Manuẽl en Catarina ontvangen ons in de ontbijtzaal.
Klassiek ontbijt. Enkel het fruitsap van watermeloen is iets nieuws, een beetje wennen aan de smaak.
Blijkbaar zaten we toch niet alleen in de B&B. Een ouder koppel vergezelt ons aan tafel, portugezen. Ze zijn niet erg spraakzaam, althans niet tegen ons. We zullen het maar op de taalbarrière steken.
Valies maken, da's 2 sec werk. We leven uit onze reiskoffer wat super handig is. Toch voor een 10 tal dagen.
We rekenen af, Portugal blijkt nogmaals vrij goedkoop te zijn. Een mooie 2 persoonskamer met ontbijt = 60€. Daarvoor kan je toch niet thuisblijven.
Manuẽl wuift ons uit vanaf een balkon op de 1ste verdieping. Het mannetje dat naar buiten komt is normaal gezien slecht weer, hier gaat die stelling dus niet op.
De ganse dag zal de thermometer rond de 27°C draaien, met volle zon.
We rijden het stadje uit, rijden over landelijke wegen richting de westkust.
We hebben nog steeds onze vertrouwde kurkbomen en ooievaars als reispartners.
Veel landbouw ook, vooral koeien, schapen, geiten.
Niettegenstaande de droogte lijken de dieren toch goed gevoed te zijn. Waarschijnlijk zijn ze er aan aangepast, of worden ze goed bjgevoederd.
Er is plek genoeg maar sommige landerijen zijn immens groot, tientallen hectaren of meer.
Heel typische plaatsjes : grote droge weiden met lage bomen, daaronder de koeien of de schapen afkoeling zoeken in de schaarse schaduw.
Rond Santiago do Cacem zouden er oude molens moeten staan, typisch voor de streek.
De eerste die we zien is al meteen de goede. Je kan hem gratis bezoeken.
Wanneer we de wagen parkeren komt er een oudere man aan de deuropening staan.
Hij nodigt ons vriendelijk uit om de molen te bezoeken. Hij is zelfs onze gids.
Binnen zijn er nog 2 jongens, de ene geeft ons als welkomstgeschenk een klein zakje met daarin een klein beetje meel dat ze zelf maalden met de molen.
Julio neemt ons mee naar de bovenste verdieping, legt ons uit hoe de molen werkt. We staan paf van hoe vernuftig alles in elkaar zit, ook al is de molen al vele jaren oud.
Een pijl als windwijzer, oneffenheden in de molensteen waardoor het graan verder geschud wordt, gewichtjes van hout om alles naar beneden te duwen.
Buiten hangen aan de wieken potaarden kruikjes. Wanneer de wieken draaien produceren deze kruikjes een soort muziekje waardoor ze weten dat de wieken draaien.
Nog zo'n aantal kleinigheden worden ons uitgelegd. Super leuk.
We vervolgen onze weg naar Porto Covo, een kustdorpje.
Het zou een leuk klein vissersdorpje moeten zijn met blauwe huisjes. Dat valt een beetje tegen. Bij het binnenrijden zien we vooral werven, er wordt hier volop gebouwd. Vakantieparken, hotels.
Het echte centrum heeft gelukkig nog een beetje authenticiteit bewaard.
We zoeken een leuk plekje om te lunchen. Alles centraliseert zich een beetje rond het centrale plein, een beetje té toeristisch uitgebuit. We kiezen diegene die ons het leukst lijkt. En die vooral gegrilde sardientjes serveert.
We zien net voordat wij onze bestelling doorgeven een bord passeren met die sardienen. Eén bord voor ons twee zal ruim voldoende zijn, temeer omdat we er percebes bijnemen. De liefhebbers onder ons weten dat ze ook eendenmosselen genoemd worden. En de echte kenners weten zelfs hoe ze te eten. Wij geen van beide, een dienster moet ons tonen hoe die prehistorische diertjes te eten. Kopje eraf, leegduwen of leegzuigen. Ik vind dat ze een beetje naar garnalen smaken, Titi is er nog niet uit waarmee ze ze kan vergelijken.
De sardienen zijn één van de betere die we aten, lekker gegrild met veel zout.
We zitten aan de kust, een kleine wandeling op de kliffen om een zicht op de zee te hebben kan nog net.
Wisten wij veel dat de plaats die wij uitkozen een nudistenstrand was. Een blik werpen naar beneden was nochtans genoeg. Een strand vol blote lichamen, naakte zwemmers.
Op zich wel goed natuurlijk dat ieder zijn plekje krijgt.
Nog een stop die Titi persé wil doen is Praia do Malhão. Een kustlijn met kobaltrotsen. Alsof ik kobalt zou kunnen onderscheiden van een ander gesteente. Ik zal haar maar op haar woord geloven.
Na een tijdje de kustlijn te hebben gevolgd steken we terug door naar het binnenland.
Een juiste keuze blijkt al snel.
Prachtige heuvels flankeren ons links en rechts, slingerbaantjes met zo goed als geen verkeer. We missen enkel onze motor. We zouden ons nogal geamuseerd hebben. Het zal helaas voor een volgende keer zijn.
Alhoewel, de GPS stuurt ons nu al off road. Een grind bergbaantje als doorsteek. Schoon en leuk, al zeker in de auto. Weg van het stof, secuur op 4 wielen.
We rijden zuidelijker maar willen niet echt aan de kust zelf verblijven, daarvoor is deze streek té mooi.
We zullen wel iets vinden in het binnenland waar we kunnen overnachten.
Als we kijken via het internet lijkt Odiàxere wel een leuk stadje te zijn. Qua accommodaties niet zo'n topper, het biedt zeker niet de gezellige B&B's van de vorige dagen.
Een alternatief lijkt een betaalbaar appartement te zijn. Gedeelde badkamer weliswaar maar goed, dat overleven we wel.
Op onze weg erheen zien we een bordje staan van agroturismo.Overnachten op de boerderij dus. Alvorens het baantje in te rijden bellen we. Er is nog een kamer beschikbaar maar er wordt geen avondmaal geserveerd. Morgen wel, dan is er pizza avond. Helaas.
We rijden verder naar Odiàxere om het appartement te zoeken. Niet zo evident blijkt.
We vinden wel de straat maar niet het huisnummer. Iets anders zoeken dan maar. We bellen naar verschillende B&B's, naar Quinta's, hotels. Bijna alle zijn volzet.
Dan toch maar verder zoeken naar dat appartement.Wat we uiteindelijk vinden. Een vrij triestige bedoening als je het ons vraagt. Niks gezelligs, povere kamers. Als we ze al konden boeken want nergens een huisbaas te vinden.
We verliezen een beetje de moed en geduld, de klok draait al rond 19u.
We beslissen dan maar om terug te bellen Quinta Vinha do Gaio, de agroturismo plaats. Er is nog steeds een kamer beschikbaar, er is nog steeds geen avondmaal mogelijk.
We beslissen om de kamer te nemen. Da's dan wel een goede 20min terugrijden maar dat hebben we er voor over. Hier is gewoon niks te beleven noch leuks te boeken.
Eerst snel iets eten terwijl we in dit stadje zijn. Het wordt de snelle hap. Pizza en een burger wegens niet veel anders voorhanden.
We zijn vrij snel bediend in een kleine brasserie, als je het zo kan noemen. Op alles wat we vragen krijgen we een OK en een knikje met het hoofd. Simpel, alles is er blijkbaar mogelijk.
De typsiche fastfood kost. Goed, het kan niet alle dagen kermis zijn.
In een mini mini superette kopen we wat drank zodat we deze avond toch iets hebben.
We zetten de terugweg in; gelukkig niemand met hetzelfde idee want we zijn nagenoeg alleen op de weg, we kunnen dus goed opschieten.
20min later rijden we de oprit van de Quinta op.
De eerste blik is er een van directe goedkeuring. Veel meer ons ding.
Een man ontvangst ons, Antonio. Een vriendelijke no-nonsens mens.
Hij toont ons de kamer, direct verkocht.
Mooie nette kamer, met een terras met uitzicht over de vallei tot aan de zee, tot aan de stad Portimão.
Een korte babbel later zitten we op ons terras met een fris wit wijntje.
Titi's eerste gedacht was het juiste, kiezen voor deze Quinta.
Geschreven door Waarzijnwenu