Eens goed aan één stuk doorgeslapen. Joepie. Iets wat we beide nodig hadden.
Ontbijt in de casa. Geen boterkoeken of chocoladebroodjes, wel eieren, yoghurt, fruit, brood. Niet slecht dus. Met goede koffie.
We checken uit. De bazin van't spel is een Ierse die getrouwd is met een Chileen.
Van onzen Johnny weten we alles.
Hij brengt ons naar Andres.
We rijden door alle lagen van Santiago. Vooral de betere wijken springen in het oog. Mooie boulevards met moderne gebouwen. Hier zit al het grote geld vertrouwt Johnny ons toe. Bankiers, zakenlui, voetballers. Hij zwijgt geen minuut, in zijn geaccidenteerd Frans.
Op naar Andres dus.
Da's de eigenaar van Condorgear, de maatschappij waar we onze motor huren. Maatschappij is veel gezegd. Als we bij hem aankomen zien we een gewoon huis.
Andres staat al aan het hekken en verwelkomt ons. Ook de motor staat al klaar.
We volgen hem naar binnen. Blijkt dat zijn bureau eigenlijk gewoon de huiskamer is. Mama en papa incluis. Een beetje een warboel, alles staat overal. Maar de motor lijkt in perfecte staat, goed onderhouden. Da's voor ons het belangrijkste.
We krijgen uitleg over de motor, passen helmen, overlopen met hem routes die we kunnen rijden. Praktische tips zijn altijd welkom.
Maar dat wil ook zeggen dat we al snel 2u bezig zijn bij hem. Andres lijkt ook met 1000 en 1 dingen tegelijkertijd bezig te zijn. Maar lijkt wel van goede wil.
Terwijl hij weer iets anders doet vullen wij de koffers van de motor. Wij zijn klaar voor vertrek.
Een laatste foto sessie en weg zijn we. Of toch ongeveer.
We stoppen nog aan een wasserette om de eerste vuile was achter te laten. Binnen een 5 tal dagen kunnen we die terug ophalen.
Dat Santiago een grote stad is wisten we al maar dat je 45 min ofte 22 km nodig hebt om de stad te verlaten dat was een beetje onderschat. OMG, dat blijft duren. Het ene verkeerslicht na het andere, geen enkel op elkaar afgestemd dus continu stoppen, vertrekken....
Opletten geblazen is ook de boodschap. De Chilenen rijden zoals ze het denken maw zonder te denken. Veranderen van rijstrook, de andere stopt wel. Gewoon stoppen, de andere stopt wel. ...
Uiteindelijk rijden we toch stilaan de stad uit, zuidwaarts.
We voelen ons beide een beetje naakt. Neen, onze lichamen worden niet ten toon gesteld voor wie op foto's hoopt. Met naakt bedoelen we dat we niet onze gewoonlijke motorkleding aan hebben. Bescherming rond om rond, een stevige vest dito broek. Ter vervanging onze gewone broek en regenvest. Defensiever rijden dus.
Iets na het verlaten van Santiago rijden we een kloof in richting Lo Valdes. Volgens Andres een heel mooie route. Tussen de bergen.
Dat klopt wel voor een deel. We rijden inderdaad tussen de bergen maar niet het idyllische zoals we voor ogen hadden. Op de achtergrond gletsers en mooie bergen maar de zijkanten vallen vooral op door de ontginnigswerken. Steengroeves die uitgemolken worden zo lijkt ons. Het blijft wel mooi rijden maar iets minder dan verwacht.
Rond 16u zijn we in Lo Valdes. Da's het uiteinde van de kloof t.t.z. Het einde van de asfaltweg. We kunnen nog een stukje verder over een grindweg maar dat is geen meerwaarde. Enkel op het einde zou een refuge ons opwachten, een basis verblijf.
Wij rijden tot einde asfalt. Daar zou volgens Andres een hotel moeten zijn. Dat is er ook, eens polsen naar wat er mogelijk is. Veel zoals zou blijken. Veel zoals in duur. Een kamer met ontbijt kost hier rond de 200€. Ik zeg altijd we moeten niet rijk sterven maar door ramen en deuren smijten moet nu ook niet persé. Een beetje teveel van het goede.
Dus nog een beetje rondkijken is de boodschap, er staan genoeg bordjes "cabañas". Da's een soort lodge die je kan huren.
Maar de normen zijn hier precies anders dan bij ons. Alles lijkt vervallen te zijn. Precies of alles staat te vervallen. Het dure hotel kan als laatste alternatief dienen maar toch nog eerst iets betaalbaars zoeken. Aan de andere kant van het dorpje staan ook een aantal huisjes, daar eens naartoe rijden.
Als we dachten dat we al desolate delen hadden gezien, dan waren we er aan voor de moeite. Deze zijde van de kloof lijkt helemaal een spookstadje als we er door rijden.
Nergens iets of iemand te bespeuren buiten (weeral) straathonden.
Als we ons omkeren staat er toch iemand ons te bekijken. Toch maar eens vragen of we hier ergens kunnen overnachten. Titi's Spaans komt goed van pas, zonder dat is het niet evident om je weg te vinden.
De man blijkt de eigenaar te zijn van de lokale supermarkt. Niet té veel bij voorstellen. Een soort loket waar je kan vragen of hij dit of dat heeft.
Hij gaat eens bellen voor ons naar een vriend van hem, die verhuurt zo'n lodge. Die is vrij, we mogen er naartoe. Benieuwd.
Qualdo of zo iets komt naar ons toe. Een super vriendelijke man (Waldo feitelijk) die ons meeneemt over een klein brugje naar zijn cabaña. Een houten blokhut. Kom maar binnen, hij toont ons de slaapkamer en de douche. Perfect. Meer moet dat niet zijn. Proper en alles wat we nodig hebben. Meer zelfs, de volledige hut is voor ons! Met keuken en al. Een houten terras met uitzicht over de bergen en de rivier. Voor de helft van de prijs van het eerste hotel. En voor die prijs krijgen we zelfs avondeten én ontbijt. Niet twijfelen. Enige obstakel is geld. Cash maar we hebben niet genoeg peso's meer bij. Wel nog euro's als back-up. Net genoeg om alles te betalen. Hupla, t'is gebeurd zou Erik zeggen. Zonder probleem aanvaard hij die. We kunnen eten en slapen.
Qualdo is zelfs zo vriendelijk om zijn auto's rondom onze motor te plaatsen. Niet dat het hier onveilig is, verre van. Maar zo zijn we zeker.
We kunnen met een gerust gemoed een wandelinske doen. Veel is er hier niet te beleven. De plaats is beroemd voor zijn thermale baden. Vuil water met mineralen die goed zouden zijn voor lijf en leden. Als we de baden zien vragen we ons toch af waar het allemaal goed voor zou moeten zijn. Een bruine sopje. Het enige wat me te binnen schiet is dat het goed zal zijn voor de kledingwinkel want je zwembroek of badpak zal naar de vuilbak mogen verhuizen.
Er moet toch ergens een miraculeus effect zijn want als je je rolstoel kan achterlaten aan de vuilnisbak dan is er een wonder geschied.
Goed voor de gezondheid, wij kiezen er toch maar voor om ongezond verder te leven en laten het baden aan ons voorbij gaan. Adios.
We maken een kleine wandeling in de plaats. We zien heel veel krotten maaar die wel nog gebruikt worden. Als bewijs zitten een aantal jongeren in 1 van die barakken. Ongelooflijk dat die nog gebruikt worden.
De uitzondering bevestigt de regel. 1 of 2 huisjes zijn perfect in orde, heel mooi zelfs. Misschien niet ten onrechte dat er een flink hekken rond staat en een ketting aan het hekken hangt.
We kopen in de lokale supermarkt/loket bij Danny een aantal kleinigheden zoals een biertje en een chiepke als apero.
Tot Titi's verbazing haal ik Uno uit de bagage. We zijn een aantal keer bij Lucas op les geweest, het spel heeft geen geheimen meer voor ons.
Een halfuur vroeger dan voorzien brengt Qualdo ons avondmaal. Tomaat en broccoli als slaatje, rijst en gekookt vlees als hoofdgerecht. Met een glas rode wijn. En als toetje een stukje cake. Alles met veel liefde gebracht. En onder het goedkeurend oog van Woefie de hond. Temeer wanneer hij "per ongeluk" een stukje vlees krijgt.
Ons verwenmenu nuttigen op het terras met het geluid van de stroom op de achtergrond en de bergen als toeschouwer, het kon slechter.
Onze hut roept want het wordt stilaan kouder buiten. De warme douche brengt redding alsook het dikke donsdeken. Tzal misschien nodig zijn.
Geschreven door Waarzijnwenu