Het reizen eist zijn tol. Er ligt een knorrend varkentje naast mij.
Mijn neus is verstopt, we liggen met ons hoofd naar beneden... alles om er onderuit te komen. Soit, ontbijten binnen in Apollo, buiten is het nog te koud.
Geen uitgebreid ontbijtbuffet maar basis zoals koffie, yoghurt, een boterhammetje of glutenvrij toast met iets van beleg. We zijn niet moeilijk.
De daktent inklappen, een fluitje van een cent.
We moeten een paar kilometer rijden tot aan de ferry. Reserveren was niet nodig zei Agustin, het is eigenlijk een doortrekken van de weg dus ook gratis.
Net voor de overzet rijden 2 motorrijders voor ons, een klein beetje een bloeden van ons hart.
Aan de overzet gekomen blijkt alles op slot te zijn. Er ligt wel een boot maar niemand te horen of te zijn. De 2 motards lopen er ook een beetje verloren rond. Tijd voor een babbeltje. Het zijn 2 Duitsers die al een paar maanden bezig zijn. Ze zijn vertrokken in Alaska en rijden tot het uiterste zuiden. Doorwinterde motorreizigers. Ze hebben al heel wat kilometers achter de kiezen, op alle continenten van de wereldbol. Een gesprekje over de motoren, hun vorige reizen, hun huidige trip.
2 dames komen aan, openen de deur en het loket. Blijkt dat de boot zou volgeboekt zijn ook al kon je zogezegd niet reserveren. Ook de Duitsers staan voor een voldongen feit.
De optie die we krijgen van de dames is te wachten tot 12u (dwz meer dan 2u wachten) en zien of er nog plaats is. Misschien wel, misschien niet. Voor alle vier van ons.
De motards besluiten te wachten, zij hebben natuurlijk niet veel plaats nodig. Wij nemen de omweg, iets meer dan verwacht maar geen ramp.
We nemen afscheid en vervolgen ons traject via de weg.
Een klein stukje terug maar we schieten goed op, mooi asfalt.
Mooie sprookjes duren niet lang. Een bord wijst ons op het feit dat de geasfalteerde weg ophoudt en dat alles onverhard is vanaf nu.
We hebben een 4x4 dus we kunnen iets comfortabel over deze wegen rijden dan met de motor.
Initieel lijkt de weg ook minder slecht te zijn maar dat was valse hoop. Terug die vervelende dwarse ribbels zijn de dooddoeners voor mens en machine.
We rijden op de Carretera Austral, da's eigenlijk de enige weg naar het zuiden. Wat wil zeggen dat die vrij druk bereden is. Naar onze normen rijdt er geen kat op de baan, vertaald naar hier is het dus wel druk. Van alles komen we tegen. Fietsers, motoren, auto's, jeeps, bussen, vrachtwagens. Sommigen aan een flink tempo. Met een grote stofwolk achter zich. Wij kunnen gemiddeld 50 à 60 per uur rijden, niet slecht op zulke weg.
Wat veel goed maakt is de omgeving. Gletsers, besneeuwde toppen maar toch veel groen erbij. Groen wat veraf is. Het groen dichtbij is eerder grijsgroen door al het stof.
Wat ook kan gezegd worden van de motorrijders en fietsers. Zij zitten ook onder een flinke stoflaag, bij ons enkel Apollo.
Ook al lijkt het zo niet, er zijn toch af en toe wegenwerken. Wat ze juist doen is niet duidelijk, alleszins niet asfalteren. Bij ons gebruiken ze verkeerslichten, hier staat er iemand met een bord te zwaaien. Stoppen of doorrijden. Er staat een bulldozer aan de kant van de weg, een jongen zwaait Siga maw doorrijden. We hebben een beetje te doen met hem, bij het voorbij rijden geven we hem een stukje chocolade. Tot zijn grote tevredenheid.
Titi's camera draait overuren, niks is hetzelfde.
De tijd vliegt voorbij, de kilometers iets minder.
Misschien tijd om het plan een beetje aan te passen.
Als we nog een beetje verder rijden dan komen we in Puerto Rio Tranquilo. Een iets groter stadje in deze regio. We zouden hier stoppen maar dan waarschijnlijk morgen of overmorgen. Ons plan was om nog iets verder door te rijden en dan terug te keren. Dat moeten we sowieso doen maar de vraag is of het zinvol is om al die kilometers te doen. We besluiten van niet en gaan hier blijven. Ook interessant aan dit stadje : het heeft een tankstation, ook niet zo evident in dit deel. Dus Apollo volgooien dat we niet dieselloos vallen.
Een leuke tent trekt onze aandacht. We gaan er iets eten. Lekkere koffie en een pizza om te delen. Een echt toilet is ook wel eens leuk ipv de tweede boom links.
P.R.T. is dé uitvalbasis voor gletsertochten en boottochten naar grotten. Dat staat op de planning maar daarvoor heb je een gids en/of organisatie nodig. We hebben nog wat tijd over, gaan de verschillende kantoren af. Eerder een soort barakken met aan de ingang lokkende mensen. Iedereen schermt voor zijn boterham natuurlijk. We doen er een paar, belanden uiteindelijk bij Conny. Een frivool meisje dat ons kan overtuigen. Morgen gaan we met hun een tocht doen van anderhalf uur, het meer op naar de Marble Caves.
Ze is een spraakwaterval. Doet haar beklag over een Poolse man die heel nors en kwaad was, hij wou vandaag zo snel mogelijk die boottocht doen. Not nice.
In tegenstelling tot een jonge kerel die wel vriendelijk was, very nice zegt met blozende wangen en een giechellachje. Duidelijk wie haar voorkeur genoot.
Poseren zoals Pamela Anderson in baywatch, graag.
De organisatie die onze voorkeur genoot kan morgen en de volgende dagen jammer genoeg geen gletsertocht doen, we zijn maar alleen en dan is de prijs nagenoeg dubbel. Da's een beetje teveel van het goede dus zoeken we iemand anders. Via Conny komen we bij Josefin, haar kantoor doet wel die tocht. Jammer genoeg pas overmorgen maar op zich is dat niet erg, we gaan dan toch met Conny op de boot.
De uitleg klinkt wel goed, boeken die handel.
Straatlopen knaagt wel aan de tijd, de klok zegt 18u30. Hoogtijd om een slaapplek te zoeken. Liever geen camping, enkel als het niet anders kan.
We moeten eigenlijk niet zó lang zoeken, we vinden een plaatsje in de bossen aan een stroompje. Apollo staat redelijk recht, we zijn tevreden.
Iets wat we nog niet probeerden is de douchecabine. Een vierkantig zeil dat je uittrekt en waarin je kan douchen. Koud water uit de watertank. Maar beter dan niets, alles went.
Ik bijt de spits af, ook al is het water 3cm warm, toch doet het deugd. Vooral de gloei nadien.
Titi bedriegt een beetje, ze kookt water en een kommetje lauw water is haar douchekop. Boehoe! !
Veel minder wind dan gisteren waardoor we aan het stroompje kunnen dineren.
Een stukje rundvlees, slaatje, glaasje rood en wit. Santé aan jarige Veerle!
De voorbijgangers zien groen van jaloezie. Dat denken we toch, de stofwolken zijn in hun voordeel.
De avondkilte zet in, gelukkig is er een heteluchtblazer op diesel.
Apollo warmt zijn buikje voor ons.
Geschreven door Waarzijnwenu