hem en zijn zoon. We geven tandenborstels, zeep. De jongen denkt dat het koekjes zijn en begint het zeepje op te eten. Of hij heeft zoveel honger. We hebben ook nog koekjes, die geven we aan hen. Er is nog héél véél armoede in de wereld. Dat wordt ook duidelijk als we Mawlamyine terug binnenrijden. Heel wat hutten, echt krotwoningen waar ganse gezinnen in leven. Je zal maar geluk hebben waar je wieg staat. We hebben nog tijd om de grootste stupa van Mawlamyine te bezoeken. Het lijkt een beetje de kleine broer van de grote Shwedagon stupa in Yangon. Netjes op tijd leveren we de scooter in. Een klein beetje stappen brengt ons terug bij de avondmarkt met de eetstalletjes. Titi eet er gebakken noedels met groenten, ik heb weinig eetlust. Een halfuur stappen brengt ons terug in het hotel. Een leuke maar confronterende dag.
Geschreven door Waarzijnwenu