Hoe wisselvallig kan het weer zijn? Gisterenavond windstil, af en toe een druppeltje. Deze nacht en deze morgen windkracht 7, we werden terug heen en weer geschud. Bobil lijkt nogal zacht afgeveerd.
Via 3 cijfer wegen (680) rijden we richting Trondheim, de 3de grootste stad van Noorwegen. 3 cijfers wil zeggen kleine baantjes maar meestal wel heel mooi. Vandaag niet anders.
Ons afval moeten we nog kwijt. We ontdekken we handigheid : gewoon langs de weg staan grote grijze ronde containers. Da's eigelijk een soort containerpark. Alles kan je er kwijt : papier, glas, GFT, restafval. Wij hebben enkel een klein zakje restafval, aan ons zullen ze niet geruïneerd zijn.
Wij moeten daar wel zo snel mogelijk weg. Een indringende geur, iemand heeft zijn visafval gedumpt.
Net voor we de stad inrijden zoals bijna dagelijks : opvullen, dumpen op de daarvoor voorziene plaats.
Een heel klein stukje autostrade, dat was precies al een eeuwigheid geleden.
Hét grote probleem in Trondheim zal het parkeren worden. De stad is redelijk verkeersluw, zeker voor onze grote Bobil zal het niet zo evident zijn.
Het rijden in de stad zelf vraagt ook wat aanpassen. We rijden als enige op de rechtse rijstrook van een dubbele baan. Raar. Tot we een bord zien dat onze rijstrook voorbehouden is voor bussen en taxi's. Vlug opschuiven naar links dus.
In de reisgids staat beschreven dat er een grote parkeerplaats is, gratis, waar ook campers op kunnen.
De coördinaten ingesteld en er naar toe.
Als we aankomen blijkt dat niet te kloppen. Er is wel een parking maar die is niet gratis en overal staan borden verboden voor mobilhomes.
Op zoek naar een alternatief.
Ik rij voor mij een nogal klein straatje in, voetgangers en fietsers staren ons aan. Weeral toeristen zeker?
Als we op het einde van de straat zijn en een rotonde oprijden, zien we dat we eigelijk een 500tal meter op een fietspad hebben gereden. Nochtans niets gezien van verbodsborden of fietsborden. Het is nu wel duidelijk waarom de Trondheimers ons nogal misnoegd aankeken. Ah ja, we hebben niemand omver gereden, er zijn geen doden gevallen.
De zoektocht wordt verder gezet.
We zien een bord dat leidt naar een parking, we zullen dat maar volgen ook al is het een teken van een overdekte parking. Ook dat bord blijkt niet te kloppen, het is een open parking, er staan zelfs al campers op.
Er loopt een parkeerbediende rond, toch maar eens checken bij haar.
We kunnen hier inderdaad parkeren, we mogen zelfs 2 parkeervakken gebruiken voor de prijs van 1. Als we ze vinden want alles staat redelijk vol.
Bochtje om, er ligt er eentje te blinken dat perfect is voor ons. Dankzij de tips en tricks van papa Marcel (altijd op de spiegels rijden!!) én de achteruitrijcamera van verhuurder Johan is het een fluitje van een cent om Bobil te parkeren.
Een ticket nemen, we krijgen maximaal 3u dat we hier mogen blijven staan. Ruim genoeg, Trondheim is niet zó super groot, zeker niet het toeristische deel.
Trondheim is de eigenaar van de enige kathedraal in Noorwegen, de Nidaros Domkirke. Uiteraard staat die op ons lijstje, daar beginnen we onze ontdekkingstocht van de stad zelfs mee.
Gids Titi leidt me daarna naar de Gamle Bybru, een houten brug uit de 17de eeuw over de rivier. Fotomomentje.
Zo kom je in het oude voetgangersgebied Bakklandet. Ofte het Trondheimse påtershøl. Kleine straatjes, oude gerenoveerde kleurrijke pakhuizen. Langs de stroom houten huizen die de stad een heel gezellige aanblik geven. Vele doen dienst als gezellige horecazaken. Wij gaan naar Baklandet Skydsstasjon, een vroegere halte voor postkoetsen. Een kleine maar gezellige plaats. Bestellen doe je aan de bar, je kiest een klein tafeltje uit. Alles is gereserveerd maar de meeste pas voor 17u. Meer dan tijd genoeg. Ik bestel een haringbordje, Titi een vissoep. Alles tot in de puntjes verzorgd, heel lekker. Zo lekker dat ik de haring ''s avonds nog degusteer. Mijn maag was blijkbaar niet akkoord met mijn gemaakte keuze. Niks dat een colaatje niet kan oplossen.
Nog een aardigheidje hier in de stad : een fietslift. Een soort rolband achtig iets dat jou en je fiets naar een hoger gelegen deel van de stad brengt. Jammer genoeg niemand die ons laat genieten van een show.
We lopen nog wat rond, drinken een koffietje. We doen wild vandaag. Én lunchen én een koffie en surplus.
Stipt 15u zijn we terug aan de camper, schoon op tijd.
We verlaten Trondheim. Het uitrijden is niet zo aangenaam, veel industrie.
Na 30' rijden bevinden we ons gelukkig al terug tussen het groen. Rijdend langs een meer laten we de grootstad verder achter ons.
Kondigt de winter zich aan? Overal langs de wegen staan al stokken die als referentiepunt moeten dienen bij hevige sneeuwval. Een sportieveling traint zich al voor het langlaufen.
Tijd om op zijn Columbusses een slaapplaats te zoeken.
Vele inhammen, zijbaantjes maar die leiden nagenoeg altijd naar een huis, m.a.w. een privé eigendom.
Op goed geluk slaan we een grindbaantje in, hier geen chance.
Nog een stukje grotere weg, het volgende kleine weggetje terug in.
Eens we daar op rijden nemen we nog eens een zijbaan, alles grindwegen.
Er staat een paneel dat iets zegt over een parking en een wandeling maar we verstaan er de ballen van.
Volgen die handel, we zien wel waar we uitkomen.
Dat baantje duurt toch wel redelijk lang, Titi kan op Google maps nog net meevolgen. De weg loopt dood.
Als we ons hier moeten keren en terugrijden, dat kan nog leuk worden.
Als je denkt dat komt niet meer goed, dan is er altijd licht aan het einde van de tunnel.
We komen uit in een pijpekop, het einde van de beschaving lijkt wel. Ideaal, dat wordt onze kampplaats
Bobil krijgt zijn plaats voor de nacht, wij de onze aan ons tafeltje terwijl de buitentemperatuur nog juist aangenaam is. De wijn houdt ons warm, dat scheelt ook. Niet dat we zo'n dronkaards zijn. 1 fles op anderhalve week, daar kunnen we mee thuiskomen.
Het bord voor de wandeling wordt hier herhaald. Het leidt naar een dam. Dat kunnen we nog uitproberen, het is nog maar 17u en er is nog daglicht.
De trip gaat door een aanpalend bos, aangenaam wandelen. Wat hier opvalt : heel veel mos. Net alsof je op luchtkussentjes loopt. De stukken die té drassig zijn worden overbrugd door houten balken.
Het eindpunt is een meertje met iets dat op een dam lijkt. De wandeling is mooi, het meer ook. Het principe van de dam moeten we er een beetje bijdenken. Een detail.
Op de terugweg liggen we op de loer voor elanden, muskusossen. Spijtig, dat biefstukje uit de ijskast zal dan toch ons avondmaal worden.
Als de zakken onder onze ogen opvallen, daar zitten onze boodschappen nog in.
Niemand die ons vergezelt op onze unieke plaats, als er moet geroepen worden deze nacht, t'is de moment.
We worden stilaan meer en meer gewoon aan de stilte, aan het alleen zijn.
Bobilleke kopen en migreren dan maar?
Een brandend kaarsje als ruggesteun voor de elleboogoperatie van morgen op het thuisfront houdt nog een beetje de invallende duisternis weg.
Geschreven door Waarzijnwenu