Vertrek uit Samarkand.
Onze grote bus wordt ingeruild voor 3 minibusjes, type Vito. Geblindeerde ruiten.
Als de 3 busjes vertrekken met een aantal meter tussenruimte en in colonne rijden, lijkt het alsof we in een film terecht gekomen zijn. Alsof we op een geheime missie zijn.
Samarkand is een vrij drukke stad, het verlaten ervan verloopt in horten en stoten.
De beschikbare asfalt wordt terug optimaal gebruikt. Rijden op zijn Aziatisch, een begrip op zich.
Eens de stad achter ons ligt, krijgen we vrij slechte wegen onder de wielen. Putten, bobbels, scheuren. Noem het op. Geen hoofdweg waardig.
Onze chauffeur weet ze redelijk te ontwijken al vraagt dat soms een slingermanoeuvre.
Een uurtje rijden en daar is al onze eerste stop. Een markt langs de weg, een soort bazaar.
Een stuk of 15 standjes, velen verkopen hetzelfde. Noten, zaden fruit. Witte bolletjes waarvan ik denk dat het kwarteleitjes zijn.
Ik kon niet meer mis zijn, het zijn kaasbolletjes. Schapen-en geitenkaas. We mogen proeven, een vrij zure smaak.
Waar we wel fan van zijn, zijn pistachenoten, cashewnoten. Gezouten, gezoet. Een paar 100gr van dit, van dat. Voor geen geld. Een fractie van wat het bij ons kost.
Alles zou van uit de buurt komen, verzekert Ikti mij. Geen reden om hem niet te geloven.
We rijden verder, dezelfde soort wegen.
We rijden door dorpen en steden, de één al groter dan de andere, ook drukker.
Men leeft hier op de straat, er is overal animatie. Kraampjes, getoeter, veel volk op straat.
Meer en meer komen de bergen dichterbij.
We rijden in de vallei, het uitzicht wordt beter en beter.
De baan wordt heuvelachtiger, op en neer.
Op een hoger punt stoppen we aan een uitkijkpunt. Voor ons zien de Pamir bergen. Hoge bergen tot 3800m hoogte.
De toppen zien wit. Gisteren is er de eerste sneeuw gevallen.
Deze bergen scheiden Oezbekistan met Tadzjikistan. Een grens m.a.w. tussen de 2 landen.
Een groot meer ligt in het dal. We gaan naar het einde van de zomer toe. De waterstand is dus laag. Je kan duidelijk de bovengrens zien, wanneer de sneeuw smelt stijgt het niveau tot daar.
We moeten 45km doen tot onze eindbestemming. Daar gaan we 1u30 tot 2u over doen. Dat belooft dus voor de weg.
Van bij het vertrek heel slecht wegdek. Een gemiddelde van 20km/u denk ik.
Wegenwerkers zijn bezig met betonnen blokken te maken, als vangrail. Misschien hadden ze beter eerst het wegdek onderhanden genomen.
Wat iets verder gelukkig is gebeurd. Een biljart vlak asfalt. Het tempo kan opgevoerd worden. Echter maar voor een paar kilometer.
Het mooie asfalt maakt plaats voor een grindweg.
Een weg die de rivierbedding volgt.
De rivier loopt er nog wel in maar voor een stukje maar. Oorzaak hiervan: de Chinezen.
Ze zijn over tientallen kilometers een grote waterleiding aan het construeren. Een buis die grote hoeveelheden water naar een waterkrachtcentrale moet brengen.
De bedding is voor 3/4 uitgegraven om die buis dus te leggen. Een metalen pijp die dan nog eens in de beton wordt gegoten.
Wat er met de opgewekte kracht gaat gebeuren? Elektriciteit opwekken, voor de dorpen maar vooral voor skistations dat de Chinezen wil bouwen in de Pamir bergen.
Wat er als tegenprestatie moet gebeuren? De Chinezen krijgen in ruil goud en natuurlijke energie zoals gas, olie.
Zullen de Chinezen hier alles overnemen? Toch maar opletten zou ik als raad geven.
Na een goede 5u rijden komen aan in het bergdorp Gilan.
Onze eerste indruk: we willen hier een paar dagen blijven.
De tijd is hier precies blijven stilstaan. Een aantal decennia dan.
We gaan eerst naar ons guesthouse. Usmon Aka.
Terug een homestay, slapen bij de mensen dus.
Geen eigen kamers maar slaapzalen.
1 kamer heeft 2 bedden, de rest bevat meer bedden. Ik lig op een kamer met 6 bedden. Mooi naast elkaar, ik heb een beetje een sneeuwwitje en de 7 dwergen gevoel.
Titi op een kamer met 3.
Iedereen installeert zich waarna we gaan lunchen.
Het voorafgaand toiletbezoek voorspelt niet veel goeds. Een vrouw is het vlees aan het spoelen op een mesthoop. Letterlijk dan. Ai, dat wordt terug een parasiet.
Ik ruik ook een frietgeur. Biefstuk friet zeg al lachend.
Als het eten wordt opgediend krijg ik deels gelijk. Frieten (1x gebakken) met een soort stoofvlees.
Om de overgang naar België niet té plots te maken waarschijnlijk.
Een naar Oezbeekse normen vrij bescheiden maaltijd, niet de massa maar da's meer dan goed. We hebben zeker voldoende.
We gaan een wandeling door het dorp doen.
Van bij het begin zijn we mee met de vibe van het dorp. Authenticiteit ten top.
Dorpelingen rijden op ezels.
Volgeladen ezels komen de steile hoofdstraat naar boven geklommen.
Letterlijk dan want het is een vrij steile zandbaan.
Heel oude auto's, motoren.
Oude jeeps zijn volgepropt met gewassen die binnengehaald worden voor de winter. Fruit zoals appelen, peren. Hout.
Motoren met zijspan. De vrouw achterop, op de zijkar terug de oogst.
Oude huizen uit leem en hout sieren de straat.
Eveneens te zien in de straat: hoopjes mest die ligt te drogen.
Gewoon op straat, in huizen, overal waar er maar een beetje plaats is.
Die mest wordt in de winter gebruikt om te verwarmen, om het vuur brandende te houden.
We maken een flinke wandeling, voor sommige een beetje té. Vooral de steilte is voor enkelen te lastig. Én misschien ook wel de hoogte. We zitten ongeveer op 1300m.
Ikti regelt voor hen noodtransport. De man van de homestay komt hen ophalen met een jeep.
Ze missen een beetje te schoonheid van de omgeving. De bergen, het groen, de rotsen. Wij kunnen hier uren doorbrengen zonder dat het een minuut zou vervelen.
De inwoners zijn supervriendelijk. Ze zijn precies tevreden om ons te zien.
Een foto nemen is geen probleem. De jeugd wil zelfs dat we een foto van ons met hen nemen, met hun toestel.
Een mevrouw schenkt ons vers geoogste peren.
Kinderen krijgen een snoepje van ons. Een beetje twijfel in het begin maar ze komen snel los. What's your name? We're you from?
Er is vrij veel drukte in de straten. Oogstseizoen dus velen brengen van alles naar het dorp.
De koeien worden binnen gehaald, loslopend in de straat.
Motoren rijden met heel veel luid lawaai door de straat.
Lage emissiezones kennen ze hier duidelijk niet.
Het vele volk is ook te verklaren door de 4000 inwoners. Toch nog een redelijk aantal.
Iets wat je op het eerste gezicht niet zou zeggen, de huizen lijken verspreid te liggen.
We zitten op hoogte dat wil zeggen dat de temperatuur een stuk lager is dan de vorige dagen. Het scheelt zeker 10°.
Wanneer de avond valt, grijpt iedereen naar die extra trui die diep in de valies zit.
Ook een voorsmaakje voor volgende week?
Een warme douche brengt verlossing. Zeker in onze badkamer.
Da's eigenlijk de persoonlijke van de eigenaars maar iedereen mag die gebruiken.
Leuk meegenomen want er is een goede warme douche en vloerverwarming.
Avondmaal.
Naar gewoonte hier iets soberder.
Dumplings met groenten.
Ook zeer goed als voorbereiding naar volgende week, downsizen.
De berglucht is blijkbaar zeer vermoeiend want rond 20u zijn er al een aantal die richting slaapkamer verhuizen.
Toch wel heel vroeg.
Een deel blijft nog een beetje zitten in de eetruimte. Sommigen blijven liggen want er is een deel met tafel en stoelen, een ander deel is zitten op de vloer. In kleermakerszit.
Om toch een beetje relaxen is liggen dan toch iets comfortabeler.
22u dan toch maar slapen.
Eerst valies dicht, plastic zak met koekjes enzo in de rugzak wegsteken. Boven mij hoor ik geritsel in het plafond. Muizen dus.
Op het einde van de slaapkamer een "hond". Medereiziger Nancy heeft een zware hoest.
Dat belooft voor de nacht.
Geschreven door Waarzijnwenu