Als we de gordijnen openen, vallen de zonnestralen in de kamer. Een kleine verrassing. Gisteravond, net als we aankwamen in het hotel, is het beginnen te regenen, gieten eigenlijk. De ganse nacht. Droogseizoen zeggen ze. Nog een meevaller. We kunnen ontbijten buiten op het terras. Onder de parasol want de zon geeft al goed. Een goede start van de dag. Eens het stadje uit rijden we terug op mooie wegen. Frisgroen flankeert de weg. We rijden nog steeds op de Ho Chi Minh trail. Eigenlijk moeten we Ho Chi Minh road zeggen omdat het trail omgebouwd werd tot een volwaardige geasfalteerde weg. Een monument is daar getuige van. Een gedenksteen met data. Maar zoals veel zaken totaal niet onderhouden. Er ontbreekt een tegel, de helft van de tekst is weg, overwoekerd met onkruid. Typisch Vietnamees, zegt Wing. De overheid bouwt maar onderhoudt niet. Het daarvoor voorziene geld verdwijnt in de zakken van corrupte politici. Hij kan zich er erg over opwinden. De bocht om, een beetje een dalende weg. De volgende bocht en we worden bijna van de motor geblazen. Voor ons een schitterend meer, omzoomd met bergen en bossen. Met de weerspiegeling van de wolken in het water een prentkaart waardig. Het meer is er gekomen door de bouw van 5 dammen. Om, tijdens het regenseizoen, de watertoevloed te controleren. Ongelooflijk mooi. We blijven een kwartiertje sprakeloos kijken. Wanneer we wegrijden, blijft de weg zich door het laaggebergte slingeren. Het is hier een klein paradijs voor de motorrijder. Jammer van het gekke verkeer en de corruptie. We stoppen bij een aantal huizen langs de weg. Het is een dorpje van de Catu minderheid. Terwijl de vrouwen de was doen, zitten mannen kaart te spelen of te biljarten. Een gek gezicht. Buiten onder een afdak een biljart. Wing is naast gids ook een geboren entertainer. Met het kaartspel doet hij een aantal goocheltrucs. De locals kijken hun ogen uit. Een oude man komt kijken. Een hartelijk weerzien tussen Wing en de man. Beiden oorlogsveteranen, ze kennen elkaar al lang. De man woont met zijn echtgenote in een bamboehut. In de rest van het dorp heeft de baksteen en het golfplaten dak zijn intrede gedaan. We mogen in de hut. Zoals overal is de binnenkant zwartgeblakerd. Door het vuur binnen in. Dat is deels bewust gedaan. Wanneer de bamboe zwart gerookt is, is het veel minder gevoelig voor ongedierte. De man neemt ons mee achter de huizen. Hij toont ons zijn zelfgemaakte doodskist. We krijgen een wuivende uitgeleide van de dorpelingen. Als we een tijdje rijden, zien we naast ons in de stroom buffels waden. Vooral de laatste 2 dagen zien we heel wat buffels op onze weg. Een fotomoment. We stoppen ook bij een stuk van de originele Ho Chi Minh trail. De weg is een soort museum. Er staan restanten van oorlogsvoertuigen. Een stukje historie. We nemen de afslag naar een kleiner dorpje. Daar zien we bij een klein familiebedrijfje hoe ze de incense maken. Een soort wierookstokjes wordt nu gedeeltelijk machinaal gemaakt. Buiten zit een ouder vrouwtje de stokjes te rangschikken. De familie doet het niet slecht. Een mooi nieuw huis. Ze hebben verschillende terreinen waarop ze actief zijn. Naast de incense oogsten ze met hun machine rijst bij anderen. Voor geld of voor rijst. De man vertelt iets, Wing vertaalt. Sinds de bouw van de dam, is er elk jaar minstens 1x een overstroming. Hij toont ons op de muren hoe hoog het water dan komt. Toch zeker anderhalve meter. Ze hebben speciaal daarvoor een bovenverdieping gebouwd. Om alles droog te kunnen houden. Maar geen gehoor bij de overheid. We gaan op zoek naar een plaats om te eten. We moeten langs wegenwerken in een dorpsstraat. Nogal chaotisch. Een stuk beton wordt gegoten. 20m verder aan de overzijde terug. Wij slalommen er tussendoor. Door de regen van gisteren ligt de weg er modderig, soms glibberig bij. Leuk rijden dus. Onze lunch eten we, uiteraard, lokaal. In een eethuis gerund door boeddhisten. We krijgen noedels met verse groenten en tofu, een soep, drank. Pure voeding. De afrekening : 0,80€ per persoon. Dat wordt thuis ongelooflijk aanpassen. Wing heeft nog benzine nodig. Als we aan een tankstation stoppen, zien we 2 scooters staan. Ze zijn beladen met grote manden waarin levende varkens zitten. Die scooters zijn echt vrachtwagens. Alles wordt er mee vervoerd. Dieren zoals de varkens maar ook kippen, tot zelfs koeien. Je kan het zo gek niet bedenken of we zien het op de scooter. Grote spiegels, ramen, lange buizen, houten planken, ladders, ijskasten. Om nog te zwijgen van het aantal mensen per scooter. Tot 5-6 personen op 1 scooter. We hebben nog een uurtje te rijden. Een laatste stop is de Bang An Toren van de Chams people, de zoveelste etnische minderheid. Ter ere van Shiva, een godin. Zoals al dikwijls gezegd, onderhouden van monumenten is niet de sterkste Vietnamese eigenschap. Ook hier is de toren eerder een ruïne aan het worden. Jammer. De laatste kilometers rijden we doorheen dorpjes. Het verkeer wordt al drukker. Wing brengt ons tot aan de grote weg, een soort autostrade. Hier scheiden onze wegen. Hij laat ons met een taxi naar onze hostel brengen. Met spijt in het hart nemen we afscheid van Wing. Hij toonde ons het echte Vietnam, nam ons mee naar ongelooflijke plekken. 6 dagen genieten. Over and out to captain Wing. De taxi brengt ons naar Joy Hoi An homestay in Hoi An. Een kuststadje. Een nieuw gebouw. De eigenaar Son ontvangt ons. Een beetje een rare ontvangst. Hij spreekt niet echt vloeiend Engels, geeft een verwarde indruk. Maar het loopt stilletjes los, komt wel goed. Een grote mooie kamer is de onze. Een beetje een vertekend beeld van het huis als je de foto's op de website vergelijkt met de werkelijkheid. Het mooie dakterras is niet voor iedereen, het behoort tot de kamer op de bovenste verdieping. De tuin is een kleine bouwwerf. Op foto zien we een gezellig tuintje. In onze kamer is er in een zijmuur een venstertje. Op 5cm daarvan staat buiten een muur. Mooie stenen waar we op kijken trouwens. We zijn goed op tijd om te skypen met het thuisfront. Altijd leuk bekende gezichten te zien en te horen. We mogen gratis fietsen gebruiken. Op 5' fietsen sta je in het oude centrum van Hoi An. We moeten ons flink aanpassen. Drukte in de straten, veel toeristen, luide muziek weerklinkt uit bars. Maar het is nog een gezellig drukte. Veel wordt goedgemaakt door sfeervolle verlichting met lampionnen. Oude koloniale gebouwen doen dienst als hotel. Een lokaal iets serveert ons kip met rijst en een kipsalade met mango. Lekker maar in vergelijking met de vorige dagen toch wel duur. Ook hier zullen we de knop voor moeten omdraaien. Titi kijkt in één van de vele winkeltjes naar een nieuw slaaplaken. Het is de streek van de zijde. Alles is 100% zijde, verzekeren de jonge verkoopsters ons. Maar als ze op een mum van tijd hun prijs halveren, dan weet je het wel. Aankoop uitgesteld. Terug fietsen. In de slaapkamer hebben we het gezelschap gekregen van een gekko, een kleine hagedis. Ze zijn onschuldig, beter zelfs, ze zijn nuttig. Ze eten vliegjes en muggen op. We kunnen met een gerust hart slapen.
Geschreven door Waarzijnwenu