De ochtenden worden steeds kouder.
Als we opstaan is het in Bobil 9°C, dat wil zeggen dat het buiten deze nacht wel dicht tegen het vriespunt lag.
Wat bijdraagt tot een kille ochtend is de druilerige mist. De voorspelling gaf een bewolkte maar droge dag, ze zitten er deze keer goed naast.
Soit, we gaan waarschijnlijk toch de ganse dag rijden, met tussenstops uiteraard.
Qua rijden weinig speciaals, niet meer de hoge bergpassen. En de mist steekt heel veel weg. Onze mooie uitzichten zullen (hopelijk) voor de volgende dagen zijn. Alhoewel, morgen zou een echte regendag zijn.
Wat opvalt als je hier al een tweetal weken rondrijdt : het is duidelijk waar Elon Musk zijn budget haalt voor ruimtereizen. Heel veel tesla's op de weg. Zelfs als lastvoertuig. Een aanhangwagen trekkende, met fietsen erop gebonden.
Een anderhalf uur rijden brengt ons al in Voss.
Net voor het binnenrijden kunnen we onze watertank opvullen aan een tankstation. De aansluiting van de ene kraan naar onze waterdarm is echter niet compatibel. Op een 2de kraan zit al een darm vastgeschroefd. Gelukkig heb ik van thuis uit enkele tangen, schroevendraaiers etc. meegebracht. Met een vise-grip is de darm op een wip losgemaakt en kunnen we onze slang aansluiten. Water tanken, alles terug in zijn originele staat herstellen en we kunnen weer weg.
Eerst ook nog diesel tanken. Aan de kassa binnen een drukte van jewelste. Het is naast tankstation ook een soort McDonald's. De hamburgers gaan vlot over de toonbank, niet voor ons, wij maken de onze liever zelf.
Voss is in het hoogseizoen één van de drukst bezochte skidorpen van Noorwegen. Je moet voorbij de niet zo aangename rand van het dorp om terecht te komen in een leuke dorpskern. Vooral de hoofdstraat is gezellig ingericht. Ook al is het nog geen eindejaar, is er nog geen skiseizoen, toch ademt het dorp al die sfeer uit.
Wat direct opvalt : een leuk koffiehuis, Vangen. Tijd voor een extraatje.
We hebben geluk, aan het raam zijn er zeteltjes vrij, we nestelen ons erin. Een koffie halen aan de toonbank, tezamen met een rijkelijk belegd broodje zalm. Koffie kan je daarna trouwens bijhalen zoveel je wil.
Er is WiFi, handig om een aantal dingen op te zoeken voor de verdere route. We moeten hier en daar een beetje bijsturen naargelang de weersvoorspellingen. Dingen laten vallen, opvullen met alternatieven.
We hebben het naar onze zin, we blijven een beetje hangen in de zetels. Central Perk gewijs.
We hebben het verdere verloop van de reis ongeveer uitgepluisd, we zijn opgeladen, we kunnen verder.
In Noorwegen kan je niet zomaar in elke winkel alcohol kopen, je moet naar de staatswinkel Vinmonopolet. Enkel daar kan je iets kopen. Titi wil graag nog een flesje wit voor de volgende dagen, ik moet mee. Waarschijnlijk voor het betalen. De vos en haar streken.
Toch wel een vrij grote winkel, allerlei drank.
Een dame wijst ons de weg naar de soort witte wijn dat Titi wil, nen droge chenin blanc.
We waren een beetje aarzelend om hier alcohol te kopen, Noorwegen heeft de naam ontzettend duur te zijn.
Als we rondkijken in de winkel valt dat nog wel mee. Een goede fles wijn kost +/- 15€, Belgisch bier à la Duvel, La Chouffe... zitten rond de 4-5€ per fles. Wel iets duurder dan bij ons maar niet zo extreem als we dachten.
Als we dat aankaarten bij de dame aan de kassa is ze er zelf van verbaasd. Ze dacht zelf ook dat de alcohol hier héél veel duurder was. Een goede tip van haar : hoe beter/duurder de wijn hoe goedkoper dat hij wordt t.o.v. het buitenland. De accijnzen zijn relatief lager bij duurdere wijn tegenover de goedkopere. Dat zullen we onthouden.
Tijd om te vertrekken.
We nemen terug de toeristische routes. 13 -> 7 -> 550.
Jammer van het mistige natte weer, de mooie panoramische plaatjes zijn niet te zien vandaag. Al heeft dat op een zekere manier ook wel zijn charme. Dramatische beelden.
Maar bijwijlen ook charmant. Leuke stalletjes langs de weg die fruit aanbieden. Gewoon geld in een potje steken en je mag je aankoop meenemen. Soms lijkt het alsof er een competitie is tussen die kraampjes, de ene al,mooier dan de andere.
Ook creativiteit bij De Lijn. Een bushokje in de vorm van een hartje.
Al zijn het secundaire wegen, soms zijn ze toch wel vrij druk bereden, zelfs met vrachtverkeer. Wat het af en toe wel een beetje spannend maakt als we elkaar moeten kruisen. De smalle wegen zijn soms net niet breed genoeg, wij of de tegenligger moeten halte houden bij een M plaats. M van Møteplass of uitwijkplaats.
Hoffelijkheid bestaat hier nog, iedereen speelt het spel volgens de regels waardoor alles vlot verloopt. Zonder getoeter of middelvinger.
Ook een vaste waarde vandaag : wegenwerken. Op één van de kleine baantjes zijn ze tot 3x toe aan het werken. Wat tot gevolg heeft dat je soms tot 20 minuten moet wachten alvorens je mag verder rijden. Bij ons zijn er verkeerslichten aan de werken, hier wordt het verkeer geregeld door een persoon met een lichtgevend bordje. Als hij zijn fiat geeft mag je verder. Maar niet zomaar. Het tegenliggend verkeer wordt vooraf gegaan door een Ledebil, da's een auto met zwaailichten die continu over en weer rijdt om de weg te leiden. Goed tegen de werkloosheid, je hebt al minstens 3 personen nodig aan elke werf om het verkeer te regelen.
Voor die mensen niet altijd zo leuk werken. Zoals vandaag in de regen buiten staan, in de wind.
We kennen onze wereld. Als tijdens het wachten de regelaar aan Bobil passeert geven we hem een stukje chocolade. Een tweede stukje wordt zonder lang nadenken ook soldaat gemaakt.
We halen net op tijd onze overzet, zoniet was het een uur wachten. Zonde van de tijd.
Wat doet een mens tijdens de overvaart? Onze buurvrouw geeft het goede voorbeeld : breien.
Meestal duurt zo'n overtocht niet zo lang, ook nu zij we na 20' aan de overkant.
De verderzetting van onze route brengt ons nu langs iets leukere wegen. We wanen ons soms zelfs in de Ardennen. Bebossing, veel groen, glooiende wegen.
We proberen rond 16u iets te vinden waar we de nacht kunnen doorbrengen.
Langs deze kleine baantjes zouden we toch iets moeten vinden.
Ook al doen we ons best, weinig bruikbaars. Als we een klein zijweggetje zien is het meestal de weg naar een privé eigendom.
Een standplaats aan een haven waar we passeren lijkt wel leuk. Maar die is betalend, je mag wel stroom en water nemen maar dat hebben we niet nodig. Beetje zonde van het geld. Verder zoeken dus.
Een nog kleinere zijweg gaat naar Kunstlandskap Hardanger. Waarschijnlijk een museum of iets artistiek. Misschien is er daar wel plaats om te staan, vooral omdat het een heel klein baantje is en je meestal daar links of rechts van wel iets vindt. Én er weinig passage is van verkeer.
Hup, d'erin.
Het is inderdaad wel een héél klein baantje, net breed genoeg voor Bobil.
Op de heenweg zien we kunstwerken tussen de bomen, op rotsen. Blijkt dat het verloop van de weg eigenlijk een soort museum is. We moeten tot het einde rijden maar dat loopt dood op de oprit van iemand. Omdraaien en terugkeren.
Tijdens de terugtocht vallen nog andere werken op, creatieve mensen zijn hier aan het werk geweest.
Én we vinden aan de ingang van een bos de ideale plek voor de nacht.
Alles valt terug in zijn plooien. Mooi op tijd, niks meer vervelend dan in het duister nog een staanplaats te moeten zoeken.
Frigo op gas, zetels draaien, boiler aan. De geoliede machine schiet uit de startblokken, elk kent zijn taak.
Een bescheiden maaltijd klaarmaken en we zijn klaar voor alweer een pikdonkere nacht. Gegarandeerd muisstil want niemand die in het holst van de nacht op deze donkere wegen rondrijdt.
Verhaaltje is voor morgen.
Hier geen internet
Geschreven door Waarzijnwenu