Het wordt een eentonig verhaal. Niet goed slapen door gesnurk. Is het niet onze medereiziger, het is onze gastheer. Hij lag in een kamertje naast ons. Maar alles is eigenlijk open. Gevolg. Terug zijn er een paar die maar een aantal uren sliepen. Lichtjes gebroken staan we om 6u op. Zo'n harde ondergrond eist zijn tol. Ik doe een luikje open. Een dikke mist vult het dorp. Het is nog vroeg, misschien klaart het straks wel uit. Eerst ontbijten. Jojo heeft pannenkoeken gemaakt. Met de verse honing van gisteren geen slecht begin van de dag. Fruit als extra. Tegen 7u30 zijn we klaar om het laatste deel van de 3 daagse trekking aan te vangen. Regenjas aan. Tegen de vochtigheid maar ook tegen de kou. Lang zullen we ze niet dragen, het wordt snel zonniger en warmer. De neergedaalde mist is voer voor mooie foto's. Spinnenwebben komen naar voor. De paadjes zijn wel iets gladder, iets voorzichtiger stappen dus. Er is dichte begroeiing wat het leuker maakt maar dus ook glibberig. Als we het bos uitkomen, stappen we voorbij een resort in aanbouw..mooie bamboehutten. Deze zijn nog niet af. De prijs is wel al bekend. 3,5€ per nacht. Ongelooflijk. Zonder maaltijden. Maar voor die prijs slaap je echt wel op een idyllische plek. Hoe ze het doen, ?? We stappen langs een soort hoofdweg. Een grindbaan. Drukker verkeer. Zowel van voertuigen als van toeristen. Het is de enige weg naar het Inle meer. Aan het laatste café stopt elke gids met zijn groep voor een laatste bevoorrading. Het is er een komen en gaan. Wat verder wordt een zijweg genomen. Meer het type weg dat onze voorkeur geniet. Smal, op en af, zand of kleiachtig. Voor ons zien we Nyaungshwe al tevoorschijn komen. We krijgen onderweg nog wat les van Jojo. Over medicinale planten. Één heeft een ontsmettende werking. Wat verder vertelt hij over een legende bij de Pa-O volkeren. Over drakenvrouwen, alchemisten en kluizenaars. We vragen aan elkaar hoe het verhaal nu eigenlijk in elkaar zat. Niemand heeft de diepe bodem begrepen. De ondergrond verandert in rode aarde. De vergelijking met Afrika is niet ver te zoeken. We komen na 5u stappen aan op ons eindpunt. Inle meer. We lunchen eerst nog op een leuk plek in het bos. Noodles met groenten, avocado salade, fruit. Hier nemen we afscheid van Jojo. Hij was een goede gids. Hij draagt ons over aan een schipper. Met hem gaan we een paar uur het meer op. We moeten 1€ extra betalen voor deze trip. We twijfelen geen seconde. In een soort longtail zijn we weg. Bagage mee. Die werd naar hier gebracht op een scooter. De bestuurder zag je nog met moeite zitten op zijn brommer. Goed. Iedereen de boot in, met ons vieren zijn we weg. Via kleine kanaaltjes, doorheen groene beplanting. Een soort waterlelies maar dan zonder bloem. Langs de oevers paalwoningen. Er zijn grote percelen in het water waar ze tomaten kweken. Op kleine, smalle bootjes varen ze tussen de struiken. Hydrocultuur is hier waarschijnlijk uitgevonden. Een eerste stopplaats is een zilversmid. We passen, niemand van ons is geïnteresseerd. We varen door naar een souvenirwinkel/weverij. De "hoofdattractie" hier zijn de longneck vrouwen die weven. Ze behoren tot de Kayan etnische groep. Een lange smalle nek met gouden ringen errond is hun handelsmerk. Door de zware ringen worden hun sleutelbeen en borstkas naar beneden geduwd waardoor ze de lange nek krijgen. Verschillende theorieën hieromtrent. Ze zouden onaantrekkelijk moeten zijn voor mannen uit naburige dorpen. Andere beweren dat het vroeger was om ze te beschermen tegen aanvallende tijgers. De meest plausibele theorie is dat ze dit puur als versiering doen. Ze zullen hier wel puur voor de toeristen zitten, maar het is toch wel impressionant. Hun eigenlijke habitat is het zuiden van de Shan provincie, de provincie waarin we ons nu bevinden. We varen verder via kanaaltjes naar de Phwar Ya Ta Pagode. Van ver te zien. Tientallen bootjes liggen er aangemeerd. De toegang tot de pagode wordt ontsierd door een heleboel souvenirwinkels errond. Binnenin is er een schrijn met bollen die boeddha moeten voorstellen. Mensen kleven bladgoud erop. Of liever mannen want de toegang tot dat deel is verboden voor vrouwen. We varen door naar het Nga Hpe Kyaung klooster. Ook hier hetzelfde tafereel. Souvenirwinkels langsheen het toegangspad. Binnenin grote gouden relikwieën. Het dak van de grote hall wordt ondersteund door houten palen die vrij schuin staan. Een monnik loopt heen en weer in de hall, maakt kilometers. Het is de laatste stop vooraleer we het eigenlijke meer opgaan. Het Inle meer is 22km lang en 11km breed. Het is beroemd vanwege de acrobatische vissers. Ze staan op smalle bootjes, op één been, en peddelen met het andere been. Terwijl ze hun netten uitgooien. We zien ze bezig, terwijl ze hun visvangst binnenhalen. Een uniek tafereel. Onze schipper vaart naar een andere visser die heel acrobatisch op de voorkant van zijn boot staat. Op één been met een fuik in de hand. Een kunst maar het is overduidelijk dat hij dit puur voor de toeristen doet. Zeker als híj dan nog eens met een dode vis staat te zwaaien. En als hij geld begint te vragen, zijn we er helemaal van overtuigd dat dit een tourist trap is. We varen de volledige lengte van het meer over. Het is gelukkig nog mooi weer want door het opspattende water worden we toch wel wat nat. Het meer is overduidelijk een belangrijke verkeersader. Boten transporteren van alles, heel wat boten met toeristen. Toch wel ruim een half uur varen brengt ons tot in Nyaungshwe. Hier verblijven we. Een drukke aanlegsteiger verwelkomt ons. We stappen uit, nemen afscheid van Kristel. We moeten op zoek gaan naar een slaapplaats. Via een site vond ik een paar adresjes. Eén ervan is Inle Inn. Een beetje weg van het water. Dit is op zich niet slecht want er is druk verkeer op het water, van luidruchtige boten. Ze hebben nog plaats. Mooie kamers, afgewerkt met bamboematten. En een lekker warme douche. Die we onmiddellijk uittesten. Zalig. We gaan eten. Een leuk restaurantje serveert lekker eten. Én een goed glas wijn. Er wordt wijn verbouwd in deze streek. Wit en rood. Dat smaakt. Er is wat verwarring over de herkomst. We wilden de wijn uit de streek proeven. Een westerse jongen die hier werkt, leeft geeft uitleg. Er is de lokale wijn maar er is ook geïmporteerde wijn uit Zuid-Afrika die ze hier bottelen. De dienster wist het waarschijnlijk niet goed. Maar goed, het smaakt, dat is het belangrijkste. Morgen gaan we voor de lokale. Terug naar het guesthouse. We kruipen vroeg onder de dekens, de trekking van de vorige dagen was vermoeiend, vooral door het gebrek aan nachtrust. Dat is buiten de buren gerekend. Super dunne muren tussen ons en hen. We horen de ene kant praten, bij de andere kunnen we meeluisteren wat er op hun TV speelt. En we zijn er nog niet. Er weerklinkt luide muziek en gezang. We vermoeden van ergens uit een kamer. Ik ga kijken. Het blijkt van ergens verder in de straat te komen. Niets aan te doen. We kunnen meegenieten van de valse noten tot 23u. Dan wordt het eindelijk stil.
Geschreven door Waarzijnwenu