De trein is dus ook niet het allerbeste vervoersmiddel. Althans niet voor mij. Titi heeft redelijk geslapen. Ik daarentegen minder. Ik lag in het bovenste bed. De airco blies ijskoude lucht op mij. Volledig weggestoken onder het deken was het nog vrij koud. De airconditioning was niet te regelen, dus niets aan te doen. De trein wiebelde ook vrij fel. Soms had je het gevoel alsof hij van de sporen zou schudden. Maar we hebben het overleefd dus op naar het volgende. En dat is Sapa. Met een minibusje rijden we naar het stadje. Een klein uurtje via een slingerend bergbaantje. Het is nog vroeg in de ochtend maar de zon schijnt al. Er zijn een beetje wolken maar naargelang we stijgen, komen we in beter weer. En boven de wolken, waardoor we een schitterend zicht hebben op bergen met daartussen witte wolken. We worden naar het Cat Cat hotel gebracht. Het is niet onze overnachtingsplaats. Het is de startplaats voor onze trekking. We worden daar opgehaald door onze gids. We hebben nog tijd voor een koffie. Helemaal boven is er een dakterras. De zon is volledig doorgebroken, we hebben een schitterend zicht over de bergen en de vallei. Om 9u staat An ons op te wachten. Het is een 19jarig Hmong meisje. In traditionele kledij. Zwart kleurrijke pakje met doeken rond de benen gewikkeld. In het haar gouden of zilveren kammen. Soms een hoedje op. Ze is misschien maximaal 1,50m groot maar velen uit de Hmong stam zijn klein. Ik weet eindelijk eens hoe het is om groot te zijn. We gaan naar de lokale markt om wat etenswaren te kopen. En we vertrekken voor onze tocht. We krijgen het gezelschap van nog 2 Hmong vrouwen met rieten mand op de rug. Als we vragen aan An of zij onze lunch dragen, antwoordt ze negatief. Ze volgen ons om later souvenirs te verkopen. We zien wel als het zover is. Het eerste uur zien we nog andere toeristengroepen. Sommige tot wel 15 man. Dat is echt wel een grote groep. We stappen door bamboebos, langs kleine smalle paden. Zover je kijkt, groene natuur. Een eerste keer zien we de rijstvelden die Sapa zo bekend maken. Volledige bergflanken vol. We stappen via heel kleine wegen, soms steil omhoog en omlaag. De ondergrond soms vrij glibberig. Maar zeer mooi. De eerste Hmong dorpen dienen zich aan. Iedereen in traditionele kledij, en niet enkel voor toeristen. Het is zoals ze zich dagelijks kleden. Heel vriendelijke mensen, ze poseren heel graag voor de foto. We lunchen bij een Hmong familie. Rijst, kool, ei, boontjes. Het houten huis huisvest slaapkamer, opslagruimte, keuken, alles bijna in dezelfde ruimte. De binnenkant is zwartgeblakerd wegens vuurtje stoken binnen om te koken. Een rookwalm en geur hangt binnen, niet dé beste plaats om in te leven. Onze vriendinnen zijn er terug, ditmaal met elk een grote zak. Ze proberen tasjes, portemonnees, doeken, sjaals te verkopen. Zwaar onderhandelen is de boodschap, wat we ook doen. We bereiken een aanvaardbare prijs voor beide partijen. De deal is rond. We stappen verder. Paadjes omhoog, langs rijstvelden. Want hoe ver je ook kijkt, overal zie je rijstvelden. Zelfs vrij steile bergflanken worden ten volle benut. Vanop de top van één van de bergtoppen weerklinken drums. Er is iemand overleden. Ter ere zijn er 3 dagen van rouw, om zeker iedereen de kans te geven om de familie te groeten. De tocht gaat via verschillende Hmong dorpen. Elk dorpje heeft zijn eigen kerk want de Hmong zijn zeer katholiek. Over een beetje dezelfde taferelen. Vrouwen zijn bezig met huishoudelijk werk, mannen in het veld of met de brommer onderweg. En veel kinderen. Versleten vuile kleren, de kinderen zelf ook niet al te proper. Maar wat wil je. Zandwegen, water in de rijstvelden, buiten ravotten. De beste ingrediënten voor plezier maken en vuil worden. We komen op een iets grotere weg, wat hier zeer relatief is. We komen dichter bij Ta Van, ons eindpunt. Dat is duidelijk te zien aan de hoeveelheid toeristen die we tegenkomen. Meer en meer, mooie kleren, fris ruikend. Ook meer en meer souvenirwinkels. Ze verkopen hetzelfde als wat de 2 Hmong meisjes ons aanboden. Waarschijnlijk een stuk duurder. We zien een andere stam, de Zai. Een iets gewonere klederdracht, heel kleurrijk maar met effen kleuren. Ze zijn hier in de minderheid maar hebben toch hun plaats in het dorp. An brengt ons tot het Bamboo bar. Het is één van de 3 zaken, uitgebaat door een Nederlander, Eddie. Hij was al reisleider. Hierheen gekomen om iets op te starten, getrouwd met een Vietnamese. Een leuke bar met een mooi terras aan de straat. We krijgen een hartelijk Nederlandse ontvangst. Iets drinken op het terras. We slapen in een ander huis van hem, het Buffalo House. Wij hebben 2 bedden op een soort mezzanine. We delen met een Nederlands meisje, Inge. Beneden slapen nog 3 personen. Een Duits-Australisch koppel met de 72jarige moeder. Eddie heeft het huiselijk ingericht, best gezellig. Douche en toilet zijn een beetje basis maar de rest is OK. Om 18u30 eten we met zijn allen tezamen. Het personeel, allemaal Hmong, hebben voor ons gekookt. We krijgen een waar feestmaal voorgeschoteld. Veel lekkere groenten, tofu, kip, varkensvlees, rijst. Één van de betere maaltijden van onze reis. Het wordt een leuke, gezellige avond. Het lijkt wel een familie avond. Iedereen gaat ook op hetzelfde moment slapen. Geen last van storende geluiden.
Geschreven door Waarzijnwenu